Libanon
Het officiële aantal doden in Birma als gevolg van de cycloon Nargis ligt rond de 32.000. De aardbeving in China kostte zeker 10.000 mensen het leven. Maar al die verwoesting weerhoudt mensen elders in de wereld er niet van verder te gaan met vechten. In Libanon eiste de strijd tussen voor- en tegenstanders van de door westerse landen gesteunde regering tientallen doden. De onlusten in de achterliggende dagen hebben iets weg van een nieuwe burgeroorlog.
Een belangrijke reden achter dat geweld is Hezbollah. De ook in Libanon levende afkeer van Israël deed in 1982 die sjiitische oppositie ontstaan. Zij vormt een mix van de strijd tegen maatschappelijk onrecht en religieus fundamentalisme. De partij streeft een islamitisch staatsbestel na. Zij claimt minimaal een derde van het aantal zetels in het kabinet. Zo zou Hezbollah vetorecht krijgen. De partij zou daarmee de verplichting tot ontwapening kunnen opheffen.Hezbollah is ontevreden. Zij zoekt als oppositie meer macht. De regering wil dat niet. Het is een publiek geheim dat het aantal christenen in Libanon afneemt. Velen trekken om economische redenen naar het Westen. Christelijke gezinnen zijn in Libanon doorgaans kleiner dan die van moslims. Die terugloop vormt een motief voor de overheid geen bevolkingsstatistiek te publiceren. Dat zou tegemoet komen aan de aspiraties van de oppositie. Deze doorziet dat heel goed.
Wie inmiddels denkt dat het gewapend conflict in Libanon alleen tussen moslims en christenen loopt, zit ernaast. Behalve de ministers van Hezbollah traden -uit protest tegen de regering- geruime tijd geleden ook christelijke ministers uit het kabinet. Verder willen ook de soennieten niet dat Hezbollah vetorecht zou krijgen in de regering. Er is dus sprake van een heel complex probleem dat ook forse economische schade oplevert. En dat alles zorgt voor een gespannen sfeer.
De sjiieten en soennieten in Libanon twisten over de waarheid. Net als in Irak. En de spanning tussen die twee richtingen heeft te maken met macht. Maar bovendien speelt onder tal van in het land levende groeperingen nog altijd een soort clanmentaliteit. Daarbij is behalve de al genoemde problemen sprake van leiders die aan het hoofd staan van bepaalde stammen. Dat is ook onder christenen nog van belang. Iemand behoort tot de dood getrouw te zijn aan zo’n clanleider.
De regering besloot vorige week het telefoonnetwerk van Hezbollah illegaal te verklaren. Ook ontsloeg zij de veiligheidschef van het internationale vliegveld. Hij zou te nauw gelieerd zijn aan de oppositie. Hezbollah noemde dat een oorlogsverklaring. In feite zocht zij een stok om de hond te slaan. Wie spreekt over oorlogsverklaring dient echter te beginnen bij provocerende acties van Hezbollah zelf. De oppositie doet wat zij kan om de macht te grijpen.
In het zuiden van het land heeft de regering van Libanon niets meer te zeggen. Hezbollah is er beter bewapend dan in de oorlog met Israël in 2006. Ook sloeg Hezbollah in het centrum van Beiroet vlakbij het gebouw van de VN een tentenkamp op. Dat heette een vreedzame demonstratie. Maar mensen ervoeren het als bedreiging. In het hartje van de hoofdstad sloten tal van eigenaars hun winkels en restaurants. De tentenkampen maakten dat de klandizie ontbrak.
President Bush waarschuwde ondertussen Iran en Syrië. De door veel landgenoten afgekeurde oorlogen in Afghanistan en Irak zorgden voor prestigeverlies van de president. Maar zijn eis dat Damascus en Teheran ophouden met financiële steun aan het geweld en de intimidatie door Hezbollah zullen veel Amerikanen onderschrijven. De afkeer van Bush behelst nog geen sympathie voor strijdlustige moslims. De tijd zal leren of Washington ook z’n vingers gaat branden aan Libanon.