Rechter: Columnist beledigde Joden niet
Arnold Scheepmaker, oud-columnist van het Amsterdamse studentenblad Havana, is door de rechtbank in Amsterdam vrijgesproken van het beledigen van Joden.
De zaak van Scheepmaker werd in de Europese Kamer van de rechtbank behandeld tijdens een speciale zitting over de vrijheid van meningsuiting.In zijn column in september 2006 schreef Scheepmaker onder meer: „Sinds de nazitijd is het niet echt cool om negatieve dingen te zeggen over Joden, maar soms snap ik best hoe het in 1937 allemaal zo ver heeft kunnen komen.”
Het openbaar ministerie en degene die aangifte deed tegen Scheepmaker vinden dat de teksten getuigen van onverholen racisme en daarom uiterst beledigend zijn.
Volgens de rechtbank getuigen Scheepmakers teksten niet van medemenselijkheid of veel nuance, maar heeft de columnist het recht zo’n artistieke expressie te uiten. Met een „satirische column” verschaft de auteur zich volgens de rechtbank een uitzonderingspositie. In columns mag sprake zijn van een zekere mate van overdrijving, scherpte en ridiculisering, zo redeneert de rechtbank.
Jodenhaat vormt volgens de rechtbank geen rode draad in het werk van Scheepmaker en ook zou de auteur nooit eerder negatief over Joden hebben geschreven. Bovendien mag van de lezers van de column, volgens de rechter „onafhankelijk denkende jonge mensen”, een kritische instelling worden verwacht.