Utrechtse wijken zaten al in de lift
In de Utrechtse Vogelaarwijken was al sprake van vooruitgang, nog voordat de Vogelaaraanpak daar van start ging. Dat blijkt uit cijfers uit de Utrechtse Wijkenmonitor.
In vier van de vijf Vogelaarwijken gaven de bewoners in 2007 een hoger rapportcijfer voor hun wijk dan een jaar eerder. Zo maakte Kanaleneiland een relatief grote sprong van een 4 naar een 4,7 en Ondiep van een 5,6 naar een 6,2. Overvecht en Hoograven stegen licht met 0,2 en 0,1 punt tot respectievelijk 5,3 en 5,8.Opvallend is dat de chiquere Utrechtse wijken Oost, Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern lager dan in het verleden werden gewaardeerd door hun bewoners. Het gaat hierbij om een trend. Zo daalde de waardering voor Leidsche Rijn sinds 2004 van 7,4 naar 6,9. Ook Utrecht-Oost leverde sinds 2004 een halve punt in en staat nu op 7,6.
Leidsche Rijn kwam met de 6,9 voor het eerst sinds het bestaan van het nieuwe stadsdeel uit onder het gemiddelde van de hele gemeente Utrecht; in 2007 was dat een 7.
De gemeente concludeert daaruit dat Leidsche Rijn meer en meer een gemiddelde Utrechtse wijk wordt en stelt dat dit overeenkomt met haar ambitie: een gewone wijk die een afspiegeling is van de stad waar die een steeds groter deel van uitmaakt. Verantwoordelijk wethouder H. Bosch stelt wel dat het zorgelijk zou zijn als de trend verder zou doorzetten.
De Utrechtse wijkenmonitor is gebaseerd op onderzoek onder 14.000 van de bijna 300.000 inwoners van Utrecht en wordt jaarlijks gehouden.