„Chinezen willen alles zelf maken”
Met de Olympische Spelen in aantocht staan de ogen van de wereld op China gericht. Niet dat China zonder de Spelen geen belangstelling zou krijgen; de supermacht in wording is met een groei van 12 procent per jaar de economische sensatie van het moment. Het Nederlandse bedrijfsleven pikt graag een graantje mee.
„De Olympische Spelen zetten China op de kaart voor Nederlandse ondernemers. Bovendien hebben de Spelen zelf aardig wat opdrachten opgeleverd”, zegt een woordvoerder van het ministerie van Economische Zaken.Zo zorgt Philips voor stadionverlichting, zet Heineken zoals gewoonlijk het Holland Heineken House neer en regelt DSM de koelingsproducten voor de sporters. AkzoNobel voorziet in de verf voor de Watercube, het olympisch zwembad.
„De Spelen leveren sommige ondernemingen leuke eenmalige orders op, maar op de lange termijn doet het weinig voor de positie van buitenlandse bedrijven in China”, stelt Haico Ebbers, hoogleraar internationale economie aan de Nyenrode Business Universiteit en directeur van het China Instituut.
Succes op de Chinese markt vereist geduld, het opzetten van een netwerk kost tijd. Maar het voornaamste probleem is volgens Ebbers de concurrentie van de Chinezen zelf. Volgens de hoogleraar prijzen Nederlandse producten zich uit de markt. „Of het nu gaat om televisies of om bier, de Chinezen maken het zelf tegen een lagere prijs. Daar valt moeilijk tegen op te boksen.”
Volgens cijfers van het Centraal Planbureau (CPB) leverde de export naar China in 2007 ongeveer 3,7 miljard euro op. „In 2005 hebben we berekend dat de afzet in China goed is voor 23.000 banen in Nederland”, aldus hoofdonderzoeker Wim Suyker van het CPB.
Nederland exporteert voornamelijk metaal, chemische producten en machines naar China. „Grondstoffen en productiemiddelen om de industrie daar draaiende te houden”, aldus Suyker. Concerns zoals DSM en AkzoNobel doen er dan ook goede zaken.
De uitvoer van Nederlandse producten valt in het niet vergeleken met de hoeveelheid goederen die vanuit de Chinese havens naar Nederland verscheept wordt. In 2007 importeerde Nederland voor maar liefst 28 miljard euro aan Chinese koopwaar, hoofdzakelijk in de vorm van elektrische apparaten als computers en televisies, en kleding.
Zodoende gaapt er een tekort van ruim 24 miljard euro op de handelsbalans tussen Nederland en China. „De Nederlandse uitvoer naar China is de afgelopen vijf jaar ongeveer verdrievoudigd, maar het handelstekort is verder toegenomen”, rekent Ebbers voor. Hij verwacht dat dit de komende jaren niet zal veranderen.