„Duizenden executies in Koreaanse Oorlog”
Leden van een twee jaar oude regeringscommissie die onderzoek doet naar massamoorden in het begin van de Koreaanse Oorlog vermoeden dat in de zomer van 1950 100.000 tot 200.000 „verdachten van linkse sympathieën” zijn terechtgesteld. Een historicus die deel uitmaakt van de Zuid-Koreaanse Waarheids- en Verzoeningscommissie, Kim Dong-choon, heeft dit zondag tegenover Associated Press gezegd.
Terwijl de Noord-Koreaanse invasietroepen in zuidelijke richting marcheerden, leegden het zuidelijke leger en de zuidelijke politie Zuid-Koreaanse gevangenissen, stelden gevangenen in rijen op en schoten hen door het hoofd. De lichamen werden in massagraven of verlaten mijnen gedumpt. Veel slachtoffers waren nooit in staat van beschuldiging gesteld en hadden nooit een rechter gezien.De executies werden uitgevoerd in een tijdsbestek van enkele weken. Ze vonden soms plaats in aanwezigheid van Amerikaanse militaire officieren. Het doel was te voorkomen dat de noordelijke troepen steun van groeperingen in de zuidelijke bevolking zouden krijgen die een veiligheidsrisico werden geacht. Onder de slachtoffers bevonden zich vrouwen en kinderen, zei Kim.
Inmiddels zijn honderden lichamen geborgen, maar zij zijn volgens de commissie het topje van de ijsberg. De schatting is dat ten minste 100.000 mensen zijn geëxecuteerd, mogelijk 200.000, zei Kim.
Daarnaast werden later in 1950 nog eens duizenden Zuid-Koreanen omgebracht van wie vermoed werd dat zij met de communistische bezetters hadden gecollaboreerd. Ook richtten de Noord-Koreanen hun eigen bloedbaden onder „verdachten van rechtse sympathieën” aan.
De massamoorden door het Zuid-Koreaanse leger en de Zuid-Koreaanse politie bleven ruim een halve eeuw onderbelicht. Verwanten van de slachtoffers vreesden voor repercussies als zij hun mond open zouden doen. Amerikaanse militaire verslagen van de massamoorden werden tot ’staatsgeheim’ bestempeld en verdwenen in laden in Washington. Communistische rapporten werden afgedaan als leugens.
Pas in het begin van de jaren negentig, en na de democratisering in Zuid-Korea, kwam de waarheid geleidelijk aan het licht. In 2002 werd een massagraf blootgelegd door een orkaan. Een ander graf kwam aan het licht bij graafwerkzaamheden in een mijn. Amerikaanse rapporten werden vrijgegeven, met foto’s van een massamoord in de stad Daejeon in het midden van Zuid-Korea.
De zeventien leden van de subcommissie burgerslachtoffers, die onder leiding staat van Kim, hebben petities ontvangen van ruim 7000 Zuid-Koreanen, die betrekking hebben op ongeveer 1200 incidenten. Daaronder zijn niet alleen massaexecuties van leger en politie, maar ook bombardementen van Amerikaanse vliegtuigen.
De commissie verrichtte vorig jaar graafwerkzaamheden in 4 van naar schatting 150 vermoedelijke massagraven. Er werden zo’n 400 lichamen opgegraven. Ook werden ten minste twee grote moordpartijen aangetoond, in een opslagplaats in het district Cheongwon en in Ulsan aan de zuidoostkust.
In januari bood toenmalig president Roh Moo-hyun, onder wiens bewind de commissie twee jaar geleden werd opgericht, formeel excuses aan voor de ruim 870 slachtoffers in Ulsan. Hij sprak van „onwettig optreden van de toenmalige autoriteiten.”
De commissie telt in totaal 240 leden en beschikt over een jaarlijks budget van 12,3 miljoen euro. Haar voortbestaan is wettelijk gegarandeerd tot 2010, wanneer een definitief rapport moet worden uitgebracht.
De commissie kan geen getuigenissen afdwingen of gerechtelijke stappen zetten en verdachten vervolgen. Zij kan compensatie aanbevelen, maar niet toekennen. De vraag is of haar werkzaamheden onder Roh’s opvolger Lee Myung-bak dezelfde financiële en politieke steun zal krijgen als onder Roh. „Onze onderzoeksbevoegdheden zijn zo gering”, zei voorzitter Ahn Byung-ook.