Maar...
Zijn er onder mijn jeugdige vrienden die God niet kennen en hun eeuwige belangen verwaarlozen? Onderzoek u eens en vraag het uw geweten indien het niet slaapt of verdoofd is, dan zal het spreken. Overweeg hoe het tussen God en uw ziel is. Waar gaat uw verlangen heen en wat is uw hoop voor het toekomende leven? Wat zal het zijn wanneer u deze wereld zult verlaten?
Misschien zullen sommigen van u zeggen: Er is nog tijd genoeg om mij over deze dingen druk te maken. De godsdienst is iets voor ouderen. Wij zijn jong, fris en sterk en hebben nog een lange tijd voor de boeg.U bent jong en sterk, dat is waar! Maar bedenk dat u straks sterven moet. De dood is een onherroepelijke zaak.
Doch wat spreek ik van jeugd of gezondheid? Konden mijn woorden uw hart maar verbreken, zorgeloze wereldling. Eer dit uur verlopen is, kunt u reeds in de eeuwigheid zijn. Ontzaggelijke gedachte, in staat om u uw bloed in de aderen te doen stollen. Durft u nog te zeggen: Er is tijd genoeg om aan de belangen van mijn ziel te denken? Durft u nog staande te houden dat het niet nodig is dat u zich over de godsdienst bekommert? O, arm, dwaas schepsel. Ik heb medelijden met u.
Abraham Booth, predikant te Londen (”Christens zeegepraal”, 1765)