Kerk & religie

Bijbel als leidraad in huwelijk en echtscheiding

Iedere predikant krijgt er in zijn gemeente wel mee te maken: echtscheiding. Ook in de kerk lijken mensen steeds vaker én sneller hun huwelijk te ontbinden. „Laat de kerk vooral insteken op wat de Bijbel over het huwelijk zegt.”

J. M. Stolk
29 April 2008 14:36Gewijzigd op 14 November 2020 05:48
Ook in de kerk lijken mensen steeds vaker én sneller hun huwelijk te ontbinden. Foto RD, Henk Visscher
Ook in de kerk lijken mensen steeds vaker én sneller hun huwelijk te ontbinden. Foto RD, Henk Visscher

In de bestuurskamer van de Theologische Universiteit Apeldoorn wisselen ds. P. van der Kraan, ds. A. Schreuder en prof. dr. H. J. Selderhuis van gedachten over huwelijk en echtscheiding. Over wat de Bijbel daarover zegt. Over hun ervaringen in de kerkelijke gemeente.Ds. Van der Kraan, hervormd predikant te Urk en schrijver van het boek ”In trouw verbonden. Bouwstenen voor een bijbels huwelijk”, maakte een jaar of tien geleden een „hausse” aan echtscheidingen mee. „Wat een predikant dan kan doen? Alleen zeggen dat het niet mag helpt niet. Mensen komen echt niet naar je toe om te vertellen dat ze gaan scheiden; dat doen ze pas als ze willen hertrouwen.”

De predikant pleit voor een positieve insteek in de echtscheidingsproblematiek. „Benadruk dat het huwelijk een kostbaar geschenk van God is. Begin vroeg met huwelijkscatechese, besteedt er aandacht aan in preken en preekbesprekingen. Geef mensen een basis vanuit het Woord.”

Verbond
Ook in het pastoraat dienen predikanten regelmatig het huwelijk ter sprake te brengen, aldus ds. Schreuder, predikant van de gereformeerde gemeente te Rijssen-Zuid en lid van de synodale commissie huwelijk. „ Hoe vaak gebeurt het niet dat er iemand bij je komt en zegt: „Het staat zo in de Bijbel, maar ik vind…” Nee, het vaste uitgangspunt is wat de Bijbel over het huwelijk leert. Het is een verbond tussen twee mensen.”

Kerken moeten echtscheiding daarom niet te snel als een feit accepteren, vindt prof. Selderhuis, hoogleraar kerkgeschiedenis en kerkrecht aan de christelijke gereformeerde Theologische Universiteit in Apeldoorn. Hij promoveerde in 1994 op een onderzoek naar ”Huwelijk en echtscheiding bij Martin Bucer”. „Waar ik nogal eens tegenaan loop”, zegt hij, „is dat mensen zich zo snel bij een echtscheiding neerleggen. Het gaat niet meer, vinden ze. Dat kan toch nooit Gods bedoeling zijn? En dan gaan ze uit elkaar.”

Ds. Van der Kraan: „Maar ik wil óók onderstrepen dat er mensen zijn die serieus luisteren naar wat een predikant hun vanuit het Woord aanreikt.”

Ds. Schreuder: „Ja, er zijn ook wel echtparen die hun huwelijksproblemen op tafel leggen. Maar vaak blijken ze dan voor zichzelf te gaan en niet meer voor de ander.”

Prof. Selderhuis: „Er is een gebrek aan offervaardigheid.”

Ds. Schreuder: „En aan zelfverloochening.”

Prof. Selderhuis: „Wat meespeelt, is de visie op het huwelijk. Maar wat ook niet Bijbels is, is de romantisering van het huwelijk. Dat komt in de gereformeerde gezindte veel voor. Dan zie je in onze bladen van die foto’s staan waarop mensen elkaar diep in de ogen kijken. In een goed huwelijk klappen ook wel eens deuren.”

Ds. Schreuder: „En de vuilnisbak moet óók buiten worden gezet. Het huwelijk bestaat voor 95 procent uit gewone dingen. We spreken niet voor niets over trouwdag en niet over liefdesdag.”

