Bouwen in vertrouwen
Een gespannen relatie tussen hulpverleners en ambtsdragers in de begeleiding van echtparen waarvan het huwelijk in zwaar weer verkeert? Eleostherapeut Rien Geluk en ds. J. M. J. Kieviet willen er niet van weten. „We moeten ons beiden bewust zijn van onze eigen taak.”
Aandachtig luisteren de hulpverlener en de christelijke gereformeerde predikant uit Dordrecht-Centrum naar het relaas van Ina, een gescheiden vrouw. Ze wil niet met haar naam in de krant, om te voorkomen dat het interview in haar nabije omgeving stof zal doen opwaaien.„Ik heb veel moeitevolle jaren met mijn man doorgebracht, al waren er ook goede tijden. Voor we elkaar kenden is hij overspannen geweest. Zijn psychiater had hem gewaarschuwd dat hij de depressies terug kon krijgen. Ik heb het geweten. Hij was vaak boos en reageerde zich op mij en de kinderen af. Toen we al een flink aantal jaren waren getrouwd, ben ik naar de kerkenraad gestapt. De predikant en de wijkouderling hebben veel gesprekken met hem en met mij gevoerd.”
De woedeaanvallen van haar man namen ondanks alle pastorale zorg in hevigheid toe. Ook de gang naar de hulpverlening bracht geen verandering. „Ondanks alles wilde ik pertinent niet scheiden. Zelfs toen hij uit eigen beweging ergens anders ging wonen, wilde ik eraan vasthouden dat we elkaar voor Gods aangezicht trouw hadden beloofd.”
Toen haar man op een gegeven moment toch verklaarde dat hij het huwelijk wilde laten voor wat het was, vluchtte ze naar de pastorie om uiteindelijk bij de vrouw van haar predikant uit te huilen. „Ik was boos en verdrietig. Alles tegelijk. Maar scheiden? Nóóit.”
Nadat ze uiteindelijk van anderen moest horen dat haar man helemaal niet overspannen was, maar dat zij niet de enige vrouw in zijn leven was, brak er iets in haar. „Toen werd het voor mij een heel ander verhaal. Allerlei puzzelstukjes vielen onverwachts op hun plaats.”
Ina, die inmiddels officieel gescheiden is, heeft niets dan lof voor zowel hulpverlening als pastoraat. „Ik mocht mijn predikant dag en nacht bellen. Mijn wijkouderling stond ook altijd voor me klaar. Bij de hulpverlening kon ik eveneens aan de bel trekken wanneer ik maar wilde.”
Vertrouwen
„Ik hoor veel pijn doorklinken in uw verhaal”, reageert ds. Kieviet. „Tegelijkertijd valt het me op dat u ondanks alle bittere ervaringen toch uw man bleef vertrouwen, totdat u daarin werd beschaamd. Als ik in het pastoraat merk dat er tussen man en vrouw nog een band van vertrouwen is, dan is dat voor mij altijd een belangrijk aanknopingspunt om te zoeken naar mogelijkheden om een huwelijk te redden. Ons prachtige klassieke huwelijksformulier vraagt ook niet voor niets aan een bruidspaar of men elkaar „trouw en geloof houdt in álle dingen.””
Scheiding moet echter altijd een uiterste noodoplossing blijven, aldus de predikant. „Ik zal die zelf nooit aan echtparen -in wat voor problemen dan ook- adviseren. De ervaring leert helaas wel dat als het vertrouwen eenmaal weg is, het ontzaglijk moeilijk blijkt mensen bij elkaar te houden.”
„Het maakt veel uit of een echtpaar deze dingen nog met elkaar kan bespreken, of dat een van de beide partijen als een soort detective moet onderzoeken of alles wel is zoals de ander zegt”, benadrukt Geluk. „Als iemand volhardt in het kwaad en nog geen tekenen van berouw vertoont over bijvoorbeeld zijn ontrouw, is het haast ondoenlijk om de scherven te lijmen”, erkent ds. Kieviet.
