„Je kunt maar beter een sluier kopen, mijn kind”
Beiroet werd vrijdagmorgen wakker in een grondig veranderde wereld. De staat Libanon bestaat minder dan ooit.
Het was met een suf hoofd dat de meesten het nieuws vernamen. Heel vroeg in de ochtend waren de sjiitische milities de wijk Hamra binnengevallen. Hamra is een gemengde wijk waar christenen en soennieten zelfs tijdens de burgeroorlog van 1975-1990 vreedzaam samenleefden. Maar het is ook een bolwerk van de regering, en vooral van de soennitische Toekomstpartij van Saad Hariri.Gaandeweg groeit bij de bevolking het besef van wat er aan het gebeuren is. Vrijdagmorgen was de schok nog totaal: donderdag woonden we in een land met een tolerante, liberale samenleving en een prowesterse regering, zaterdag zwaait een partij de scepter die naar de naam ”Partij van God” luistert en die ooit in haar beginselverklaring de oprichting van een Islamitische staat Libanon heeft opgenomen.
Voor de moeder van Rita, die uit een christelijke familie komt, is het een uitgemaakte zaak. „Je kunt maar beter een sluier gaan kopen, mijn kind”, zegt ze.
Maar wellicht loopt het niet zo’n vaart. Gedurende de dag wordt duidelijk dat Hezbollah voorlopig niet van plan is de grens naar christelijk Oost-Beiroet over te steken. Libanon bestaat ruwweg uit een derde sjiieten, een derde soennieten en een derde christenen.
In Oost-Beiroet ging het leven vrijdag dan ook zijn gewone gang. Zelfs de chique ABC-shopping mall was gewoon open, terwijl een paar kilometer verderop in West-Beiroet zware gevechten plaatsvonden.
Wat ook opvallend is: er zijn voor zulke zware gevechten relatief weinig doden gevallen, elf volgens de laatste berichten. Wat er aan de hand is, is blijkbaar dat Hezbollah besloten heeft om voorgoed af te rekenen met twee regeringspartijen, de Toekomstpartij van Hariri en de PSP van druzenleider Walid Jumblatt. En dat er zo weinig doden zijn gevallen, is te danken aan het feit dat beide leiders heel snel beseft hebben dat ze geen partij waren voor Hezbollah en Amal, de twee voornaamste sjiitische partijen in Libanon. Ze hebben allebei hun militanten de opdracht gegeven zich over te geven en hun wapens aan het leger te overhandigen.
„Wie aan onze wapens raakt, zullen we de hand afhakken,” zei Nasrallah tijdens zijn speech van donderdagavond, in reactie op het besluit van de regering om maatregelen te nemen tegen de camera’s en het telecommunicatienetwerk van Hezbollah.
En zo geschiedde. Maar het ziet ernaar uit dat Hezbollah meer dan alleen de handen van de huidige regering heeft afgehakt. In het kader van het voortdurende armworstelen tussen de verschillende facties in Libanon is het de voorbije dagen duidelijk geworden dat de milities van de regeringspartijen eigenlijk geen partij zijn voor het veel beter bewapende Hezbollah.
In de dagen voorafgaand aan de speech van Nasrallah gonsde het in Beiroet van de geruchten dat de Toekomstpartijen bussen vol met militanten uit Noord-Libanon naar Beiroet hadden laten rijden met het oog op een confrontatie met Hezbollah. Blijkbaar draaiden de gevechten rond het Versailles- en andere hotels in Hamra vrijdag om het uitschakelen van die militanten.
Met andere woorden: de regeringspartijen zijn ontmand nu gebleken is dat hun milities geen tanden hebben. Het gevolg is dat Nasrallah zich in een positie bevindt waarin hij geen enkel compromis hoeft te aanvaarden. Nasrallah hoeft niet meer te onderhandelen: de huidige regering moet aftreden en er moet een nieuwe regering worden gevormd waarin de oppositie een vetorecht zal hebben, zoals ze al achttien maanden lang eist.
Op het niveau van de straat ziet dat er als volgt uit. Een piepjonge Amalmilitant staat, gewapend met een raketlanceerder, in het zicht van de Hezbollahtenten rond downtown, een wijk met chique restaurants en dure merkwinkels. „We zijn heel geduldig geweest”, zegt hij met een schouderbeweging richting het tentenkamp, „maar nu is het afgelopen. Er zal een nieuwe regering komen waarin wij eindelijk de vertegenwoordiging hebben waar wij recht op hebben.”
Hij geeft toe dat het de voorbije dagen „niet leuk is geweest voor de mensen. Sommigen zijn naar de bergen gevlucht, anderen verschuilen zich in hun huizen. Maar het was nodig. We hebben lang genoeg gewacht.”
Aan het eind van de dag is één keiharde vaststelling op zijn plaats: heel West-Beiroet is in handen van Hezbollah, en de regering heeft geen poot om op te staan behalve het feit dat zij een verkozen meerderheid heeft in het parlement.
De vraag ”Wat daarna?” is nog niet beantwoord. Zelfs als Hezbollah een nieuwe regering kan afdwingen op zijn eigen voorwaarden, zijn de Libanese soennieten zo grondig vernederd dat het niet anders kan of ze zinnen nu reeds op wraak.
Maar bij het vallen van de avond gisteren keerde de rust in Beiroet gaandeweg terug. Op de groene lijn wuiven de regeringssoldaten passanten nonchalant door richting West-Beiroet. De Bastawijk, een sjiitisch bolwerk, ziet eruit als een oorlogszone, met uitgebrande barricades en op elke straathoek zwaarbewapende en -bebaarde Hezbollahstrijders die ons tegenhouden maar na wat gepraat vriendelijk verder laten rijden.
Hamra zelf is behoorlijk leeg. Maar hier en daar gaat al een shoarmatent open, en enkele bewoners kuieren door de straten. Hezbollah- en Amalmilitanten staan op de straathoeken nonchalant te keuvelen met regeringssoldaten en politiemannen. Bijna elke andere voorbijrijdende auto zit vol met Hezbollahstrijders. Hier en daar zijn nog vuurgevechten met harde kernen van wat wellicht aanhangers zijn van druzenleider Walid Jumblatt.
West-Beiroet was vrijdagavond stevig in handen van Hezbollah, en de staat Libanon bestaat minder dan ooit. Maar een totale burgeroorlog, zo lijkt het, wordt het voorlopig niet. Voorlopig.