Zoon van Zeeland houdt moedig stand
De krant is niet meer in handen van Zeeuwse ondernemers met liefde voor de regio, maar van Britse investeerders met oog voor rendement. Desondanks viert de Provinciaalse Zeeuwse Courant morgen in aanwezigheid van koningin Beatrix haar 250-jarig bestaan. „We blijven een zoon van Zeeland.”
Een grote kaart van de Zeeuwse eilanden aan de muur in de kamer van hoofdredacteur Peter Jansen brengt treffend in beeld waar de PZC het allemaal voor doet. Als hij naar buiten kijkt, heeft de hoofdredacteur zicht op het treinstation van Goes. „De PZC is geworteld in deze samenleving”, constateert Jansen tevreden. „Zelfs niet-Zeeuwen op de redactie voelen zich zonder uitzondering een Zeeuw.”Ook bij de hoofdredacteur vloeit er geen Zeeuws bloed door de aderen. De geboren Twentenaar streek twee jaar geleden neer in het zuidwesten van Nederland. Daarvoor werkte Jansen onder andere in Apeldoorn, Tiel en Assen bij een regionale krant. Of hij in Zeeland kan aarden? „Ik zat na de verhuizing nog geen uur moederziel alleen in mijn huis in Middelburg of de buurvrouw kwam al met een Zeeuwse bolus aanzetten om kennis te maken. Die hartelijkheid is kenmerkend. Over al die griezelverhalen dat ze hier buitenstaanders moeilijk accepteren, kan ik niet meepraten.”
Missie
Er is weinig fantasie voor nodig om de missie van de PZC te raden. „Er is geen enkele andere krant die zo dicht op de huid van de Zeeuwen kan kruipen als dat wij doen”, stelt Jansen. „We kijken vanuit Zeeland naar Zeeland en de rest van de wereld. Haast geen enkele andere regionale krant heeft bijvoorbeeld nog een eigen verslaggever in Den Haag. Wij wel.”
De PZC verschilt in meer opzichten van andere regionale kranten, weet Jansen uit ervaring. „In het noorden willen veel jongeren nauwelijks met een regionale krant worden gezien. De Zeeuwse jeugd schaamt zich daar juist niet voor. Zowel een vmbo-scholier als een vwo-leerling geneert zich niet voor het lezen van de PZC.”
Kende zijn eigen geboortestreek met het protestants-christelijke dagblad Tubantia en de rooms-katholieke Twentsche Courant twee regionale kranten, de PZC weet juist al sinds jaar en dag alle gemeenschappen in Zeeland te vriend te houden. „We zijn geen spreekbuis voor welke groepering dan ook. Alleen krijgen we wel eens het verwijt dat we teveel over Walcheren schrijven en te weinig over de andere eilanden.”
Grof taalgebruik
Jansen weet dat onder de 57.021 PZC-abonnees -waarvan bijna de helft de krant aan buren of familie doorgeeft- ook lezers uit de gereformeerde gezindte zitten. Die zijn vaak niet gecharmeerd van het grove taalgebruik in sommige interviews en van columnisten of cartoonisten die het christendom op de korrel nemen. De hoofdredacteur verdedigt het redactiebeleid met verve. „We moeten de wereld tonen zoals hij is, al moeten we daarbij zeker rekening houden met gevoelens van anderen.”
Het geloof is een geliefkoosd onderwerp van tekenaars van spotprenten, erkent Jansen. „Maar ik wil hen geen strobreed in de weg leggen. Het nieuws moeten we correct weergeven, maar in de krant moet er een plek zijn voor mensen om hun eigen mening te ventileren. Alleen als ze consequent en bewust bepaalde groepen uit de samenleving kwetsen, is er voor hen geen plaats bij ons.”
Hoewel er in Zeeland veel waardering is voor de krant, moet de PZC soms op eieren lopen. „Als het gaat over ontpoldering laten we niet alleen boeren aan het woord, maar ook mensen die opkomen voor de belangen van natuur en milieu. Zodra we dat laatste echter doen, krijgen we direct het verwijt dat we de vijand ruimte bieden.”
Toch neemt de PZC ook zelf stelling in netelige kwesties. „Tijdens de recente bestuurscrisis in Vlissingen drongen wij aan op het opstappen van het college. Het biddagakkoord twee jaar geleden tussen CDA, SGP/CU en de VVD in Goes hebben wij ook bekritiseerd. Daarentegen hebben wij ervoor gepleit dat het gemeentehuis in Tholen dicht blijft op bid- en dankdagen uit respect voor de opvattingen van een deel van de bevolking.”
Over de toekomst van de PZC heeft Jansen gemengde gevoelens. Hij vreest dat de Britse eigenaar van de krant vooral kijkt naar het onder druk staande rendement en niet onder de indruk is van het feit dat de krant al 250 jaar bij de Zeeuwse samenleving hoort. „Tegelijkertijd zullen Zeeuwen altijd behoefte hebben aan nieuws uit de eigen omgeving. Dankzij internet is ons bereik nog nooit zo groot geweest. We hebben in Zeeland meer wind dan in de rest van het land, maar we houden moedig stand.”