Spinnen
Bang voor spinnen? Veel mensen zijn er op zijn minst een beetje bang voor. Ik moet toegeven dat een grote zwarte spin met harige poten, die plotseling met een hoge snelheid in een onvoorspelbare richting kan wegrennen, indruk maakt.
In de meeste huizen komen spinnen voor. Bij ons althans wel. Af en toe moet ik optreden als spinnenvanger om de nachtrust van mijn kinderen te waarborgen.Maar waarom zou je over spinnen schrijven? Elke keer als ik een spin zie denk ik aan letters in een boek. Er zijn naar men zegt ongeveer 70.000 spinnensoorten, waarvan 550 in Nederland. Alleen het Nederlandse spinnenalfabet telt dus al 550 letters. Net als in het gewone alfabet hebben de spinnenletters gemeenschappelijke kenmerken die maken dat het spinnen zijn zoals letters letters zijn.
Het wonderlijke is dat daarnaast talrijke eigenschappen bestaan die per spinnensoort uniek zijn. Denk bijvoorbeeld aan de leefwijze van spinnen. Webspinnen maken fantastische kunstwerken, waarin zij rustig hun prooi afwachten. Zij hebben poten waarmee ze effectief in een web kunnen lopen, maar minder goed op een gladde ondergrond. De webben zijn kunstige constructies waar een staalconstructeur jaloers op is.
Springspinnen daarentegen hebben gespierde poten met haartjes die niet zo geschikt zijn voor een web, maar waarmee zij zich op muren en vloeren pijlsnel kunnen bewegen, om zo een prooi op te jagen en te bespringen. Het is om stil van te worden.
Op internet zijn talrijke pagina’s over spinnen en hun eigenschappen te vinden. De gedetailleerde macrofoto’s zijn de moeite waard om te bekijken. Elke letter van het spinnenalfabet heeft zijn eigen verhaal.
Enkele jaren geleden hoorde ik een presentatie over een onderzoek naar spinnen op de Waddeneilanden. Ik denk daar vaak aan terug. Het blijkt namelijk dat spinnen op Texel een web in de noord-zuidrichting maken en op Terschelling in de oost-westrichting. De onderzoekers verklaarden dit door te wijzen op de lengteas van de eilanden. Spinnen die hun web evenwijdig aan de lengteas van het eiland maken, kunnen misschien wel uit hun web worden geblazen als de wind evenwijdig aan het web waait, maar ze waaien dan niet direct in zee. Als het web dwars op de lengteas van het eiland ligt en de spin waait uit het web, is de kans om in zee terecht te komen veel groter.
Ik kan niet beoordelen of deze theorie voldoende is bewezen, maar het verhaal maakte een betrouwbare indruk. Uiteraard werd de evolutietheorie erbij gehaald, maar die heb je niet nodig, al kan een selectiemechanisme prima een rol spelen in deze theorie. Helaas werd de grootheid van de Schepper niet genoemd in de presentatie. Toch was dat voor mij de verborgen boodschap.
Tot nu toe heb ik het over één letter van het spinnenalfabet. Eigenlijk moeten de gedachten over de Schepper uitgebreid worden naar elk gebied van de wetenschap. Als één letter uit het grote spinnenalfabet al zo veel verwondering oproept, hoeveel te meer geldt dat voor alle letters in het grote alfabet van de schepping. Zo zijn er nog honderdduizenden andere insecten en dan de rest van de dieren- en plantenwereld nog.
Nog een stap verder. Hoeveel woorden kunnen de miljoenen letters die de totale schepping omvat vormen? Onvoorstelbaar.
Wij kunnen ons in onze taal prima redden met 26 letters. De wetenschap gaat steeds verder met het ontrafelen van de scheppingsorde op cellulair en moleculair niveau. De cel blijkt een bijzonder complexe machine te zijn, waarbij de ingewikkeldste computergestuurde productieprocessen verbleken. De weinige hersencellen van een spin evenaren kennelijk de ingewikkeldste computer. Toch had de Grote Architect maar een code van vier verschillende bouwstenen nodig om dit grote geheel tot stand te brengen en in stand te houden. Het zijn de bouwstenen van het DNA, het erfelijke materiaal, dat in alle cellen voorkomt en waarop alle eigenschappen van elk schepsel liggen opgeslagen.
Wie dat op zich laat inwerken ziet dat wetenschap en geloof rechtstreeks in elkaar overvloeien. Guido de Brès had dat goed gezien (zie artikel 2 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis).
De auteur is arts in het Universitair Medisch Centrum Groningen. Reageren aan scribent? gedachtegoed@refdag.nl.