„CGB-uitspraak trouwambtenaren intolerant”
De recente uitspraak van de Commissie Gelijke Behandeling dat alle trouwambtenaren homohuwelijken moeten sluiten, is een forse inbreuk op de mensenrechten.
Dat stelde prof. dr. E. Brems, hoogleraar mensenrechten aan de universiteit in het Belgische Gent, gistermiddag tijdens een debat in de Raadzaal van de Universiteit Utrecht.Eerder bood de CGB trouwambtenaren met gewetensbezwaren de ruimte zolang er binnen een gemeente een ambtenaar beschikbaar was die personen van hetzelfde geslacht wel wilde trouwen. Daarmee werden homostellen niet in hun rechten beknot -de enige impact was dat zij wisten dat sommige ambtenaren hen niet wilden trouwen-, terwijl er tegelijkertijd recht gedaan werd aan de vrijheid van godsdienst, zei Brems.
Enkele weken geleden sprak de commissie echter uit dat ambtenaren alle huwelijken moeten sluiten. „De impact van dat besluit op de ambtenaren is veel groter dan het effect van de vorige uitspraak op homostellen”, stelde de Gentse hoogleraar. „De orthodoxe bevolkingsgroep is hier het slachtoffer van. Dit is actieve intolerantie van de overheid.”
Brems kruiste de degens met dr. M. van den Brink, lid van de CGB en aan de Utrechtse universiteit docent aan de afdeling gender & recht. Van den Brink vond dat een ambtenaar die namens de regering optreedt, niet mag discrimineren. „Daarmee faciliteer je het achterstellen van een bevolkingsgroep.” Ze wees ook op het glijdendeschaaleffect: mag een islamitische ambtenaar straks weigeren een huwelijk tussen een moslim en een niet-moslim te sluiten?
De Commissie Gelijke Behandeling draaide de vorige uitspraak dan ook terug. Dr. M. de Blois, plaatsvervangend lid van de CGB, liet blijken niet gelukkig te zijn met deze koerswijziging. „Zolang er in elke gemeente gelegenheid is voor mensen van hetzelfde geslacht om te trouwen, moeten we zo veel mogelijk ruimte bieden aan gewetensbezwaren.”
Van den Brink wees erop dat de vorige uitspraak van de commissie niet in de wetgeving is uitgewerkt. „Ondertussen ging de discussie verder. De meningen waren, ook binnen de homobeweging, verdeeld.”
Brems vond het argument van de glijdende schaal „knap, maar onbruikbaar. Dat kun je overal op toepassen. Het is de taak van de wetgever om grenzen te trekken.”
Ook Van den Brinks argument dat de regering op de bezwaren van een ambtenaar aangekeken wordt, wees ze van de hand. „Als de regering het dragen van een hoofddoek toestaat, is de regering daarmee islamitisch geworden? Natuurlijk niet.”
De Spanjaard Salvador schetste de situatie in zijn land: rechters en burgemeesters mogen huwelijkssluitingen niet weigeren, maar de burgemeesters mogen die wel delegeren aan een ander.
In Noorwegen wordt het homohuwelijk naar alle waarschijnlijkheid in juni door het parlement goedgekeurd, zei politicologe prof. dr. H. Skjeie van de universiteit van Oslo. „Het is momenteel het meest besproken onderwerp in Noorwegen. Demonstranten komen met bussenvol naar Oslo om bij de regeringsgebouwen te protesteren. De staatskerk leidt de oppositie.”
Huwelijken mogen zowel op het gemeentehuis als in de kerk voltrokken worden. „Onder de nieuwe wet mag een predikant of priester het sluiten van een homohuwelijk nog wel weigeren, maar een ambtenaar op het gemeentehuis mag dat niet meer.”