Nader Bekeken / Kerkblad voor het Noorden / Daniël
„Het kan u niet ontgaan zijn”, schrijft dr. H. J. C. C. J. Wilschut in het behoudend vrijgemaakte blad Nader Bekeken: „het bevrijdingspastoraat staat ineens in de belangstelling.” Naar zijn mening past echter een ronduit nee tegen dit type pastoraat, dat mensen in Jezus’ Naam wil bevrijden van „demonische machten.”
„We gaan van hype tot hype steeds voort. Eerst „meer van de Geest!”, met bijbehorende aandacht voor de bijzondere gaven van de Heilige Geest. En dan nu het bevrijdingspastoraat. Het blad CV.Koers wijdde er in maart een themanummer aan. Onze TU belegde er op 4 april jl. een studiedag over. Ook in het Nederlands Dagblad kwam het bevrijdingspastoraat in de schijnwerpers te staan. Wie een beetje kerkelijk meeleeft, kan er niet omheen.Met nadenken over het bevrijdingspastoraat is op zichzelf genomen niets mis. Wat zich op de markt van geloven en denken aandient, mag en moet aan de Schrift getoetst worden. Wat dat betreft is de studiedag aan de TU niet onder de noemer ”hype” te brengen. Al zal de hype rond het bevrijdingspastoraat er stellig de aanleiding toe zijn geweest. De verslagen in het RD van 4 april 2008 en het ND van 4 en 5 april 2008 laten zien dat er heel zinnige dingen zijn gezegd. Tegelijk maakt het hypeachtige karakter een werkelijk gesprek bij voorbaat moeilijk. Kritische opmerkingen over het bevrijdingspastoraat worden afgezwakt en zo mogelijk geneutraliseerd.
Heel deze gang van zaken maakt duidelijk dat we er als Gereformeerde Kerken in Nederland niet aan zullen ontkomen om een keus te maken. Is er binnen die kerken plaats voor het kerkelijk ingebed pentecostaal experiment? Helemaal wanneer dit gepresenteerd wordt als een kwestie van „God meer gehoorzamen dan mensen”? Dan zet je de zaken op scherp.
Het wordt ook de hoogste tijd om als kerken een keus te maken.”
„We ontmoeten in het bevrijdingspastoraat een toegespitste vorm van evangelicaal en charismatisch denken. Daarvoor is de afgelopen jaren al heel wat propaganda gemaakt. Er is op gewezen dat dit de fundamenten van ons kerkelijk (samen)leven raakt. Maar daarna blijft het dodelijk stil en gaat ieder vrolijk verder op z’n eigen weg. Met als gevolg voortschrijdende evangelicalisering, waardoor een aanzienlijk deel van de gemeenteleden en ambtsdragers steeds meer in gewetensnood komt en vervreemdt van eigen kerkelijke gemeenschap.
Maar nu brutaalweg en dwingend binnen kerkelijk kader voor dit evangelicaal en charismatisch denken ruimte wordt geclaimd, zullen de kerken zich wel moeten uitspreken. Hier past een ronduit ”nee” vanuit de Schriften. De geest van het spiritualisme is wezensvreemd aan het bijbels-gereformeerd belijden.
Zo kan het niet verder. Ik krijg het in eigen omgeving niet meer uitgelegd dat deze gang van zaken rond het bevrijdingspastoraat legitiem is binnen kerken die werkelijk gereformeerd willen zijn. Er zijn grenzen. Er is mijns inziens ook een grens overschreden.”
Kerkblad voor het Noorden
De tweede kerkdienst op zondag staat „schrikbarend” onder druk, constateert ds. L. G. Compagnie in het nieuwe informatieboekje van de Nederlands Gereformeerde Kerken. In het christelijke gereformeerde Kerkblad voor het Noorden haakt ds. G. van de Groep uit Heerde op zijn vaststelling in.
„De vraag is wat de oorzaak kan zijn van deze ontwikkeling. In de discussie hierover wordt vaak verwezen naar het karakter van de tweede dienst. Die dienst is -of moet ik zeggen: was?- een leerdienst, waarin met name de Heidelbergse Catechismus de inhoud van de prediking vormt. Niet als liefhebberij van de predikant, maar op grond van een afspraak die we als kerken hebben gemaakt. In artikel 68 van onze kerkorde staat dat de dienaren van het Woord eenmaal ’s zondags in de bediening van het Woord de Heidelbergse Catechismus verklaren. Tijdens de kerkvisitatie wordt gevraagd of dit ook gebeurt.