Dat Ina in haar situatie zowel contact zocht met haar pastor als met professionele hulpverlening, vinden Geluk en ds. Kieviet een logische stap. „Bij mijn predikant zocht ik vooral antwoord op de vraag wat Gods Woord in mijn situatie had te zeggen”, herinnert ze zich. „Mijn hulpverlener moest mij leren weer wat rustiger te worden en hoe ik met mijn kinderen moest omgaan.”
„De pastor moet luisteren naar Gods Woord en naar de mens in nood”, zo vat de christelijke gereformeerde predikant zijn opdracht samen. „Hij moet met ontferming bewogen zijn over schapen zonder herder, en tegelijk de weg wijzen vanuit Gods Woord. Niet de situatie is bepalend, maar wat de Heere ons zegt.”
Vermanen
„Vaak wordt de vraag naar de wettigheid van een scheiding al te snel op het bordje van de predikant gelegd”, vreest Geluk. „Mensen stellen zich in die situaties erg afhankelijk op van hun pastor. Ze durven nauwelijks hun eigen verantwoordelijkheid te nemen.”
Ds. Kieviet: „Bij het pastoraat hoort ook de vermaning. Dat is een belangrijk verschil met de hulpverlening. Met het oog op de christelijke gemeente moeten de sleutels van het Koninkrijk der hemelen worden bediend. Daarom zullen ambtsdragers in het geval van echtbreuk of een dreigende scheiding altijd moeten oproepen tot bekering.”
De Dordtse predikant wijst op een aantal elementen uit artikel 70 van de kerkorde van zijn kerken: „De kerk zal nooit mogen aandringen op echtscheiding noch die adviseren; zij zal integendeel moeten wijzen op de noodzakelijkheid van bekering ten opzichte van datgene wat het huwelijk heeft ontwricht of dreigt te ontwrichten, opdat er verzoening tot stand komt en de gebroken verhoudingen worden hersteld. Indien echtscheiding plaats vindt op volgens de kerk onschriftuurlijke gronden, zal de kerkelijke tucht moeten worden toegepast op de schuldige partij(en).”
„Ook als hulpverlener zal ik nooit op een scheiding aandringen”, stelt Geluk. „Tegelijkertijd kan er soms van familie of omstanders een enorme druk uitgaan op hulpverleners of ambtsdragers om dat maar wel te doen. Het is de kunst om in dat spanningsveld staande te blijven. Daarnaast heb ik bij sommige ambtsdragers juist wel eens het gevoel dat ze zich vooral richten op het in stand houden van het huwelijk of de vraag wat censurabel is, maar niet de mensen in nood daadwerkelijk met raad en daad terzijde staan.”
Ds. Kieviet: „Dat is geen pastoraat te noemen.”
Verlegen
Zowel Geluk als ds. Kieviet ziet het als een groot risico dat een predikant of hulpverlener in een conflict partij gaat kiezen. „Voor de omgeving is het plaatje vaak helder”, stelt Geluk. „De één is de dader en de ander is schuldloos gescheiden. Maar de buitenwacht ziet bijvoorbeeld niet dat een man slaat als reactie op zijn vrouw die hem tergt. De kinderen zien dit wel. Daarom is het goed hen te steunen en niet te belasten met een eenzijdige schuldvraag.”
Ds. Kieviet: „Mijn taak is vooral om te luisteren naar beide partijen. Daarbij probeer ik mogelijke vooroordelen te ontkrachten of misverstanden uit de weg te ruimen. Tegelijkertijd verwijs ik indien nodig zo snel mogelijk naar professionele zorg. Ik ben niet opgeleid als hulpverlener.”
„Bent u wel eens teleurgesteld in het resultaat van de hulpverlening?” vraagt Geluk aan ds. Kieviet. Die schudt beslist zijn hoofd. „Ik ben vaak wel teleurgesteld in de houding van een van de strijdende partijen. De een wil niet naar een hulpverlener stappen, de volgende verwacht dat de ander wel helemaal zal veranderen. Ook ben ik wel eens op het probleem gestuit dat iemand mij zei niet het hele verhaal aan de hulpverlener te hebben verteld. Met het oog op mijn ambtsgeheim kan ik daar dan niets mee. Alleen kan ik met klem adviseren toch vooral openheid van zaken te geven aan de hulpverlener.”
