Raad hekelt gebrek aan toezicht op ziekenhuis
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) moet beter toezicht houden op de veiligheid en kwaliteit in zorginstellingen. Op dit moment rekent de overheid er te veel op dat besturen van ziekenhuizen en andere instellingen die verantwoordelijkheid zelf aankunnen.
Dat stelde de Onderzoeksraad voor Veiligheid onder leiding van mr. Pieter van Vollenhoven maandag in een rapport. De raad heeft voor het eerst de veiligheidsrisico’s in de gezondheidszorg onderzocht.Dat gebeurde nadat de IGZ in april 2006 de afdeling hart-longchirurgie van het Universitair Medisch Centrum St Radboud (UMC) in Nijmegen onmiddellijk liet sluiten, toen bleek dat er abnormaal veel patiënten waren overleden. „Een buitengewoon pijnlijke gebeurtenis”, aldus UMC-bestuursvoorzitter Lohman gisteren in een reactie op het rapport van de onderzoeksraad.
De IGZ zou moeten controleren of instellingen hun verantwoordelijkheid voor veiligheid goed hanteren, maar is daar volgens de onderzoeksraad nog ver van verwijderd. Bijvoorbeeld bij het UMC St Radboud zag de inspectie vrijwel uitsluitend gegevens die het ziekenhuis zelf verstrekte. De betrokken hartspecialisten waren zich er niet van bewust dat hun prestaties onvoldoende waren.
De affaire in het UMC kwam aan het licht toen een hoogleraar cardio-anesthesiologie in een uitgelekte e-mail aan collega’s schreef dat hij zich niet in zijn eigen ziekenhuis zou laten opereren wegens het hoge aantal sterfgevallen.
Volgens de onderzoeksraad beschouwde de raad van bestuur van het ziekenhuis de veiligheid van de patiënt als het domein van de medisch specialisten. De raad van bestuur controleerde ook niet of artsen van hun fouten leerden. Lohman: „Het zou me niet verbazen als het in andere ziekenhuizen net zo gaat als bij ons tot twee jaar geleden.”
Het UMC opende deze maand als eerste instelling in Nederland een eigen Instituut voor Waarborging van Kwaliteit en Veiligheid, dat toeziet op de naleving van de wetten waarin de verantwoordelijkheid van artsen en bestuurders voor de patiënten is geregeld. Het instituut controleert en kan ook op eigen gezag onderzoeken uitvoeren. De Onderzoeksraad voor Veiligheid wil dat de minister van Volksgezondheid een vergelijkbare regeling landelijk invoert. „Andere instellingen hebben al belangstelling getoond. Maar het zal elders tijd kosten. Bij ons is het min of meer afgedwongen, want het vertrouwen in ons ziekenhuis was zeer ernstig geschaad”, aldus Lohman.
Adviesbureau Deloitte zei gisteren op grond van eigen onderzoek dat de introductie van de vrije prijsvorming ziekenhuizen heeft gestimuleerd knelpunten op te lossen voor een op de vijf behandelingen. Daardoor kunnen ze meer patiënten sneller helpen met hetzelfde budget. Dankzij die nieuwe werkwijze zijn de wachtlijsten voor die behandelingen verdwenen.
Voor een aantal veelvoorkomende ingrepen (zoals heup-, knie- en staaroperaties) zijn de prijzen vrijgegeven. Ziekenhuizen onderhandelen met zorgverzekeraars over de prijs. Grootste probleem is dat het voor verzekeraars en patiënten moeilijk blijft de behandeling in verschillende ziekenhuizen met elkaar te vergelijken.
Volgens het onderzoek is met de invoering van vrije prijsvorming voor 20 procent van de behandelingen „het kwaliteitsdenken in ziekenhuizen zichtbaar toegenomen.” De onderzoekers constateren dat de kwaliteit van de zorg nu beter is, niet alleen van de behandelingen waarvoor die vrije prijsvorming geldt maar ook bij de overige behandelingen.