Blinde keizer zonder kleren
In 1978 verscheen een boek dat veel stof deed opwaaien. Het tooide zich met de simpele titel ”Orientalism”. De auteur was een Amerikaans literatuurwetenschapper en heette Edward Said. In zijn boek hekelt hij de beeldvorming die westerse schrijvers en politici eeuwenlang hebben gekoesterd over ”het Oosten”.
De boodschap van Said liegt er niet om: van de klassieke oudheid tot de twintigste eeuw hebben Europese schrijvers zich bediend van stereotypen over ”de oosterling”. Deze heet leugenachtig te zijn, kruiperig, sloom, achterbaks, gespeend van initiatief en wat al niet meer. Het plaatje kom je volgens Said tegen bij Aeschylus, maar ook bij Marx en Flaubert.Said, overleden in 2003, was een gesoigneerde intellectueel en politiek activist die zich zijn leven lang inzette voor de Palestijnse zaak. Zijn moeder was van Palestijnse en zijn vader van Arabische afkomst. Hij bracht zijn jeugd in Jeruzalem en Caïro door. In Amerika volgde zijn carrière als literatuurwetenschapper aan Harvard en Princeton. Zijn ”Orientalism” is een cultuurgeschiedenis van eeuwenlange westerse beeldvorming over het Morgenland. Tegelijk is het een felle aanklacht tegen westerse politici die hun kolonialisme met denigrerende beelden hebben gerechtvaardigd.
Een vergelijkbaar geluid, zij het in een andere context, vinden we bij de Singaporees Kishore Mahbubani (1948). Hij is een vooraanstaand Aziatisch intellectueel die filosofie studeerde in Indonesië en Canada. Hij was ambassadeur bij de Verenigde Naties en schreef onder meer een essaybundel met de uitdagende titel: ”Can Asians Think?” Zijn jongste pennenvrucht, ”The New Asian Hemisphere” (2008), gaat over de onstuitbare machtsverschuiving van het Westen naar het Oosten. Een verschuiving die volgens Mahbubani het Westen ten enenmale ontgaat. In een interview met NRC Handelsblad zei hij: „Jullie in het Westen hebben geen idee hoe de rest van de wereld tegen jullie aankijkt. Ze zien een keizer zonder kleren. De wereld is totaal veranderd, maar jullie begrijpen totaal niet wat dat betekent.”
Goed, hij geeft toe dat de westerse zakenwereld wel degelijk doordrongen is van de opkomst van Azië. „Ik ken geen enkel groot bedrijf zonder Chinastrategie. Maar die verschuiving van economische macht brengt ook een verschuiving van politieke en culturele macht mee. En dat wil men niet zien. Want het Westen wil zijn machtspositie behouden.”
De ideeën van Said en Mahbubani over de beeldvorming tussen Oost en West krijgen vlees en bloed in het dagelijks leven. Ik vond ze onlangs bevestigd in ontmoetingen met een ”asielzoeker” uit Irak. Alleen die term asielzoeker al roept bij ”ons” allerlei associaties op. Het is een sterk politiek gekleurd begrip dat bij veel ”autochtonen” direct allerlei vooroordelen activeert. En laten we wel wezen: wie ontkomt daar helemaal aan?
De Irakees over wie ik het heb is 24 jaar. Hij verblijft sinds een paar maanden in Nederland en hoopt hier op een verblijfsvergunning. Bij een eerste ontmoeting een paar maanden geleden was het binnen tien minuten duidelijk: deze jongeman kent de Europese klassiekers zoals je dat weinig tegenkomt. Hij praat met evenveel gemak over Bach en Schubert als over Dostojevski en Shakespeare. Hij ontvouwt voor je de theorie van de Britse historicus Toynbee, en lepelt een aantal personages op van Anatole France. Hij beweegt zich met gemak in de gedachtewereld van Nietzsche, Bergson, Freud, Camus. Op zijn vraag wat ik eigenlijk van de Arabische literatuur ken, moet een verontschuldigend zwijgen volgen.
Kortom, een beschamende ontmoeting: achter het uiterlijk van een ”gemiddelde asielzoeker” ging dit keer een onvermoede wereld schuil. En juist dat ”onvermoede” geeft aan hoe verstrikt wij vaak zitten in de beeldvorming waar Said over schreef.
Reageren aan scribent?
beeldenstorm@refdag.nl.