Abou Jahjah komt!
„Joden zijn honden!” scanderen ze tijdens een betoging. Een Antwerpse diamantair wordt het ziekenhuis in getrapt. Een Amerikaanse Jood wordt neergeschoten. Woede en frustratie heersen onder de moslimdemonstranten. Op deze kolkende emoties speelt ex-Hezbollah-strijder Abou Jahjah vakkundig in. Na zijn angstaanjagende opmars in België wil hij nu zijn invloedssfeer naar ons land uitbreiden.
Op 3 april dit jaar protesteren Antwerpse moslims massaal tegen Israël. Als de demonstranten oprukken naar de Joodse diamantwijk begint een veldslag met de politie. Voorbijgangers worden gemolesteerd, auto’s en winkelruiten sneuvelen. ’s Avonds worden molotovcocktails naar een synagoge gesmeten.
Verantwoordelijk voor de manifestatie is de 31-jarige Libanees Dyab Abou Jahjah, voorzitter van de vooral in Antwerpen actieve Arabisch-Europese Liga (AEL). Wie denkt dat Jahjah naderhand zijn spijt betuigde, heeft het mis. De Liga verklaarde in alle ernst dat de rellen het gevolg waren van „een extreme provocatie” door de politie en nu als voorwendsel werden gebruikt om „een lastercampagne tegen de (Arabische, JdW) gemeenschap en tegen de AEL te voeren.”
Achter deze campagne vermoedt Jahjah „zionistische politici en extreem rechtse demagogen.” Hij sluit zijn persverklaring af met een serie bedreigingen. Aan het adres van extreem rechts: „Laat u niet verblinden door goede verkiezingsresultaten. De Arabieren in Europa zullen hun nek niet vreedzaam onder jullie messen leggen, we zijn bij machte om de grond onder jullie voeten te doen daveren.”
En aan het adres van de Belgische politiek:,Weet dat je te maken hebt met een georganiseerde en assertieve Arabische gemeenschap die haar rechten kent en op dat vlak geen compromissen duldt.”
Razend populair
Jahjah heeft zich in korte tijd razend populair gemaakt in Belgische moslimkringen. Vooral jongeren dwepen met hem. Ook met links georiënteerde autochtonen kan hij het goed vinden. Met uiteenlopende groeperingen, van stalinisten tot gematigde hulporganisaties, werkt hij samen in platforms tegen Israël en Amerika.
Maar dat is Jahjah nog niet genoeg. Enkele weken geleden kondigde de welbespraakte allochtoon aan dat hij binnen drie maanden een afdeling in Nederland uit de grond zal stampen.
Welke contacten hij hier heeft, wil hij niet zeggen. Maar hij weet dat hij hier warm zal worden verwelkomd. Ook in ons land manifesteren zich de laatste tijd moslimorganisaties die de confrontatie niet schuwen. Zo is in Tilburg de Moslim Wereld Liga actief, de Nederlandse tak van een Saudische fundamentalistische beweging die ook bekend staat onder de naam Rabita.
Enig bestuurslid van de Nederlandse vestiging is Bin Laden-sympathisant Mohammed Cheppih, die tijdens de burgeroorlog in het voormalig Joegoslavië werkte. Hij stond toen als hulpverlener onder supervisie van Wael Jalaidan, volgens de Verenigde Staten een officier van Al Qaida. Jalaidan heeft een topfunctie binnen de internationale liefdadigheidsorganisatie Rabita Trust, waarschijnlijk een dekmantel voor Al Qaida.
De Arabisch-Europese Liga van Abou Jahjah heette tot oktober vorig jaar ook al Rabita. Toch ontkent Jahjah met klem dat hij het Belgische filiaal van een internationaal netwerk is. „We zijn een Arabische nationale organisatie.”
Feit blijft dat Jahjah in oktober 2001, een maand na de aanslagen in de Verenigde Staten, de naam van zijn organisatie officieel veranderde in Arabisch-Europese Liga. En een „nationale organisatie” is zijn club in ieder geval niet. Zo had een delegatie van zijn organisatie vorig jaar een ontmoeting met de secretaris-generaal van de Arabische Liga.
Deze koepelorganisatie van de Arabische landen is de aartsvijand van Israël. In 1964 richtte zij de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie op. Een van de doelstellingen van deze terreurbeweging was en is: „Volledige bevrijding van Palestina en de uitroeiing van het zionistische economische, politieke, militaire en culturele bestaan.” Nog vorige maand organiseerde de Arabische Liga een congres van holocaustontkenners.
Guerrilla
Jahjah had geen overleg met buitenlandse figuren nodig om een moslimfundamentalist te worden. Al in de jaren ’80 was hij lid van het Libanese guerrillaleger Hezbollah. Dat blijkt uit documenten die deze krant in haar bezit heeft.
Jahjah vroeg begin 1991 in België politiek asiel aan. Hij verklaarde dat hij lid van Hezbollah was geweest en had deelgenomen aan de gewapende strijd tegen de bezetting van Zuid-Libanon door Israëlische strijdkrachten. De terreurbeweging, die ook aanslagen uitvoerde op Amerikaanse doelen en westerlingen gijzelde, maakt deel uit van een internationaal netwerk van moslimextremisten.
Omdat hij weigerde een nieuwe functie op zich te nemen, zou hij door een islamitische rechtbank ter dood zijn veroordeeld. Met de hulp van een vriend kon hij volgens zijn verklaring ontsnappen en per boot naar Europa vluchten. Via Nederland kwam hij in België aan.
Zijn asielaanvraag werd in eerste instantie niet-ontvankelijk verklaard. Jahjah ging in beroep, maar dat baatte hem niet. Hij kreeg in januari 1995 te horen dat men hem niet wenste te erkennen als politiek vluchteling. Zijn verklaring bevatte te veel tegenstrijdigheden.
Vlak voordat de asielzoeker zou worden uitgezet, trouwde hij in april 1995 met een Belgische. Na drie jaar scheidden ze. Zijn ex-vrouw zou later spreken van een schijnhuwelijk, waarin ze werd verwaarloosd. In 1996 diende hij een aanvraag tot naturalisatie in en werd hij Belg.
Arabisch
Ondanks dat hij Belg is, wijst Jahjah de tradities van zijn nieuwe land resoluut af. „Er moet geen integratie zijn”, is zijn lijfspreuk. Hij heeft zelfs al voorgesteld van het Arabisch een officiële landstaal in België te maken en wil een politieke partij speciaal voor allochtonen oprichten.
Geweld van moslimzijde gebruikt hij als chantagemiddel. „In de straten van Europa bouwt de spanning zich momenteel op bij de 16 miljoen Arabieren en moslims op dit continent, en wanneer geen serieuze pogingen worden ondernomen om tot een rechtvaardige oplossing voor het Midden-Oostenconflict te komen, zullen we de repercussies zien in de straten van plaatsen als Parijs, Londen, Brussel of Amsterdam”, zegt Jahjah.
De Joodse gemeenschap in Antwerpen beschouwt dit soort teksten als een regelrechte bedreiging. Zij voelt zich steeds minder veilig. Sinds het begin van de tweede Palestijnse intifada worden bidsjaaltjes bij Joden afgetrokken en hun kinderen uitgescholden. Een diamantair werd het ziekenhuis in geschopt.
Het stadsbestuur van Antwerpen beschouwt Jahjah als een groot gevaar, maar de landelijke overheid houdt zich tot nu toe op de vlakte. Controversiële uitspraken over de multiculturele samenleving zijn bij onze zuiderburen taboe. Die zouden het extreem rechtse Vlaams Blok van Filip Dewinter maar in de kaart spelen.
Deze nationalistische partij volgt als enige Jahjahs activiteiten op de voet. Dewinter waarschuwt: „Met zijn maatpakken en vloeiend Nederlands lijkt hij wel de ideale schoonzoon. De modelmigrant zeg maar, perfect geïntegreerd. Maar het is geen geheim dat Jahjah spuwt op die integratie.”
Fortuyn
In Nederland wordt de komst van deze man, die op 11 september 2001 blij was met de „klap” in Amerika’s gezicht, met grote bezorgdheid afgewacht. Zo verwijst de woordvoerster van minister Nawijn van Vreemdelingenbeleid en Integratie meteen door naar de veiligheidsdienst AIVD. „Het gaat hier namelijk veel meer om veiligheid en toezicht op bepaalde groeperingen in ons land dan om een eventuele integratie.”
Ook Ronny Naftaniel, directeur van het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI) is verontrust. „Nederland moet niet het laagste punt in Europa worden, waar organisaties als de AEL, de Koerdische Arbeiderspartij en Al-Aqsa vrij spel hebben,” aldus Naftaniel. „De AEL ontneemt Israël het recht op een eigen staat en scheert fascisten en zionisten over één kam. Je moet jezelf afvragen of je niet te tolerant wordt als je zo’n gevaarlijke organisatie tot je land toelaat.”
Anderhalf miljoen Nederlandse kiezers weet Jahjah reeds tegen zich. Slechts één dag na de moord op Pim Fortuyn noemde Jahjah de politicus een hedendaagse nazi die de Joden had vervangen door de moslims. Politici als Fortuyn zouden volgens Jahjah geen toestemming moeten krijgen deel te nemen aan verkiezingen.
Jahjahs volgende demonstratie is volgende maand in Brussel, onder het motto ”Stop United States of Agression” (stop de agressie van de VS). José Maria Sison, Filipijns terroristenleider woonachtig te Utrecht, heeft zich bij deze actie aangesloten. Maar laten we Abou Jahjah niet in verband brengen met terrorisme…