„De situatie is bij lange na niet zo dramatisch als velen hadden verwacht”, aldus Greenspan gisteren tijdens een gezamenlijke hoorzitting van de commissies economie van het Huis van Afgevaardigden en van de Senaat.

Technologie
De Fed–voorzitter blijft geloven in de technologie als factor die de arbeidsproductiviteit kan verbeteren zonder de inflatie te bevorderen. „Voor de langere termijn blijven de vooruitzichten voor een snelle technologische vooruitgang gekoppeld aan een snellere groei van de arbeidsproductiviteit, zoals wij die in de afgelopen jaren hebben gezien, overeind”, zo meende Greenspan. De economie van de Verenigde Staten is volgens de voorzitter van de Fed „in beginsel gezond.” Dat zal volgens hem duidelijk blijken als de gevolgen van de shock van de aanslagen van de 11e september langzaam maar zeker verdwijnen. Het is nog altijd onduidelijk hoe de aanslagen precies op de economie zullen inwerken. De komende weken zal daar meer duidelijkheid over komen.

Greenspan verwacht wel tijdelijke gevolgen van die aanslagen, omdat bedrijven nu bijvoorbeeld extra geld (moeten) uitgeven aan veiligheidsmaatregelen en omdat het verscherpte veiligheidsregime in het algemeen de transportsector beïnvloedt, waardoor bijvoorbeeld veel bedrijven trager worden bevoorraad. Dergelijke hindernissen ziet de Fed–voorzitter echter als tijdelijk.

De verkoop van consumentengoederen heeft zich nog maar gedeeltelijk hersteld van de inzakking van half september. De autoverkoop is wel op peil gebleven, dankzij meer verkoopcampagnes. De horeca en de amusemementsindustrie draaien nog niet goed en het luchtverkeer zit nog onder de prestaties van voor de aanslagen, aldus Greenspan.

Sneller
Greenspans optimisme ten aanzien van de groei van de arbeidsproductiviteit werd gisteren ondersteund door een rapport van McKinsey. Dit adviesbureau verwacht dat de arbeidsproductiviteit in de komende jaren sneller zal groeien dan in de periode vóór 1995, maar niet zo snel als daarna. Tussen 1972 en 1995 groeide de Amerikaanse arbeidsproductiviteit gemiddeld met 1,4 procent per jaar. Na 1995 bedroeg de groei gemiddeld 2,5 procent per jaar. Volgens McKinsey was die snellere groei vooral te danken aan de computersector, de chipindustrie, telecommunicatie, de beurshandel, de groothandel en de detailhandel.