De Eleoshulpverlener maakt daarentegen wel eens mee dat mensen de kerkenraad niet van hun huwelijksproblemen hebben verteld. „Daarom verwijs ik regelmatig naar het pastoraat. Tegelijk kan ik het ook wel begrijpen als mensen voor bepaalde dingen wel naar een hulpverlener stappen, maar niet naar een ambtsdrager. De hulpverlener zien ze na een tijdje nooit meer. Dat ligt bij iemand van de kerkenraad anders. Een predikant staat de volgende zondag weer op de preekstoel.”
Niet bij iedere echtscheiding hoeft een hulpverlener te komen opdraven, stelt Geluk. „Pastorale begeleiding is daarentegen wel altijd nodig. In complexe zaken met veel strijd is zowel hulpverlening als pastoraat geboden. In zulke situaties adviseer ik dat er niet alleen drie hulpverleners, maar ook drie ambtsdragers bij betrokken zijn: één voor de vrouw, één voor de man en één voor de kinderen als die er zijn.”
Ds. Kieviet heeft daar zijn aarzelingen bij. „Ik begrijp het, maar ben er wel beducht voor dat iedere ambtsdrager in een bepaald kamp terechtkomt en dat zo de problemen juist alleen maar groter worden.”
„Nauw overleg tussen cliënt, hulpverleners en ambtsdragers is in ieder geval gewenst”, stelt Ina.
De Dordtse predikant steunt om die reden ook het pleidooi van advocaat J. W. A. van Dommelen vorige maand in deze krant voor een disciplinair overleg tussen pastoraat, diaconaat, hulpverlening en bemiddelingsadvocatuur. „Als iedereen zich bewust is van zijn eigen taak en opdracht, is het een mooie suggestie van Van Dommelen. Ook zijn pleidooi om meer werk te steken in het voorkomen van echtscheiding deel ik. In geen enkel gesprek met een aankomend bruidspaar zal ik vergeten te benadrukken hoezeer een goede communicatie van belang is in het huwelijk. Praat met elkaar, begin samen met het Woord.”
Wel vraagt ds. Kieviet zich af hoe het komt dat hulpverleners hem soms wel en soms niet benaderen. „Is daar niet een bepaald protocol voor?”
Geluk: „Het zal meespelen of de betreffende hulpverlener daar aandacht voor heeft. Het intakeformulier nodigt uit om een cliënt te vragen naar geloof en de verhouding met pastoraat. Als we aan dit formulier een punt toevoegen over financiën en praktische omstandigheden als huisvesting, kunnen we cliënten aanmoedigen deze problemen bij pastoraat en diaconaat te bespreken.”
Ds. Kieviet: „Dat zou ik toejuichen. Er is veel wat de christelijke hulpverlening en het pastoraat aan elkaar verbindt.”
„Vergeet de kinderen niet”
Vergeet de pastorale zorg voor kinderen niet, zegt gezinstherapeut Rien Geluk, werkzaam op een jeugdzorgafdeling van Eleos. „Alle kinderen en jongeren in echtscheidingssituaties hebben behoefte aan steun. Daarnaast hebben ze over het algemeen specifieke levensbeschouwelijke vragen.”
Voor een pastor van kinderen geldt dat onpartijdigheid de basisvoorwaarde is bij steun rond een echtscheiding, stelt Geluk in een vorige maand verschenen brochure over kinderen en echtscheiding.
Betrokkenheid van meerdere ambtsdragers bij een echtscheiding met veel strijd tussen de ouders is gewenst, aldus Geluk. „Een ambtsdrager die geen contact heeft met de ouders, maar alleen met de kinderen, kan meer onbevangen en onpartijdig blijven. Tijdig overleg tussen de betrokken ambtsdragers voorkomt dat ze deel worden van de echtelijke strijd.”
De brochure ”Papa of mama? Kinderen en echtscheiding” verscheen bij Stichting De Vluchtheuvel (uitgaande van de Gereformeerde Gemeenten).
www.stichtingdevluchtheuvel.nl voor meer informatie.