Ezechiël 18:31U kunt uw gedachten over al deze geestelijke dingen nu niet laten gaan. Laat God u eens straffen met ziekte. Of als de dood nabij is. Dan is het: Ach, ik ben zo goddeloos geweest in mijn leven. Och, of God mij gezondheid wilde geven, ik zou om de gehele wereld zo niet meer willen zondigen als ik gedaan heb. Dan zou u huilen en dan is het: O, haal de predikant. Ja, dan!

Het is een teken dat het in u is, want deze slaande roede stort geen nieuws in u. Naar voren komt wat eerst verborgen lag. De rijsjes van de roede hebben geen kracht in zich om geleerdheid in een kind te slaan. Als het toch goed gaat, is dat alleen een teken dat het in hem was. O, ellendige, uw bloed ligt op uw eigen hoofd. Waarom duwt u uzelf niet voort? U kunt wel, maar het is als de dood voor u te denken deze moeite te moeten doen. Evenals die luiaard, want de begeerte van de luiaard zal hem doden. Zijn handen weigeren immers te werken. Hij wenst wel een goede oogst te hebben, maar het ploegen doodt hem.

Zo wenst u wel naar de hemel te gaan, maar moeite ervoor doen, dat doodt u. Doding van uw lusten, zelfverzaking, bekering en verootmoediging, onderzoek van de consciëntie, aan deze dingen te denken, doet u al de dood aan. Een teken dat er veel in u is, maar dat tevoorschijn te brengen, doodt u.

William Fenner,
(”Moedwillige onbekeerlijkheid”, 1737)

predikant te Rochford in Essex