Hulp inroepen
Kerkleden die overwegen te gaan scheiden, roepen soms pas op het laatste moment de hulp van een predikant in. Of helemaal niet, is de ervaring van ds. Van der Kraan. „In het gunstigste geval komt men bij je langs met de mededeling: „Dominee, het gaat niet meer.” Ik heb één, misschien twee situaties meegemaakt waarin men uiteindelijk tóch samen verderging. Het overgrote deel zet de scheiding door. Heeft het dan zin dat ze eerst bij jou komen? Ik vraag me wel eens af: Is het dat waard geweest?”

Ds. Schreuder: „Als mensen in hun gedachteleven de mogelijkheid van een scheiding toelaten, dan is het eigenlijk al te laat. Helemaal wanneer er een derde persoon in het spel is; dan is er nauwelijks tijd om te bezinnen.”

Prof. Selderhuis: „Je stuit al snel op het bekende probleem: Wanneer mag je wel scheiden en wanneer niet?”

Ds. Van der Kraan: „En je verzandt in allerlei casussen. Je moet mensen zover krijgen dat ze met échte vragen komen.”

Ds. Schreuder: „We moeten voorkomen dat we de echtscheidingsproblematiek benaderen vanuit een bepaalde concrete situatie. Je kunt medelijden met mensen tonen, maar uiteindelijk is de Bijbel onze leidraad: Wat zegt de Heere?”

Hij pauzeert even. Dan: „Ik denk dat de kerk niet in de gaten heeft hoeveel invloed de maatschappij heeft op het denken van jonge mensen. We veronderstellen al snel dat ze wel weten hoe het moet.”

Prof. Selderhuis: „Ik heb meegemaakt dat in een gemeente zo veel echtscheidingsgevallen waren, dat je bij een huwelijksdienst dacht: „Ja ja, ze beloven elkaar nu wel trouw, maar hoe zou het gaan? Aan de andere kant: we geloven toch nog wel dat de almacht van God dit kan doorbreken?”

„Als we de zonde belijden en de ander accepteren, is er verzoening mogelijk”, aldus ds. Schreuder. „Dan komt er ruimte voor de Heere, de Almachtige.”

Ds. Van de Kraan: „Inderdaad. En dan pleit ik toch weer voor een positieve insteek. Gemeente, kerkenraad, zie waar je taak ligt. In deze tijd staat het huwelijk op de tocht. Besteedt daarom veel meer tijd en energie aan jonge mensen - ook aan hen die daar niet om vragen. Waarom geen huwelijkscatechese voor stellen die vijf jaar getrouwd zijn? Er ligt hier nog een zendingsterrein open.”

Prof. Selderhuis: „En stel vragen tijdens een huisbezoek. „Bidden jullie nog samen?” Als dat niet het geval is, dan gaat het niet goed.”

Ds. Schreuder: „Een predikant moet de betekenis van het huwelijk concreet maken in de prediking. Ik worstel er wel eens mee om de dingen zo te verwoorden dat jongeren het begrijpen, zonder platvloers te worden in je woordgebruik.”

Ds. Van der Kraan: „Dat hoeft ook niet. Je staat op de kansel. Zaken als huwelijk en echtscheiding kunnen uitstekend aan de orde komen in prekenseries. Over Abraham, over Jakob. Dan kom je vanzelf bij de schreefgroei die er in huwelijken kan zijn.”

Overspel
De Bijbel ziet alleen overspel als duidelijke echtscheidingsgrond, aldus ds. Schreuder. „Dat is glashelder. We mogen niet zomaar flirten, iemand begeren of kijken naar seksfilms en pornografie óók als redenen zien om een huwelijk te ontbinden. In Mattheüs 5 noemt de Heere Jezus iemand aanzien om te begeren al overspel. Natuurlijk, er waren toen nog geen pornosites. Zondigen in je hart en met de ogen is nog wat anders dan met de daad overspel bedrijven.”

„Overspel is géén echtscheidingsgrond”, reageert ds. Van der Kraan. „Wanneer er sprake is van overspel, dan ís er al geen huwelijk meer. Er is dan sprake van echtbreuk. Of dat ook geldt bij het bekijken van pornosites? Ik blijf het een moeilijke vraag vinden. Aan de ene kant ja, of toch niet… Het blijft een glibberig terrein.”

Ds. Schreuder: „Hoererij is concreet één worden met het lichaam van een ander. Geldt dat ook in de virtuele wereld? De praktijk leert wel dat mensen pornografie aangrijpen om te scheiden. Als kerk moeten ons niet zomaar in deze gedachtegang laten meenemen.”

