„Integreer zending en Israël in leer en prediking"
Telefonisch gevraagd om twee stellingen in het kader van 400 jaar Nadere Reformatie, hoeft ds. C. Blenk geen moment na te denken. „Eén: De Nadere Reformatie heeft zending en Israël ontdekt. Deze dienen nu te worden geïntegreerd in leer en prediking. En twee: De Nadere Reformatie scheidde zich niet af. Het wordt hoog tijd dat de gereformeerde gezindte in dit opzicht terugkeert tot de Nadere Reformatie.”
„Vaak”, zegt de hervormde emeritus predikant uit Lienden, „wordt gezegd dat de Nadere Reformatie een achteruitgang was ten opzichte van de Reformatie. De beloftenprediking zou vervangen zijn door een kenmerkenprediking, noem maar op. Maar zeker als het gaat om aandacht voor zending, voor Israël, verdient de Nadere Reformatie toch de voorkeur boven de Reformatie. Ik zou zeggen: laten die opnieuw de aandacht krijgen die ze verdienen.”Niet dat de kerken in de gereformeerde gezindte helemaal geen oog hebben voor zending en Israël, zegt hij. „Maar ze zijn niet geïntegreerd in de leer, in de prediking. Er zijn nog steeds Gereformeerde Bondsdominees die met Pinksteren niet voor de zending bidden. In de Heidelbergse Catechismus worden zending en Israël ook niet genoemd - en moet je er als predikant maar net erg in hebben.xxvervolg loopt niet goed.
En wat Israël betreft: ik hoor nog steeds van dominees die vanuit de substitutieleer denken, hoewel we die officieel allang achter ons hebben gelaten. Als het dan op de toepassing van een profetie uit het Oude Testament aankomt, wordt er rustig overgeschakeld op de kerk. Dan denk ik: Dat moeten we niet doen!”
Zending en Israël zitten theologisch nog te veel in een apart hokje, stelt ds. Blenk vast. „En dan denk ik ook aan de scheuring van 2004. Had er vooraf niet óók nagedacht moeten worden over het missionaire effect van deze ramp?”
De Nadere Reformatie heeft zich niet afgescheiden, aldus de historicus-theoloog. „Dat is iets wat de vele kerken in de gereformeerde gezindte nog eens opnieuw zouden moeten overwegen. De nadere reformatoren stonden, de naam zegt het al, een nadere reformatie voor, een opwekking; later ontstond ook het Réveil. Maar zij scheidden zich níét af, hoe verworden de kerk ook geworden was. En dan zullen mijn tegenstanders zeggen: Ja, maar intussen is de kerk liberaal geworden; dat was ze toen nog niet. En dat is gewoon waar. Maar, een stelling mag ook wel een beetje prikkelend zijn, denk ik.”
Ziet ds. Blenk de afgescheiden kerken ooit nog wederkeren naar de ene (gereformeerde) kerk van Reformatie en Nadere Reformatie? „Menselijkerwijs gesproken, nee. Dan staat het er hopeloos voor, zeg ik ook na twintig jaar Contactorgaan Gereformeerde Gezindte. Maar ik weet me nauw verbonden met onze afgescheiden broeders en zusters. Veel meer dan met veel liberale mensen in de Protestantse Kerk. En daarom zou ik hen, als liefhebbers van de oude schrijvers, willen voorstellen om hen toch ook op dít punt nog eens te lezen. Vader Brakel ging níét mee met de labadisten, hoewel hij daar wel naar neigde. In zijn boekje ”Leer en Leydinge” verantwoordt hij zich daarover. Dan schrijft hij dat hij zich een dag heeft afgezonderd in zijn tuinhuis -hij stond toen in Rotterdam- om zich te bezinnen op de vraag of hij met Jean de Labadie moest meegaan, ja dan nee. Maar, schrijft hij dan, het werd hem klaarlijk van God geopenbaard dat hij die weg niet moest gaan. Ook de gemeente in Korinthe was verworden, er was sprake van dwaalleer, van zedeloosheid. Toch noemt Paulus haar de gemeente Gods. Van de zeven gemeenten in Klein-Azië wordt er maar één onbesmet genoemd, en toch noemt Christus ze de zeven gemeenten in Zijn rechterhand.
Ja, misschien moest de gereformeerde gezindte zich maar weer eens wat meer in de oude schrijvers gaan verdiepen.”