Lege handen
„…want waarom zoudt gij sterven, o huis Israëls?”
Ezechiël 18:31In de hel zal de goddeloze zeggen: Wat voordeel heeft ons de hoogmoed gedaan? Wat nut hebben ons de rijkdommen aangebracht? Dan zullen zij zien dat het van henzelf afhing hen niet voor geveinsden te achten die godsdienstiger waren dan zij. Wij zotten hielden het leven van mensen als Lazarus voor razernij en zijn einde oneerlijk. Maar nu wordt hij gerekend onder de kinderen van God.
Daarom is het nu aan u. Waarom wilt u uzelf niet aanporren? Dit zeg ik u: Het zal u allen verstommen voor God in de laatste dag. Waarom wilt u uzelf niet aanporren en waarom staat u nu leeg en ijdel de dag van uw eigen welvaart te verdoen? U kunt niet zeggen dat niemand u gehuurd heeft. De allerijverigste dienstknecht moet met lege handen staan. Als hem dan niemand huurt, let wel, dan heeft hij een voorwendsel, namelijk dat hij nooit in de wijngaard gehuurd is.
U bent echter gehuurd. Ja, u bent heel vroeg in de morgen gehuurd. Waarom staat u hier dan de gehele dag leeg? U kunt niet zeggen: Ik kan niet. Waarom doet u uw best dan niet om te arbeiden?
William Fenner,
predikant te Rochford in
Essex
(”Moedwillige onbekeerlijkheid”, 1737)