Uitbreiding van EU verloopt geforceerd
De EU is vorige week, met de aanbeveling van de Europese Commissie over de toetreding van de kandidaat-lidstaten, begonnen aan een periode van ruim twee maanden waarin alle aandacht zal zijn gericht op de uitbreiding. De beraadslagingen moeten half december resulteren in het historische besluit dat de opheffing van de naoorlogse verdeling van het continent bezegelt.
Decennialang waren Oost en West gescheiden door het IJzeren Gordijn. Dertien jaar geleden luidde de val van de Berlijnse Muur de hereniging in. Dat proces vindt straks zijn voltooiing als de volkeren die geknecht werden door het communistische regime in Moskou, zich voegen bij de Unie.
De Commissie heeft voorgesteld tien aspirant-leden in 2004 binnen te halen: Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Litouwen, Letland, Estland, Slovenië, Cyprus en Malta. Het tijdpad voorziet erin dat volgende week donderdag en vrijdag de regeringsleiders in Brussel bijeen zijn om hun oordeel te geven. Daarna starten de afrondende onderhandelingen, over de subsidies voor de boeren en over andere financiële aspecten. Tijdens de top van Kopenhagen, op 12 en 13 december, volgt een definitieve beslissing. Het jaar 2003 is gereserveerd voor de goedkeuringsprocedure in elk van de 25 betrokken landen.
De afloop valt niet moeilijk te voorspellen: de expansie zal conform de thans voorliggende plannen haar beslag krijgen. Niet omdat het enthousiasme onder de bevolking in de huidige lidstaten zo groot is. Evenmin omdat de kandidaten in de jongste rapportage over hun prestaties op het punt van de noodzakelijke aanpassingen in de economie en in de inrichting van de maatschappij zo geweldig scoren.
Wat het eerste betreft: laat de politieke elite naar de burgers gaan om ze uitvoerig te informeren, laat ze een publiek debat openen over de voor- en nadelen, over de kosten en de baten. Alleen op die manier verwerf je instemming en verhoog je het democratisch gehalte van de besluitvorming. Over het tweede, de stand van zaken bij de voorbereidingen: in het overzicht van de Commissie, die namens de EU het overleg voert met de beoogde nieuwkomers, klinkt forse kritiek door. De overheden die zich opmaken voor de overstap, hebben nog veel huiswerk te verrichten.
Al met al ontstaat de indruk dat een positieve conclusie vanuit Brussel wordt opgedrongen. Waarom een zo krampachtige opstelling? Alsof een halfjaar vertraging desastreus zou zijn. Niet een geforceerde aanpak, maar juist een openhartige discussie, waarin alle opvattingen meetellen, kan het draagvlak voor het verleggen van de buitengrenzen versterken. We hebben inmiddels een lang traject achter de rug. In 1993 reeds kregen de voormalige Sovjetsatellieten uitzicht op onderhandelingen over aansluiting. De besprekingen over de te treffen maatregelen op de 31 onderscheiden beleidsterreinen vingen voor zes van hen aan in 1998 en voor de rest in 2000.
De dramatische gebeurtenissen in Joegoslavië in het vorige decennium bespoedigden ongetwijfeld de ontwikkelingen. Om Oost-Europa te behoeden voor oorlog en etnisch geweld diende er perspectief te zijn op toegang tot de EU. Het lidmaatschap van dat samenwerkingsverband zal bijdragen tot politieke stabiliteit en tot een groeiende welvaart - en dat vermindert het risico op bloedige conflicten, luidt de redenering. Het realiseren van een duurzame vrede en veiligheid en de plicht tot solidariteit zijn inderdaad solide argumenten om het uitbreidingsproces als zodanig voluit te steunen.
De vraag rijst echter of het in het laatste stadium niet te vlug gaat. De zittende Europese Commissie heeft het welslagen van het ambitieuze project verheven tot haar absolute topprioriteit. Haar aanzien is ermee gemoeid. Onmiddellijk na zijn aantreden in 1999 drong voorzitter Prodi al aan op duidelijkheid over een streefdatum.
Sinds de herfst van 2000 ligt het scenario nagenoeg vast: tien leden in 2004 erbij. Andere opties, zoals een gefaseerde toetreding van de groep of een later tijdstip, zijn nooit serieus aan de orde geweest. Twijfels waren er alleen te beluisteren achter de schermen.
De stellige inzet heeft uiteraard verwachtingen gewekt bij de kandidaten. Moreel gezien kunnen we daardoor nu niet meer terug. Dat maakt een zuivere afweging lastig. Wie terughoudendheid aan de dag legt, riskeert het verwijt geen oog te hebben voor de ethische waarde van de uitbreiding, in het licht van de historie.
Praten over het prijskaartje vindt niet iedereen gepast. Zo’n element inbrengen, dat doe je eigenlijk niet als er een hoog ideaal als de hereniging van het Europese continent in het geding is. Vrees bij de burger dat het hem de nodige duiten zal kosten, wordt weggewuifd door te benadrukken dat de baten veel groter zijn. Waarom daarover geen helderde cijfers gepresenteerd? Vraagtekens bij de vorderingen in de voorbereidingen van de aspirant-lidstaten, pareert commissaris Verheugen met de opmerking dat er tot aan de feitelijke toetreding voldoende tijd rest om de gesignaleerde gebreken uit de weg te ruimen.
Nog een andere kwestie: hoe pakt het allemaal uit voor de bestuurbaarheid van de EU? Het vermogen om efficiënt te opereren dreigt straks af te nemen. Over die problematiek buigt zich de conventie. Of dat afdoende oplossingen oplevert, moeten we echter afwachten. Het verankeren van de vroegere communistische landen in de EU is van groot belang, daarover geen misverstand. Maar gaat het niet te geforceerd? Er is een eerlijke discussie nodig, zodat er uiteindelijk een weloverwogen, goed onderbouwd en breed gedragen besluit valt.