Voedselcrisis dreigt 15 miljoen Latijns-Amerikanen in armoede te drijven
Zo’n vijftien miljoen Latijns-Amerikanen dreigen door de stijgende voedselprijzen in de armoede te belanden. De Economische Commissie voor Latijns-Amerika en de Caraïben (ECLAC), een regionale VN-organisatie, roept de landen in de regio op tot actie ten voordele van de meest kwetsbare bevolkingsgroepen.
ECLAC verwacht dit jaar 4,7 procent groei van het bruto binnenlands product (bbp) in Latijns-Amerika en de Caraïben, een procentpunt minder dan het cijfer van vorig jaar.De uitvoerend secretaris van het regionale VN-orgaan, José Luis Machinea, zei tijdens een persconferentie dat de recessie waar de VS op afstevenen een impact zal hebben op de regio. De impact zal echter minder sterk zijn dan in het verleden, omdat Latijns-Amerika nu beter is voorbereid.
De effecten van de huidige neergang zullen verschillen per land, zei hij. De armste landen zullen het hardst getroffen worden, als gevolg van de stijgende voedselprijzen, evenals de landen die fabrieksproducten exporteren naar de VS. De landen die veel emigranten in de VS hebben, zoals Mexico en de landen van Centraal-Amerika, zullen de gevolgen ook merken. Die emigranten kunnen minder geld naar huis sturen.
Mexico krijgt het meeste geld binnen van emigranten. In 2007 ging het om bijna 24 miljard dollar, ofwel 2,7 procent van het bbp. Haïtianen sturen jaarlijks 8 miljard dollar naar huis. Op Haïti vertegenwoordigt de geldstroom 30,4 procent van het bbp.
Subsidies
Sinds begin 2006 stegen de voedselprijzen in de regio met 6 tot 20 procent per jaar. Vooral arme gezinnen hebben daaronder te lijden. ECLAC roept de landen in de regio op om daar iets aan te doen, door de importtarieven en de verkoopsbelasting te verlagen, en subsidies te geven aan kwetsbare sectoren.
„In landen waar 15, 20 of 30 procent van de bevolking in extreme armoede leeft, moet snel actie worden ondernomen”, zei Machinea. „Maar er zijn verschillende landen in de regio die de fiscale middelen niet hebben om te handelen. In die gevallen is internationale hulp cruciaal.”
ECLAC ziet het als noodzakelijk voor de geïndustrialiseerde en middeninkomenlanden dat netto-exporteurs van voedsel een speciale bijdrage leveren aan organisaties zoals het Wereldvoedselprogramma (WFP), die noodhulp kunnen bieden aan risicogroepen.
Als de voedselprijzen nog 15 procent hoger worden, zou de extreme armoede in de regio stijgen van 12,7 tot 15,9 procent, zegt ECLAC. Als geen maatregelen worden genomen, betekent dat dat 15,7 miljoen Latijns-Amerikanen in een situatie van extreme armoede kunnen belanden, en eenzelfde aantal in armoede. In VN-jargon is iemand extreem arm als hij of zij moet rondkomen met minder dan 1 dollar per dag.
Sociale conflicten
Op de vraag of er sociale en politieke conflicten kunnen uitbreken in de regio als gevolg van de verslechterende situatie, zei Machinea dat het grootste risico ligt bij de stijgende voedselprijzen, niet bij de afnemende groei van het bbp. Veel Latijns-Amerikaanse economieën zullen blijven groeien met 5 tot 7 procent in 2008.
ECLAC voorspelt de sterkste groei voor dit jaar in Panama (8 procent), gevolgd door Argentinië en Peru (7 procent), Uruguay (6,5 procent), Colombia en Venezuela (6 procent) en Bolivia, Paraguay en de Dominicaanse Republiek (5 procent).
De lijst gaat verder met Brazilië (4,8 procent groei), Chili, Costa Rica, Guatemala en Honduras (4,5 procent), El Salvador (4 procent), Haïti en Nicaragua (3,5 procent), Ecuador (3 procent) en Mexico (2,7 procent).