Koninklijke kerkbank staat veelal leeg
De koninklijke kerkbanken die Nederland kent, staan veelal leeg. Dat blijkt uit een inventarisatie door deze krant.
Nederland telt acht van dergelijke banken: in Amsterdam, Den Haag, Baarn, Breda, Lage Vuursche, Leeuwarden en twee in Apeldoorn. Alleen die in Apeldoorn worden nog incidenteel gebruikt. Vaak gaat het dan om familieplechtigheden, zoals een doopdienst. Daarvoor wordt de hofkapel van Paleis Het Loo gebruikt.Koningin Beatrix geeft er net als haar moeder de voorkeur aan niet in een speciale erebank plaats te nemen, maar ergens tussen de kerkgangers te gaan zitten. Als zij in de Haagse Kloosterkerk ter kerke gaat worden voor haar en haar hofhouding wel enkele banken gereserveerd. Koningin Wilhelmina was de laatste koningin die de verschillende koninginnebanken frequent gebruikte, zo blijkt uit onderzoek door de redactie.
Dr. Paul Rem, conservator meubilair van Paleis Het Loo en gepromoveerd op historisch kerkmeubilair, vindt het jammer dat de koninklijke familie de stijlvolle kerkbanken niet meer benut. „Het is een merkwaardige ontkenning van de positie die de koninklijke familie inneemt. De bank is een ereplaats en de koninklijke familie ís nu eenmaal hooggeplaatst. Waarom erkennen ze dat niet?” Koningin Beatrix zit nu vaak op de voorste rij „op dezelfde ongemakkelijke, rechte, rieten stoel waar ook de andere aanwezigen op zitten. Dat is gelet op de traditie heel vreemd.”
De jaren zeventig zijn er debet aan, stelt de conservator vast. „Koningin Juliana ervoer de koninklijke kerkbanken als te afstandelijk. Zij zag er bewust van af de ereplaats te gebruiken. Dat is ook helemaal in de geest van die tijd.”
Verder speelt mee dat kerkgang voor steeds meer Nederlanders privé is, stelt Rem. „Toen prinses Juliana en prins Bernhard vlak voor de oorlog hun intrek in Paleis Soestdijk namen, verschenen er ook foto’s van hun eerste bezoek aan de kerk daar. Statig, in de koninklijke bank. Nu zien we geen foto’s meer van koningin Beatrix die ter kerke gaat. We weten eigenlijk niet eens of de koningin wel gaat. Dat beschouwen we nu als behorend tot het privédomein.”