Dordtse vaderen kijken toe op Calvijncongres
Bijzonder is het zeker dat in het hart van Berlijn, in een van de meest gerenommeerde musea van de stad, in de lente van 2009 een tentoonstelling over het calvinisme in Duitsland en Europa van start moet gaan. Ter voorbereiding op deze tentoonstelling vindt deze week in het Deutsches Historisches Museum (DHM) een internationaal congres over Calvijn en het calvinisme plaats.
Het museum is gevestigd in het immense gebouw aan Unter den Linden, dat in vroeger jaren als wapenarsenaal diende. Dat past dus wel bij Calvijn, die nogal gek was op militaire terminologie en met zijn geschriften, brieven en preken ten strijde trok tegen wat hij als vijandig zag. Het zal hem ook deugd hebben gedaan dat tegenover het DHM de Berliner Dom in volle glorie staat terwijl de demontage van het eveneens nabijgelegen socialistische Palast der Republik bijna voltooid is.Maar het ware werk van deze week gebeurde binnen, op geheel Duitse en evenzeer geheel calvijnse wijze, dat wil zeggen met hoge inhoudelijke kwaliteit, strakke planning, gelikte organisatie en rijkelijk eten en drinken.
Bisschop
Bisschop Huber is het gezicht van de Evangelische Kirche in Duitsland (EKD) en hij is dan ook vaak te zien en te horen in de media. Dat hij het openingswoord verrichtte, geeft iets aan van het belang dat de Duitse kerk hecht aan de viering van het Calvijnjaar. Er zijn zelfs twee predikanten twee jaar lang vrijgesteld om allerlei activiteiten te organiseren en te coördineren. Nu maken de meeste gereformeerde kerken in Duitsland deel uit van de EKD en bovendien vond er in de 19e eeuw een unie plaats waarbij in delen van Duitsland de gereformeerden met de Lutheranen fuseerden, dus dat zal de belangstelling ook wel verklaren.
Recht
De bisschop was van mening dat de reformatie zonder Calvijn ondenkbaar zou zijn geweest en ook onvolledig zou zijn gebleven. Interessant is wel of er ook een inhoudelijke interesse bestaat voor de theologie van Calvijn en of de verwachting bestaat dat Calvijns boodschap ook de Duitse kerk nog tot betere tijden kan helpen. Als de programmafolder van dit congres tekenend is, valt er nog heel wat te verwachten, want in groot formaat prijkt op de achterkant de synode van Dordrecht. Sterker nog, het congres wordt in de grote en luxe bioscoopzaal van het DHM gehouden en in kolossaal formaat staan de Dordtse vaderen de deelnemers voortdurend voor ogen.
Christoph Strohm, hoogleraar in Heidelberg, is specialist op het gebied van de verhouding tussen Calvijn en het recht. In zijn lezing liet hij zien hoezeer Calvijn in zijn theologie de resultaten van zijn juridische opleiding verwerkt heeft, en tegelijk hoe sterk de invloed van zijn theologie op de gereformeerde juristen van de 16e en de 17e eeuw was. Nu juristen langzamerhand de dienst uitmaken in de kerk, is dit een wel zeer interessant thema geworden. Calvijn had juristen hoog, maar wees er toch op dat er een essentieel verschil bestaat tussen burgerlijk recht en kerkelijk recht.
De bestsellers van de 16e eeuw waren de beknopte gereformeerde dogmatieken die Calvijn, Petrus Martyr Vermigli en anderen uitgaven. Irena Backus, hoogleraar in Genève, gaf op de haar eigen wijze een grondig bericht over de wijze waarop deze boeken de gereformeerde reformatie bevorderd hebben.
Deze geschriften werden destijds namelijk ook gelezen en gedoceerd. Juist in een leescultuur als die de gereformeerde wereld kenmerkte, waren dit de media waarmee het gereformeerde denken zich wist te verbreiden. Compact, helder en actueel. Dat waren de kwaliteiten van de gereformeerde handboeken destijds.
Helaas moest professor Irene Dingel, directrice van het Instituut voor Europese Geschiedenis in Mainz, concluderen dat de huidige calvinisten nauwelijks nog iets kunnen beginnen met deze boeken en met de gereformeerde belijdenissen, zoals dat vrij algemeen in de kerken het geval is. Zij bekijkt de dingen vanuit de Duitse kerk en zij keek bij deze woorden niet heel vrolijk. Helaas was de bisschop al weer weg toen Frau Dingel dit zei.