„Rotterdam perkt vrijheid te veel in”
De ombudsman van Rotterdam, Migiel van Kinderen, vindt dat de gemeente de vrijheden van de Rotterdammers te veel inperkt.
Een gemeente die de vrijheid aan banden legt, moet tegenkrachten organiseren om te voorkomen dat ze grenzen overschrijdt. Van Kinderen betwijfelt of Rotterdam dat voldoende doet, schrijft hij in zijn dinsdag gepubliceerd jaarverslag 2007.Vrijheid van de burgers staat centraal, zei Van Kinderen gisteren. Het gemeentebestuur is deze hoofdregel uit het oog aan het verliezen. Het heeft op alle fronten ingezet in de strijd om de stad veilig te maken en daarvoor de afgelopen jaren onderdrukkende maatregelen genomen. Dat mag, maar onder strenge voorwaarden, aldus de ombudsman.
„De partijen overschreeuwen elkaar om inzet van middelen om de grootstedelijke problematiek aan te pakken”, zegt Van Kinderen. Het aan banden leggen van vrijheden moet zorgvuldig gebeuren. Inperking moet volgens de ombudsman uitzondering zijn en geen regel. De groei van vaak onorthodoxe maatregelen gaat volgens hem niet gepaard met meer en goede informatie over de wijze waarop burgers zich kunnen weren.
Ook vindt er geen goede controle en evaluatie plaats van de uitvoering van de ingrepen. „Je moet nadenken over wat je aan het doen bent.” Als voorbeeld noemt de gemeentelijke ombudsman de aangekondigde bezoeken bij mensen thuis, volgens de gemeente hét middel om illegale bewoning, fraude en schrijnende toestanden achter de voordeur aan te pakken.
De gemeente denkt te lichtzinnig over een aantal basisrechten en heeft die bij de deur gezet. De directeur veiligheid vertrekt en zegt: „Natuurlijk zijn we over de grenzen heengegaan”, en niemand trekt aan de bel, verbaast Van Kinderen zich.
Hij vindt dat de rechter er te weinig aan te pas komt. Dat wijt hij ook aan de slechte informatie. „Mensen kennen hun rechten niet en het is vaak moeilijk de koe bij de horens te pakken. Bij wie moet je zijn?”
De ombudsman ontving vorig jaar 883 klachten (995 in 2006), waarvan hij er 288 uitgebreid onderzocht. In de overige zaken moest of de gemeente de kwestie uitgebreid behandelen of was een telefoontje of een briefje voldoende. In 60 procent van de gevallen had bemiddeling een positief resultaat voor de klagers.