Help het milieu: eet minder vlees
Het produceren van vlees is nadelig voor het milieu: er is veel veevoer voor nodig dat soms over grote afstanden moet worden vervoerd. Martine van Meekeren-Vonk roept Nederlanders daarom op minder vlees te eten.
Het lijkt of er momenteel te weinig te eten is op de wereld. Voedselprijzen stijgen en biobrandstoffen worden aangewezen als de oorzaak van de tekorten. Dat is deels terecht. Een belangrijke drijvende kracht is de groeiende consumptie van vlees en zuivel. De Nederlandse consument kan zijn eigen bescheiden bijdrage leveren aan het probleem: eet eens een groenteburger of een kipfilet in plaats van een biefstuk.Wereldwijd is voldoende vruchtbare landbouwgrond beschikbaar om voedsel te produceren voor alle mensen op aarde. Toch lijden 800 miljoen mensen honger. Recente prijsstijgingen zetten de voedselvoorziening nog meer onder druk. Er is niet maar één oorzaak voor de turbulentie op de wereldvoedselmarkt. Naast misoogsten en falend overheidsbeleid in sommige landen speelt ook de stijgende vraag naar grondstoffen voor voedsel (food), diervoeding (feed) en biobrandstof (fuel) een belangrijke rol, vanwege de toenemende druk op landbouwgrond.
Het idee was dat biobrandstoffen zouden helpen de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, maar het milieuvoordeel blijkt matig tot negatief. Vooralsnog worden biobrandstoffen vooral door overheidsbeleid gestimuleerd: in de VS en in de EU zijn biodiesel en ethanol zonder subsidies zeer verliesgevend. Als we zouden willen, is het landgebruik voor biobrandstoffen snel terug te dringen met overheidsbeleid.
Ingewikkelder ligt de toenemende consumptie van vlees en zuivel -in feite de grootste uitdaging voor de wereldvoedselvoorziening. In totaal gebruikt de veehouderij 30 procent van het landoppervlak en 70 procent van alle landbouwgrond wereldwijd. De VN-voedselorganisatie FAO verwacht dat tussen nu en 2050 de consumptie van vlees zal verdubbelen. Dat betekent dat nog meer vruchtbare landbouwgrond gebruikt zal worden voor de verbouw van soja, mais en graan en niet voor voedsel. Een aanzienlijk deel van het Nederlandse veevoer komt uit landen als Brazilië en Thailand.
Daarnaast berekende de FAO dat de veehouderij 18 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen veroorzaakt, met name door de uitstoot van methaan. Nog altijd vindt op grote schaal ontbossing plaats om weidegrond en akkers te creëren voor de verbouw van veevoer. Door deze ontbossing te stoppen kan een derde van de emissie van de veehouderij worden gestopt. Dat geeft wellicht ook ruimte om de eerdergenoemde biobrandstoffen efficiënter te ontwikkelen, zodat alleen afvalstoffen uit de agrarische sector gebruikt hoeven worden.
Het punt is dat de overheid moeilijk grip krijgt op de consumptie van dierlijke eiwitten. Als mensen rijker worden, gaan ze meer vlees en zuivel eten. Dus een eventuele vermindering van het milieueffect moet in elk geval deels van de consument zelf komen.
Niet efficiënt
De Nederlandse consument kan een concrete bijdrage leveren door zijn eetpatroon aan te passen. Minder vlees eten betekent een aanzienlijke verlaging van ruimtegebruik voor veevoer. Voor het produceren van 1 kilogram vlees is, afhankelijk van het soort dier, 3 tot 8 kilo veevoer nodig. Dat is inefficiënt ruimtegebruik.
Daarnaast draagt het eten van minder vlees bij aan een lagere uitstoot van broeikasgassen. Niet alleen het eten van minder vlees, ook het soort vlees heeft effect. Voor de productie van 1 kilogram kippenvlees is aanzienlijk minder voer nodig dan voor 1 kilogram rundvlees. Ook de keuze voor biologisch vlees heeft effect, omdat in de duurzame landbouw zo veel mogelijk lokaal geproduceerd veevoer wordt gebruikt, wat de druk op landbouwgronden in ontwikkelingslanden aanzienlijk vermindert. Door hier wat minder vaak vlees te eten, komt er weer lucht op de wereldvoedselmarkt.
De auteur is adviseur voor CLM Onderzoek en Advies, dat zich vooral bezighoudt met de duurzame landbouw.