Buitenland

Hulpverleners sceptisch over Birmese toezegging

Birma leek vrijdag gezwicht te zijn voor de internationale druk meer buitenlandse hulp voor de slachtoffers van de orkaan Nargis te accepteren. Hulporganisaties reageerden vooralsnog sceptisch op de beloftes van de junta.

ANP/RTR
23 May 2008 21:55Gewijzigd op 14 November 2020 05:53

Juntaleider Than Shwe zei vrijdag dat alle hulpverleners toestemming krijgen in Birma hulp te bieden, ongeacht hun nationaliteit. „Eerst zien en dan geloven”, was de houding bij Artsen zonder Grenzen (AzG) en de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO).Volgens de woordvoerster van AzG hebben de autoriteiten in het Aziatische land donderdag nog vier aanvragen voor een visum afgewezen. De organisatie wil vooral coördinatoren sturen naar de delta, die het zwaarst door de cycloon Nargis is getroffen. Zij moeten het werk van de 27.000 hulpverleners van AzG die al in het gebied werkzaam zijn, doelmatiger maken. Ook de SHO stelt dat er vooral behoefte aan coördinatoren voor de hulpverlening is.

Than Shwe deed zijn toezegging aan VN-secretaris-generaal Ban Ki Moon. De twee spraken elkaar gisteren in de afgelegen hoofdstad Naypyidaw, die sinds de tweede helft van 2005 de zetel van het juntabewind van Birma is. Voor het begin van het overleg achter gesloten deuren lieten Than Shwe en Ban zich fotograferen.

De Birmese generaal, die zelden in het openbaar verschijnt, was uitgerust met een groot aantal militaire decoraties. De juntaleider had eerder dagenlang geweigerd Ban aan de telefoon te woord te staan.

Nargis, die op 2 en 3 mei woedde in de Irrawaddydelta, heeft bijna 80.000 levens geëist. Daarnaast worden ongeveer 56.000 mensen nog vermist. Hele dorpen zijn van de kaart geveegd. Volgens de Verenigde Naties heeft tot dusver slechts een kwart van de 2,5 miljoen mensen die door Nargis zijn getroffen, hulp ontvangen.

Minister Koenders voor Ontwikkelingssamenwerking gaat naar Birma samen met zijn „gelijkgezinde” collega’s uit het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Denemarken en Duitsland. De minister noemde de belofte van het regime om hulpverleners toe te laten een „voorzichtige doorbraak”, maar wil zelf kijken of zij de slachtoffers van de cycloon Nargis wel bereiken.

„Het gaat om politieke druk”, zei de minister over zijn reis. Het is volgens hem belangrijk om alles uit te kast te trekken en de druk op het regime te vergroten opdat de tienduizenden mensen die in levensgevaar zijn, ook daadwerkelijk hulp krijgen.

Nederland is eventueel bereid nog 4 of 5 miljoen euro extra bij te dragen. Maar volgens de minister is geld niet het belangrijkste probleem. „Het gaat om toegang.” Pas als die is gewaarborgd, zal hij overwegen extra geld te geven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer