„Wij zitten als stervelingen onder elkaar”, zei de predikant, ds. P. Lootsma. De Koningin zocht de kerk, waar ze geregeld met haar gezin komt, op in de hoop daar „troost en beschutting” te vinden, bleek uit de woorden van ds. Lootsma. Behalve koningin Beatrix waren ook prins Willem-Alexander, prinses Máxima, prins Johan Friso, prins Constantijn en prinses Laurentien aanwezig. Ze waren allen in het zwart gekleed.

De predikant sprak een speciaal gebed uit voor het koninklijk gezin, de familie Von Amsberg en de velen die in prins Claus een „inspirerende metgezel” hebben verloren. „Dat de leegte die hij achterliet, gevuld mag worden met dankbaarheid voor wat hij heeft betekend.” Ook bad de voorganger voor allen die betrokken zijn bij de uitvaart: „Dat recht gedaan mag worden aan de prins.”

Ds. Lootsma preekte -in afwijking van het rooster- over Genesis 23, waarin Abraham afscheid moet nemen van zijn vrouw Sara. De geschiedenis herinnert aan de sterfelijkheid. „De dood is zo snijdend onherroepelijk en herinnert ons aan onze machteloosheid”, zei de predikant. Maar ondanks zijn enorme verdriet had Abraham volgens hem het besef dat de dood niet het laatste woord heeft.

De levende God ontfermt Zich over de doden, benadrukte ds. Lootsma. „God laat niet varen de werken van Zijn handen. Hetzij wij leven, hetzij wij sterven, wij zijn des Heeren. Aan Hem behoren wij toe”, zo besloot hij zijn preek.

Tijdens de dienst klonk stemmige muziek. De gemeente zong onder meer Psalm 103 en een lied van de theoloog Oosterhuis (gezang 487), die zal meewerken aan de uitvaartdienst van prins Claus. De emeritus-predikant ds. C. A. ter Linden, die zestien jaar voorganger in de Kloosterkerk was, zat bij het koninklijk gezin. Hij zal de uitvaartdienst in de Nieuwe Kerk in Delft leiden.

Willem-Alexander en Máxima gingen na afloop van de dienst te voet richting Paleis Noordeinde, gadegeslagen door een groep belangstellenden en fotografen.