Collegiale contacten en goede vriendschappen
Ajith Fernando heeft een leuk boekje geschreven over de waarde van vriendschap. Hij is al dertig jaar directeur van Youth for Christ Sri Lanka en houdt ons als westerse christenen vanuit Azië een kritische spiegel voor. Het boek, dat is vertaald en bewerkt door ds. Pieter van Kampen, is dus meer dan alleen maar leuk.
We zeggen wel dat we vriendschap belangrijk vinden. De praktijk is dat we er nauwelijks in investeren. Een westerse, individualistische, levensstijl is een bedreiging van vriendschap. De valse ideologie van zelfverwerkelijking heeft onze ogen verblind voor echte zingeving en levensvervulling. Bij de christelijke levensvervulling hoort goede vriendschap. Daaraan hangt echter een prijskaartje: meer op de ander dan op jezelf gericht zijn; tijd vrijmaken voor elkaar; je hart openen voor elkaar; waardering tonen en aanvaarden; kritiek durven geven en zelf ook accepteren; soms lijden aan de vriendschap.De auteur is altijd werkzaam geweest in een team dat geestelijk werk moest verrichten. Zo gaat dat meestal op het brede terrein van kerk, zending, christelijk onderwijs. In Gods Koninkrijk werkt vrijwel iedereen met anderen. Zelfs een zendeling op een eenzame post heeft nog een thuisfront. Zijn boek kun je lezen als toerusting voor christenen die samen met anderen in dienst van God hun werk doen. Hoe geven ze dan vorm aan het ”samen met anderen”?
Het valt Fernando op dat veel christelijke werkers het samenwerken beperken tot het aangaan van functionele contacten. Dat acht hij strijdig met de christelijke broederschap. Hij wil niet, wat veel mensen wel doen, een scheiding aanbrengen tussen collegiale contacten in het werk en vriendschappen naast het werk. Hoe kun je geestelijk werk verrichten en je hart voor elkaar gesloten houden?
Ik begrijp wel wat de auteur bedoelt. Wij verrichten veel christelijk werk in kerk en school puur functioneel. De kerkenraad handelt de agendapunten af. De docentenvergadering regelt het christelijk onderwijs. Schriftlezing en gebed blijven formeel. Er is vaak geen broederschap, geen geestelijk contact, geen echte vriendschap tussen de werkers. Veel predikanten weten niet bij wie zij zelf hun hart willen luchten als ze problemen hebben. Zo solistisch en individualistisch doen wij in Europa ons geestelijk werk!
Met de toewijding aan het werk zit het bij veel mensen wel goed. Er is echter te weinig toewijding aan elkaar. Als de werkers van God hun werk niet samen doen en een van geest (Geest!) zijn, zal dat werk eronder lijden en komt God niet aan Zijn eer. De auteur dringt erop aan dat ook de managers of andere leidinggevenden zich niet los van het team gaan gedragen. Dat ze geen vrienden willen zijn met hun ’minderen’ lijkt hun positie te versterken. Het tegendeel is waar. Als leidinggevenden echt vriendschappelijk contact hebben met hun collega’s, functioneren ze beter. Ze worden op het goede moment geprezen of gewaarschuwd en kunnen dat dan op juiste waarde schatten.
Fernando spreekt niet alleen over de christelijke werkers, hij heeft het ook over vriendschappen in het algemeen en maakt nog al eens een uitstapje naar de bijzondere vriendschap van het huwelijk. Hij geeft wijze raad vanuit de Bijbel en zijn persoonlijke ervaring. De volgende thema’s passeren de revue: vrienden en échte vrienden, werken in teams, vriendschap in een gevallen wereld, onbaatzuchtige vriendschap, trouw in tijden van nood, wijsheid door vrienden, de wonden die vrienden slaan, vriendschap en een onbeheerste tong, de troost van vriendschap.
Misschien verbaast de keuze van deze thema’s. Dat heeft te maken met het uitgangspunt van de auteur. Hij gaat na wat met name het Bijbelboek Spreuken over vriendschap zegt. Dat blijkt veel te zijn. Ook het bekende stukje over vriendschap in Prediker 4 komt aan bod. Hij actualiseert de wijsheid van Salomo moeiteloos. In de westerse context zal het echter de nodige inzet vragen om naar de wijsheid van de Schrift onze vriendschappen in te vullen. Laat Spreuken 27:9 dan een stimulans zijn: ware vriendschap maakt gelukkiger dan de geur van balsem en wierook.