Wel, die leerdienst wordt door velen als achterhaald beschouwd. Men acht die, las ik, als iets dat alleen op ons verstand is gericht. Daar komen dan ook nog allerlei argumenten bij als: de vragen uit de tijd dat de Catechismus werd opgesteld, zijn niet meer onze vragen. De taal van dit leerboek sluit niet meer aan bij het huidige taalgebruik. We hebben de uitleg al zo vaak gehoord en weten daarom al wat er komt. Enzovoort. In elk geval bepleit men op grond van dergelijke argumenten het invoeren van alternatieve diensten, waarin de emoties en gevoelens van de kerkgangers een plaats krijgen. Dat zou de betrokkenheid bij de middagdiensten doen toenemen. Ik betwijfel dat. Ik zie in gemeentes in mijn eigen omgeving, waar men al jaren tijdens de tweede dienst experimenteert met allerlei invullingen, dat de mensen nog steeds wegblijven.
Het probleem zit hem mijns inziens dan ook niet in de leerdienst. Die hebben we juist, gelet op de magere geloofskennis met verstand en hart, meer dan ooit nodig. De moeite met de tweede dienst raakt veel meer de beleving van de hele zondag. De emocultuur speelt een geweldige rol. We willen niet meer leren, maar voelen. Niet de verkondiging van het Woord is bepalend, maar mijn opvattingen en ervaringen moeten aan bod komen. Het probleem is een geestelijk probleem.
„Om ons heen valt nogal eens te beluisteren: de tweede dienst redt het niet”, schreef prof. Den Hertog eens in een artikel. „Misschien is het wel omgekeerd: de tweede dienst moet ons redden.”
Inderdaad.”
Daniël
Elke moskee laat ons pijnlijk zien dat Nederland geen christelijk land meer is, schrijft ds. W. Visscher uit Amersfoort in Daniël, het jongerenblad van de Gereformeerde Gemeenten. „Maar verder moeten we dergelijke gebouwen maar node laten staan.”
„Er zijn natuurlijk veel gevaren in en voor onze samenleving. Uiteraard is de islam een godsdienst met gewelddadige trekken. Het is echt onzin -die helaas ook weer door veel wijze mensen wordt verkocht- dat de islam vredelievend zou zijn. Waar men dergelijke wijsheden vandaan haalt, is onduidelijk. In de Koran en uit de geschiedenis van de islam blijkt iets anders. Met geweld is deze godsdienst verspreid. Dat zijn de historische feiten.
Wie het graag anders wil zien, doet aan wensdenken. Helaas zit de werkelijkheid anders in elkaar. Dat gedoe rond het filmpje moeten we maar snel achter ons laten. Gelukkig is de aandacht daarvoor flink afgenomen. Al die discussies eromheen zijn eigenlijk ook niet zo belangrijk. Natuurlijk is er gevaar te duchten. Elke moskee laat ons pijnlijk zien dat Nederland geen christelijk land meer is. Maar verder moeten we dergelijke gebouwen maar node laten staan. Als we ze zouden willen afbreken, komt daar nog meer ellende van. Mensen worden echt niet rustiger als je ze de mogelijkheid van hun godsdienst ontneemt. Denk je maar eens in wat er zou gebeuren als we -theoretisch gesproken- alle moskeeën zouden gaan verbieden. Dan krijgen de AIVD en de politie het pas echt druk…
Laten we bidden of de Heere moslims wil bekeren. Laat de kerk haar taak jegens deze medeburgers verstaan. Maar er is nog iets anders. Op catechisatie heb ik nog nooit een jongen of een meisje ontmoet die ook zo graag naar de moskee wilde om er te bidden. Dat trekt de meeste jongeren helemaal niet. Ook kerkelijke jongeren niet. Wat wel trekt, zijn de dingen die te maken hebben met westerse waarden. De bioscoop, populaire muziek, erotiek. Dat trekt enorm. Dat is, in de omgang met jongeren, het meest ernstige probleem van vandaag de dag.”