„Er gaat nog een vraag aan vooraf”, aldus prof. Selderhuis. „Wat bewéégt mensen om pornosites te bezoeken. Als bijvoorbeeld een man geen genegenheid van zijn vrouw krijgt, kun je hem die kant opjagen. Daarmee pleiten we hem niet vrij, maar het is wel iets om als kerk oog voor te hebben.”

Is ernstige psychische of fysieke mishandeling een reden om te scheiden? Prof. Selderhuis: „Het kan heel moeilijk zijn, maar als je daar snel ”ja” op zegt, laat je even snel mensen die ondanks deze moeiten niet gescheiden zijn maar geworsteld hebben, in de kou staan.”

Ds. Van der Kraan: „Ik heb een vrouw gekend die regelmatig door haar man werd mishandeld. Hij was vaak dronken. Op zijn sterfbed is zij van eeuwige zegen geweest. Stel dat ze eerder van hem was weggelopen…”

Ds. Schreuder: „Mensen kunnen ook een tijdje afstand van elkaar nemen. Belangrijk is in ieder geval dat zij professionele hulp krijgen. En, dat zeg ik zonder de moeiten weg te willen schuiven: bij God zijn alle dingen mogelijk.”

Tucht
Echtscheiding, zegt ds. Van der Kraan, vraagt van een predikant veel geduld en volharding. Soms kiest een kerkenraad ervoor gescheiden gemeenteleden onder tucht te zetten, bijvoorbeeld na overspel. „Tucht is de meest heilzame combinatie van het recht van God en recht doen aan de mens. En ook dán moeten we met hen meegaan.”

Ds. Schreuder: „Maar pastoraat is niet altijd meegaan. Tegengas is ook nuttig. Juist omdat we deze kerkleden willen terugbrengen, is er wel eens tegenspraak nodig. Mensen houden daar niet van - en dat vraagt vingeroefening.”

Prof. Selderhuis: „Zeker. We leven in een samenleving met alleen maar slachtoffers; er zijn geen daders.”

Ds. Van der Kraan: „Kerkleden die de eerste stap richting echtscheiding nemen, vragen we niet aan het avondmaal te gaan. Aan het einde van het traject stellen we de gemeente op de hoogte.”

Ds. Schreuder: „En vermanen. Niet één keer, maar herhaaldelijk.”

„Toch heb ik wel eens het idee”, zegt prof. Selderhuis, „dat kerkenraden overgaan tot tucht als ze niet meer weten wat ze moeten doen. Of ze hanteren de tucht alleen bij overtreding van het zevende gebod. Als je soms hoort hoe mensen over elkaar spreken of omgaan met geld, dan zou tucht ook wel op zijn plaats zijn.”

Volgens de Apeldoornse hoogleraar zouden kerken meer moeten samenwerken als kerkleden onder tucht staan. „Vaak gebeurt het dat mensen gewoon naar een andere kerk overstappen. Dan is het belangrijk dat we als gereformeerde kerken één lijn trekken. Tucht heeft het behoud van zondaren op het oog.”

Hertrouwen
Het „verbijstert” ds. Van der Kraan wel eens dat mensen na overspel en scheiding vaak snel weer willen hertrouwen.

Prof. Selderhuis: „En dan wordt dikwijls meteen gezegd: dat is iemand die de Heere op mijn weg heeft geplaatst.”

Ds. Schreuder: „Vaak wordt gedacht: echtscheiding mag in bepaalde gevallen, dus hertrouwen ook. Maar echtscheiding en hertrouwen zijn twee verschillende zaken.”

Prof. Selderhuis: „Ik krijg wel eens het verwijt dat ik te streng ben. Maar wanneer een kerkenraad twijfelt of hij een zegen over een relatie wil geven, dan moet men er niet aan beginnen.”

Ds. Van der Kraan: „Het is opvallend dat de oudvaders een ruimhartig standpunt innamen over hertrouwen. Het gebeurde nogal eens dat een man niet terugkwam na een zeereis van de Oost-Indische- of West-Indische Compagnie. Blijkbaar liet men het leven zwaarder wegen dan de leer.”

Ds. Schreuder: „Toch moet de Bijbel altijd de norm zijn in de ethiek. Mensen zijn voortdurend bezig om van de praktijk de regel te maken.”

Dit is het tweede deel in een serie artikelen over echtscheiding.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer