Binnenland

„Eén misstap en ze zijn Wendy kwijt”

Een psychisch zieke jonge vrouw gaat in de kliniek voortdurend over de schreef en riskeert daarmee dwangverpleging. „We zijn bang dat Wendy straks iets doet wat niet kan.”

15 April 2008 10:19Gewijzigd op 14 November 2020 05:44

„Johnny”, schreeuwt de bezoekster van de Haagse rechtbank. Direct na het betreden van de tweede verdieping zet de jonge vrouw aan voor een enorme sprint. De bodes van de rechtbank gaan onverstoorbaar door met het raadplegen van zittingsschema’s en zalenroosters. Andere bezoekers, minder vertrouwd met rechtbanktaferelen, kijken verschrikt op.De sprint van de vrouw eindigt bij Johnny. Hij blijkt haar broer en lijkt het tegenbeeld van zijn zus. Zij oogt paniekerig, hij zelfverzekerd. Zij roept en schreeuwt, hij reageert met een nauwelijks hoorbaar: „Ssssst.”

Als de vrouw wat is gekalmeerd, springt ze haar broer in de armen. Het witte speelgoedkonijn dat ze tot dan toe tegen haar borst gedrukt hield, rolt op de grond. De wegen van de twee scheiden als de bode het begin van haar zaak aankondigt. De vrouw en haar advocaat nemen plaats in de rechtszaal, Johnny kijkt vanaf de publieke tribune toe.

Tijdens de zitting wordt duidelijk wat Wendy mankeert. Al maanden verblijft ze in een psychiatrische inrichting, waar ze de zaak regelmatig op stelten zet. Eerst stichtte ze twee keer in korte tijd brand op haar kamer, met gevolg brandschade aan beddengoed en meubilair én brandwonden aan haar beide benen. De kliniek deed aangifte, maar door een administratieve slordigheid van justitie duurde het ruim een jaar voor Wendy voor de rechter verscheen. Vervolgens stelde de rechtbank de zaak diverse keren uit om deskundigen de gelegenheid te geven de vrouw te onderzoeken. In de tussentijd ging ze in de kliniek nog een paar keer over de schreef, zodat de rechter zich uiteindelijk over drie incidenten moest buigen.

Behalve dat ze brandstichtte, bedreigde Wendy een medebewoonster door scheermesjes onder haar kamerdeur door te schuiven. Haar laatste slachtoffer was een bewaker, die assistentie verleende toen ze moest worden overgebracht naar de isoleercel. Ze zette haar tanden in zijn arm toen ze de opdracht kreeg haar sieraden af te doen.

Deskundigen vinden de vrouw vanwege een persoonlijkheidsstoornis verminderd toerekeningsvatbaar. In de laatste rapportage die is opgemaakt in de kliniek staat dat „stabiliteit” naar alle waarschijnlijkheid het hoogst haalbare is.

Als de rechter de vrouw ondervraagt, toont ze iets van haar innerlijke strijd. Bijvoorbeeld als ze uitlegt waarom ze brandstichtte; een paar dagen daarvoor beviel haar schoonzus, de vrouw van Johnny, van een in de baarmoeder overleden kind. „Ik mocht bij de begrafenis zijn, maar toen ik terugkwam op mijn kamer raakte ik in de war. Ik heb geen pijn van brandwonden gevoeld.”

Ooit opperden sommige begeleiders in de kliniek de mogelijkheid van begeleid zelfstandig wonen. Maar na het laatste incident, het mishandelen van de bewaker, is dat scenario voor Wendy niet langer reëel. „We zijn bang dat Wendy straks iets doet wat niet kan”, zegt een van de deskundigen uit de kliniek.

De officier van justitie vindt dat Wendy het begeleid wonen voorlopig moet vergeten. De vrouw heeft een voorlopige hechtenis van 35 dagen achter de rug. Daarbovenop eist hij tbs met voorwaarden. Die komen erop neer dat de vrouw alle behandelafspraken moet naleven en dwangverpleging riskeert als ze na terugkeer in de inrichting opnieuw over de schreef gaat.

Vanaf de publieke tribune reageert Johnny hoofdschuddend op de eis. „Voor de kliniek is tbs met voorwaarden de manier om van m’n zus af te komen. Eén misstap en ze zijn d’r kwijt.”

De rechter spreekt van een moeilijke zaak, maar onderstreept dat Wendy moet begrijpen dat ze met haar gedrag anderen tot last is. Twee weken later wijst ze de geëiste tbs met voorwaarden toe.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer