Opinie

Leefbaar platteland

Er is de laatste tijd veel aandacht voor het leefbaar maken van het platteland. Kleine kernen staan in de schijnwerpers. De overheid steekt veel geld in allerlei maatregelen om het platteland leefbaar te houden of te maken. Toch is het de vraag of het gestelde doel wordt bereikt.

19 May 2008 09:17Gewijzigd op 14 November 2020 05:51

Veertig jaar geleden was het platteland op de meeste plaatsen nog springlevend. De vraag dringt zich op wat er toen wel was en nu niet meer.In de eerste plaats was de schaal waarop alles plaatsvond veel kleiner. Een bedrijf met veertig melkkoeien had een redelijke omvang en leverde een behoorlijke boterham op. Nu is het niet of nauwelijks mogelijk daar een bestaan van op te bouwen. In de loop van de achterliggende jaren zagen veel agrariërs zich dan ook genoodzaakt hun bedrijf te beëindigen. Door de groei van de technische mogelijkheden is het aantal mensen dat in de landbouw werkzaam is, fors verminderd. Er is daarmee veel minder agrarische bedrijvigheid op het platteland dan in het verleden.

Een ander verschijnsel is dat langzamerhand de melkboer, de bakker, de kruidenier en als laatste de supermarkt uit het dorpsbeeld zijn verdwenen. Ook dat hangt samen met de schaalvergroting. Hierdoor is een belangrijke levensader van de leefbaarheid van het platteland doorgesneden. Het onderhouden van sociale contacten is voor iedereen immers van het grootste belang. Daarin vervulden de ondernemers een belangrijke functie. De melkboer en de bakker die dagelijks langs de deur kwamen, hadden een luisterend oor. Mensen konden bij de een of de ander hun verhaal kwijt. Mensen ontmoetten elkaar in de winkel van de kleine kruidenier of later in de wat kleinere supermarkt.

Het teloorgaan van deze voorzieningen is fnuikend geweest voor de leefbaarheid van het platteland. En het proces van schaalvergroting gaat nog steeds door. De ene supermarktoorlog is nog niet voorbij, of de andere is er al weer.

Nog meer ontwikkelingen deden zich voor. De burgemeester, de notaris, de dokter, de dominee, de meester en de veldwachter verdwenen uit de meeste kernen. Ook hier eiste schaalvergroting haar tol. Het proces van gemeentelijke herindeling heeft ongetwijfeld voordelen, maar de nadelen liggen vooral op het sociale vlak. De afstand tussen burger en overheid wordt groter. Het wordt onpersoonlijker. Bij ziekte krijgen we niet de dorpsdokter die naast dat hij verstand van ziekten had, ook bijna alles van iedereen wist, maar is er nu de huisartsenpost. Opnieuw minder contacten van mens tot mens.

Door de secularisatie zijn veel kerken gesloten. De predikant verkondigde niet alleen Gods Woord, maar verzorgde ook het pastoraat. Als pastor was hij een samenbindend element in het dorp. Daarnaast was er elke zondag het element van ontmoeting. Men kende elkaar doordat men naar de kerk ging.

Door het afnemend kindertal zijn veel dorpsscholen gesloten. De meester die vaak lange tijd op één plaats bleef, kende het grootste gedeelte van de gemeenschap omdat velen bij hem in de klas gezeten hadden. De veldwachter kon de criminaliteit binnen de grenzen houden, ook omdat hij de bevolking kende.

De toename van de mobiliteit heeft ook gezorgd voor een afnemende cohesie op het platteland. Woonden families vroeger bij elkaar, nu zijn kinderen bij hun huwelijk vaak uitgewaaierd over heel het land.

Dit alles is veelal gebeurd in het streven naar efficiency. De voordelen lagen vooral op economisch terrein. In het schaalvergrotingsproces is echter geen rekening gehouden met de menselijke factor. Nu worden de rekeningen gepresenteerd. Nog nooit is er zo’n beroep gedaan op de hulpverlening. De individualisering eist haar tol. De mens is niet geschapen om alleen door het leven te gaan.

De vraag rijst of de maatregelen die nu genomen worden om de vitaliteit van het platteland te bevorderen, voldoende zijn. Het stimuleren van ontmoetingspunten is goed, evenals het tegengaan van de vergrijzing door het bouwen van starterswoningen. De vraag blijft echter of dit voldoende is. Gezien de ontwikkelingen blijft het waarschijnlijk een druppel op de gloeiende plaat.

De auteur is voorzitter van de raad van bestuur van gehandicapteninstelling De Schutse. Reageren aan scribent? gedachtegoed@refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer