Binnenland

Embryoselectie al vaker op agenda

De Tweede Kamer houdt morgen een spoeddebat over embryoselectie. Het gevoelige onderwerp verschijnt sinds 2003 met tussenpozen op de politieke agenda. Een overzicht.

Jakko Gunst en Addy de Jong
4 June 2008 11:46Gewijzigd op 14 November 2020 05:55

JANUARI 2003: Het demissionaire kabinet-Balkenende I komt met het Planningsbesluit klinisch genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering. Embryoselectie mag „als er een verhoogd individueel risico is op een ernstige genetische aandoening of ziekte bij het toekomstige kind.”(is0(NOVEMBER 2003: Staatssecretaris Ross (CDA, Volksgezondheid) vraagt de Gezondheidsraad haar te adviseren over de nadere invulling van de indicatiestelling voor embryoselectie.

JANUARI 2006: De Gezondheidsraad stelt dat embryoselectie niet alleen zou moeten worden toegestaan bij genetische afwijkingen die met 100 procent zekerheid tot ziekte leiden. De behandeling kan ook verantwoord zijn bij overdraagbare aandoeningen met een variërende ziektekans. Of ouders in aanmerking komen voor embryoselectie dient volgens de raad „per individueel geval” te worden beoordeeld.

MEI 2006: Ross schuift het advies van de Gezondheidsraad terzijde. „Van kinderen met een afwijkend gen kan helaas nog niet met zekerheid worden voorspeld of ze de erfelijke aandoening in hun familie daadwerkelijk krijgen. Embryoselectie in deze gevallen lijkt toch in zekere mate een toevalstreffer te zijn”, aldus Ross. Ze wil de behandeling pas toestaan „zodra er voldoende wetenschappelijke gronden voor zijn.”

JUNI 2006: De Vereniging Samenwerkende Ouder- en Patiëntenorganisaties (VSOP), betrokken bij erfelijkheidsvraagstukken, reageert „zeer teleurgesteld” op het standpunt van Ross. Volgens de VSOP gaat de staatssecretaris voorbij „aan zowel de ernst van de dilemma’s waarvoor de ouders worden geplaatst, als aan hun recht op zelfbeschikking.” Ross mag zich niet verschuilen achter statistische gemiddelden, schrijft de VSOP. „Indien er bijvoorbeeld een 90 procent kans is op het optreden van erfelijke borstkanker is er voldoende wetenschappelijke zekerheid voor embryoselectie.” De Kamer vraagt Ross te reageren op de brief.

DECEMBER 2006: In een toelichting laat Ross de Kamer weten bij haar standpunt te blijven. Ze noemt embryoselectie „een complexe en moreel gevoelige techniek.” Toepassing kan alleen als er voldoende betrouwbare wetenschappelijke kennis is over het al dan niet optreden van een ziekte in de toekomst, aldus Ross, ten tijde van het overgangskabinet-Balkenende III. Aan een nadere, expliciete regelgeving heeft dit kabinet zich niet meer gezet.

OKTOBER 2007: Staatssecretaris Bussemaker (PvdA, Volksgezondheid) benadert een groep van adviseurs die haar vertrouwelijk moet adviseren over de toelaatbaarheid van embryoselectie op gendefecten die met een variërende kans tot een ziekte leiden.

NOVEMBER 2007: Na een algemeen overleg met de vaste Kamercommissie voor volksgezondheid zegt Bussemaker het veld een nieuwe brief toe, die in de plaats moet komen van de brief van oud-staatssecretaris Ross van mei 2006.

APRIL 2008: Bussemaker ontvangt een deel van de adviseurs. Ze maakt duidelijk dat ze, anders dan Ross, embryoselectie ook gaat toestaan als kinderen een gen kunnen meekrijgen van hun ouders dat niet met zekerheid tot een erfelijke aandoening leidt.

MEI 2008: Bussemaker maakt, eerst via een tv-optreden en een dag later per brief, haar standpunt wereldkundig. Ze benadrukt dat ze in haar ogen niet afwijkt van het Planningsbesluit van het kabinet-Balkenende I uit 2003, omdat ze vasthoudt aan het criterium van „een verhoogd individueel risico op een ernstige genetische aandoening of ziekte bij het toekomstige kind.” Vicepremier Rouvoet (ChristenUnie) reageert verontwaardigd, omdat ze de kwestie niet eerst in het kabinet heeft besproken. Fractiespecialist Ormel van het CDA noemt haar handelwijze „niet chic.” Na een crisisberaad met premier Balkenende, de vicepremiers Bos en Rouvoet en minister Klink (CDA, eindverantwoordelijk voor het volksgezondheidsbeleid) erkent Bussemaker dat ze de kwestie eerst binnen het kabinet had moeten bespreken. Ze trekt haar brief in.

JUNI 2008: De Kamer vraagt het kabinet in een spoeddebat om opheldering over de gang van zaken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer