SGP’ers Vallei blijven verdeeld over fusie
Moeten Renswoude, Scherpenzeel en Woudenberg fuseren of is er een andere samenwerking nodig? De SGP-fractievoorzitters van de drie plaatsen gingen dinsdagavond in Scherpenzeel met elkaar in debat. Ze werden het niet eens.
Het debat, waar enkele tientallen SGP’ers op af waren gekomen, stond onder leiding van het Utrechtse SGP-Statenlid R. Bisschop. Als Statenlid is Bisschop direct betrokken bij het proces rond een mogelijke gemeentelijke herindeling in het Valleigebied.Als eerste kreeg de Scherpenzeler B. J. van Vreeswijk het woord. Hij gaf aan dat veertig jaar geleden al de eerste gedachten over een fusie opkwamen. Er werd sindsdien diverse keren over het onderwerp gesproken. Andere samenwerkingsvormen werden volgens hem geen groot succes. „Het probleem is dat in een samenwerking elke gemeente naar zijn eigen voordelen zoekt”, aldus Van Vreeswijk. Het gemeenschappelijke belang komt dan niet op de eerste plaats.
Het raadslid is voorstander van een fusie met Renswoude en Woudenberg, omdat het gelijkwaardige partijen zijn die momenteel nog voldoende bestuurskrachtig en „dus gezond” zijn. Hij wil geen al te grote gemeente, zodat elke kern zijn eigen identiteit kan behouden.
M. Teunissen uit Renswoude pleitte daarentegen voor het behoud van zelfstandigheid van zijn gemeente. Hij ziet er meer in om als kleine gemeente zelfstandig samen te werken met een grote plaats, waar Renswoude diensten kan inkopen die de gemeente zelf niet kan uitvoeren. Hij wees erop dat de inwoners van Renswoude vorig jaar in een referendum massaal hebben gekozen voor zelfstandigheid.
Als het op eigen benen staan dan toch niet mogelijk is, ziet Teunissen meer in een grote gemeente met 60.000 inwoners. Volgens hem is de voorgestelde fusiegemeente te klein. Binnen enkele jaren zou er een nieuwe fusie nodig zijn, betoogde hij.
J. van Bentum uit Woudenberg wees op de volgens hem unieke mogelijkheid om te komen tot een fusie tussen drie gemeenten waar de SGP goed is vertegenwoordigd. „Op kerkelijk terrein stemmen de gemeenten behoorlijk overeen”, aldus de fractievoorzitter.
Van Bentum zei dat er ook een praktische kant aan een fusie zit. Vanwege de steeds complexer wordende wetgeving hebben gemeenten behoefte aan deskundige mensen, bijvoorbeeld op het gebied van digitalisering. Specialisten gaan eerder bij een grote dan bij een kleine gemeente werken. Bovendien kan een kleine gemeente geen dure krachten betalen.
Onder de aanwezigen leefden behoorlijk wat vragen. Een inwoner van Scherpenzeel vond het opmerkelijk dat Renswoude niet met Scherpenzeel en Woudenberg samen wil, maar wel zou kunnen instemmen met een grote gemeente. Teunissen antwoordde daarop dat die optie niet de voorkeur heeft. Hij wil het liefst zelfstandigheid. Zijn tweede optie is een ambtelijke samenwerking met een grote gemeente. De keuze voor een gemeente met 60.000 inwoners of meer komt voor hem pas in beeld als de andere opties niet mogelijk zijn.
Een inwoner van Renswoude wilde weten of bij een fusie de kloof tussen burgers en politiek niet te groot wordt. Van Vreeswijk is daar niet bang voor. „Mensen komen maar twee keer in de vijf jaar op het gemeentehuis.” Hij erkende wel dat de afstand tot de gemeentebestuurders groter wordt.
Meerdere mensen wilden weten of de gemeenten voldoende naar de burgers hebben geluisterd rond de fusiegesprekken. Dat bracht Bisschop ertoe een inwoner van Scherpenzeel te vragen of hij voor een referendum is. Het antwoord was kort en krachtig: „Nee, ik ben een SGP’er.”