Kapotte relatie niet verder verpulveren
„De wet van de Heer is volmaakt, levenskracht voor de mens.” En: „Pleeg geen overspel.” Deze Bijbelteksten sieren een schilderij met allerlei citaten uit de wet en de Schrift. Het hangt in de hal van de Veenendaalse vestiging van advocatenkantoor Bouwman Van Dommelen. „Ik ben bij elk echtpaar weer onder de indruk van het verhaal en van de pijn die een scheiding veroorzaakt.”
De omgang met echtscheiding vormt een schijnbare tegenstelling in zijn praktijk, ervaart familierechtadvocaat mr. Jan Willem A. van Dommelen. „Enerzijds zijn wij tegen echtscheiding, anderzijds zijn scheidingszaken onze specialiteit. Wij doen deze zaken dus vreemd genoeg liever wel. Omdat wij als advocatenkantoor met een christelijke achtergrond de randvoorwaarden voor het uit elkaar gaan goed willen regelen. Puur om meer schade te voorkomen en een basis te leggen voor de verdere toekomst van ouders en kinderen.”Het advocatenkantoor Bouwman Van Dommelen heeft een deels christelijke clientèle. De vier vestigingen bevinden zich in de biblebelt: Utrecht, Bunschoten, Veenendaal en Hardinxveld. Van Dommelen ziet ook cliënten langskomen uit de rechterflank van de gereformeerde gezindte die een echtscheiding willen. „Het aantal echtscheidingen neemt, ook in reformatorische kring, fors toe. Want ook daar trekken echtparen vaker dan vroeger de conclusie om te scheiden.”
Landelijk gezien eindigen vier van de tien huwelijken in een echtscheiding. „Ik denk dat we toegroeien naar de situatie in de VS, waar het echtscheidingspercentage op 50 ligt. Overigens loopt in België wel 71 procent van de huwelijken stuk.”
Huwelijksconvenant
Als echtparen bij de advocaat komen, is het besluit voor een scheiding al definitief, is Van Dommelens ervaring. „Zij hebben bijna altijd de mogelijkheden het huwelijk te redden ruimschoots benut, onder andere door huwelijkstherapie. Helaas tevergeefs. Wij bespreken dan eerst de mogelijkheid van een huwelijksconvenant. Dat is een regeling waarbij de partners, buiten de rechter om, voorlopig uit elkaar gaan. Het huwelijk blijft dan formeel intact, maar wel worden allerlei zaken, zoals alimentatie, de woonsituatie, verdeling van het vermogen, de omgangsregeling met de kinderen, goed geregeld.”
Dit lukt in slechts in 1 à 5 procent van de praktijkgevallen, constateert de Veenendaalse advocaat. „In tweede instantie zetten wij in op een scheiding van tafel en bed, een formele scheiding via de rechter waarbij het huwelijk in stand blijft. Dat gebeurt in 20 procent van onze scheidingsaanvragen. Dat is veel, want landelijk ligt dit percentage op iets boven de 0.”
In de overige driekwart van de gevallen eindigt de aanvraag in een complete echtscheiding, onder andere wanneer een van de twee partners daaraan vasthoudt. Scheiden kan op twee manieren. „Als mensen met elkaar in gevecht blijven, treden we op als belangenbehartiger. Dan moeten we de zaak vaak uitprocederen. Jammer, want de rechter bekijkt de zaken fragmentarisch en zwart-wit.”
Mediation
Het accent is de afgelopen tien jaar steeds sterker komen te liggen op bemiddeling. Die mogelijkheid benutten de zeven familierechtadvocaten van het kantoor zo veel mogelijk. „In dat geval zijn wij echtscheidingsbemiddelaar, en regelen we de zaak via deze zogeheten mediation. Dat heeft aan deze driehoekige tafel plaats. Beide partijen proberen dan met onze hulp juridische afspraken te maken over de toekomst en de gevolgen van de scheiding te regelen.”
