Na SoW-fusie krijgen classes enig respijt
In gebieden waarin de classicale vergaderingen na de SoW-fusie nog niet willen samengaan, blijven gedurende ten hoogste vijf jaar twee classicale vergaderingen bestaan. Dat komt naar voren in de concept-overgangsbepalingen, zoals die aan de orde komen in de triosynode van 21 tot 23 november 2002.
In de overgangsbepalingen worden regelingen gegeven met betrekking tot de zaken die deze twee vergaderingen gezamenlijk moeten doen. Indien er twee classicale vergaderingen blijven, kunnen verenigde (wijk)gemeenten, gefedereerde (wijk)gemeenten en evangelisch-lutherse gemeenten zelf aangeven tot welke classicale vergadering zij willen behoren. De (wijk)kerkenraden krijgen, aldus een persbericht van de SoW-kerken, tijdig bericht welk ambt hun afgevaardigde naar de classicale vergadering dient te hebben.
In een classis met een gefedereerde classicale vergadering dan wel met een samenwerkende classicale vergadering die daarom verzoekt, wordt een nieuwe classis met een classicale vergadering gevormd.
De overgangsbepalingen gaan ervan uit dat het verenigingsbesluit wordt genomen op 13 december 2003. Daarna krijgen de kerken tot 30 april 2004 de tijd om de gewenste aanpassingen te maken. Op die datum vervallen de huidige kerkorden en vanaf 1 mei 2004 geldt de nieuwe kerkorde. De overgangsbepalingen geven daarbij antwoord op de vraag hoe de kerken de noodzakelijke aanpassingen kunnen voorbereiden, zodat de invoering van de nieuwe regelingen soepel kan verlopen.