Het advocatenkantoor probeert zo veel mogelijk een ouderschapsplan op te stellen. „Dat houdt in dat ouders die gaan scheiden alle zaken rond hun kinderen -omgang, overleg en opvoeding- goed regelen.” De regering stelt in het wetsvoorstel-Donner, dat op behandeling in de Eerste Kamer wacht, zo’n plan verplicht bij scheiding van ouders. „Wij nemen dat nu al mee. Kinderen zijn heel kostbaar. Een van de spelregels die ouders afspreken is: nooit in de aanwezigheid van of via de kinderen onderhandelen.”
Jaarlijks hebben zo’n 70.000 kinderen met de scheiding van hun ouders te maken. „Als de situatie vooraf niet goed wordt geregeld, komt er een enorm getouwtrek rond bijvoorbeeld de omgangsregeling. Dat levert ontzettend veel psychische en financiële schade op. Kinderen van gescheiden ouders hebben dáárdoor meer kans op psychische ziekten, of om te vervallen in criminaliteit. Ik heb wat moeten procederen over de invulling van de zondag of over de identiteit van de school. Wat doet dat met kinderen?”
Van Dommelen pleit ervoor dat ouders jaarlijks een evaluatiemoment inbouwen om met elkaar de afspraken te bekijken en de ontwikkeling van hun kinderen te bespreken. „Als het loopt, dan leert de ervaring dat het vaker gebeurt.”
Kerken
In de praktijk blijkt de familierechtadvocaat dat christenechtparen het moeilijker dan niet-christelijke paren vinden om ”goed uit elkaar te gaan”. Van Dommelen wijt dat aan de inspanningen van kerken om de echtscheiding tegen te houden. „Als een relatie feitelijk dood is, blijven de echtgenoten soms jaren apathisch afwachten wie als eerste een stap neemt om het huwelijk te ontbinden - bang als ze zijn voor de tucht. Door dat afwachten verpulvert het laatste beetje omgang en krediet dat de echtgenoten met en bij elkaar en hun achterban hebben. Die ruimte hebben zij juist nodig om met elkaar te overleggen hoe ze uit elkaar gaan.”
Als een van de twee eenmaal stappen zet om te scheiden, „laat iedereen de zaak vallen”, stelt Van Dommelen. „Het pastoraat en de familie stoppen vaak alle bemoeienis met een van beiden. De betrokkene wordt vaak vreemde in de eigen kerk, het publiek wordt partij, monsterverbonden worden gesloten en vaak laat de buitenwacht een van de partijen -veelal de vader- als een baksteen vallen. Hij wordt uit de kerk en gemeenschap gestoten. Die eenzijdige focus op de schuldvraag helpt niemand. Bovendien dreigen de kinderen helemaal verknipt te raken door het beeld van de foute vader, terwijl ze toch -dat blijkt uit allerlei onderzoeken- van hem blijven houden.”
Beschuldigingen van incest door de vader maken overigens niet zo veel indruk meer op de rechter als vroeger, is Van Dommelens ervaring. „Tien jaar geleden was dat een hype. Als een moeder haar ex daarvan beschuldigde, onderzocht de Raad voor de Kinderbescherming de klacht. Dat duurt algauw een halfjaar. Al die tijd had de vader geen omgang met zijn kind(eren). Tegenwoordig kun je een incestbeschuldiging niet gemakkelijk meer voor dat doel misbruiken.”
Van Dommelen vindt dat hij een missie heeft. „Ik wil de gereformeerde gezindte ervan overtuigen dat kerken hun tijd niet alleen meer moeten stoppen in het tegenhouden van een echtscheiding als de relatie reddeloos verloren is. Ambtsdragers zouden veel meer energie moeten steken in het voorkómen van echtscheiding en in de pastorale zorg erna. Dat laatste terrein ligt nu volkomen braak. Zij moeten het pastoraat aan mensen die met echtscheiding te maken hebben niet verminderen, maar verdubbelen.”
De bemiddelingsadvocaat voert zijn missie uit door lezingen en gesprekken met de christelijke hulpinstellingen Eleos, De Driehoek, Schuilplaats en De Vluchtheuvel. „Zij hebben belangstelling voor onze visie. Als de relatie onherstelbaar stuk is, is dat het moment om over te stappen op het beperken van de schade. Ik pleit voor een multidisciplinair overleg bij elke definitief kapotte relatie tussen pastoraat, diaconaat, hulpverlening en bemiddelingsadvocatuur. Om nog erger te voorkomen.”