Buitenland

„Al deze levens zijn verspild”

Binnen een halfjaar werd Mandy Gore echtgenoot, weduwe en moeder. Nog geen vier maanden na hun trouwdag in februari 1979 stierf Eric door een aanslag op zijn legerkamp. De IRA-terroristen moesten vlak voor de Europese verkiezingen nog laten zien wat ze konden. En toen stond Mandy weer alleen. „Het leger is altijd een enorme steun geweest.”

11 April 2008 08:51Gewijzigd op 14 November 2020 05:43
Alexander Gore is een van de ruim 250 militairen van het Ulster Defence Regiment (UDR) die door geweld zijn omgekomen. Foto: militairen van de UDR sluiten een straat af tijdens het gewapende conflict tussen Noord Ierse protestanten en katholieken. In juni
Alexander Gore is een van de ruim 250 militairen van het Ulster Defence Regiment (UDR) die door geweld zijn omgekomen. Foto: militairen van de UDR sluiten een straat af tijdens het gewapende conflict tussen Noord Ierse protestanten en katholieken. In juni

Mandy’s moeder was van de „oude school.” Toen duidelijk werd dat haar dochter zwanger was, drong ze erop aan dat het stel zou trouwen. „Bij elkaar wonen zonder dat je een dominee had gezien, was er bij haar niet bij.” Op 27 februari 1979 wandelde het paar daarom de anglicaanse kerk St. Aidan’s in Belfast binnen. „Voor de dominee was ons huwelijk het tweede dat hij bevestigde. Hij was net zo zenuwachtig als wij”, zo blikt Mandy Gore terug.Eric en Mandy kenden elkaar al jaren. Ze waren geboren in de protestantse arbeiderswijk Sandy Row in de hoofdstad. „We behoorden tot dezelfde vriendengroep.”

Erics vader, Richard, was zeeman geweest. Ook bij Eric trok de zee. Hij monsterde aan bij de koopvaardij en stapte later over op een tanker van BP.

In die periode kwam de familie Gore in pijnlijk contact met het Ulster Defence Regiment (UDR), het legeronderdeel dat in 1970 was opgericht om de provincie te beschermen tegen de terreur van het Ierse Republikeinse Leger (IRA). In januari 1977 overleed vader Richard na een botsing met een UDR-Landrover. „Eric is toen per vliegtuig naar huis gekomen”, vertelt Mandy.

Grote veranderingen
De dood van zijn vader was het begin van grote veranderingen. Erics moeder bleek hartpatiënt. In diezelfde periode kreeg hij verkering. Mandy: „Begin 1978 besloot hij een baan aan de wal te zoeken. Hij tekende bij de UDR gelijk voor de langste periode, 22 jaar. Het regiment had mannen nodig. En Eric wilde helpen het land te beschermen. Het was echt zijn levenskeuze.”

Toen Eric aantrad bij de Britse krijgsmacht, zag het er slecht uit voor de Noord-Ierse provincie. De Ierse nationalisten waren vastbesloten het Britse bestuur met geweld te verdrijven en het eiland samen te voegen in de Republiek van Ierland. Wekelijks waren er dodelijke aanslagen. Ook de wijk Sandy Row kreeg twee keer een bom te verwerken. Mandy: „Als protestanten deden wij alles om Brits te blijven. Niet zozeer uit religieuze overwegingen, maar vanwege de politiek. Het zuiden zou ons overnemen. Niemand wilde dat. Iedereen die de UDR kon steunen, deed dat.”

Het Ulsterse regiment had een dubbele rol. Het was onderdeel van het leger, maar richtte zich op het bijstaan van de politie. „Na vier weken militaire training ging Eric de straat op. Daar deed hij patrouilles, hielp bij huiszoekingen en stond bij controleposten.” Hij was erg goed in zijn werk, vertelt zijn weduwe glimlachend. „Hij kon met alle mensen omgaan. Hij had overal veel vrienden. Onder de UDR-mensen bestond ook grote kameraadschap.”

Na hun huwelijk betrokken ze een huis aan Lisburn Road. „Vijf minuten lopen van mijn werk bij het elektriciteitsbedrijf en tien minuten van het legerkamp aan Malone Road.”

Spanning
Eric en Mandy telden de weken tot de verwachte geboorte, half augustus. Het zouden nog tien weken duren toen Erics bataljon een week in het legerkamp werd geplaatst. Op donderdag 7 juni waren er verkiezingen voor het Europees Parlement. Bij alarm zouden de UDR-mannen uitrukken. In de stembustijd kwamen politici vaker in het openbaar en was de spanning groter. Een uitgelezen tijd voor een terreurbeweging die de Britse staat wilde beschadigen.

Maar Belfast bleef rustig en de militairen moesten elkaar vermaken. Op maandag dronken ze koffie, op dinsdag vertelden ze sterke verhalen en op woensdagochtend trapten ze een balletje op de parkeerplaats. Eric Gore kwam erbij staan en stak een sigaret op.

Een kleine mijl verderop wandelde ook Mandy naar buiten. In de buurt van haar kantoor zou ze een boodschap doen. Als medewerker van het elektriciteitsbedrijf kon ze op sommige apparaten korting krijgen. Nu zou ze voor een tante een nieuwe waterkoker meebrengen.

Eric trok aan zijn sigaret. Aan de andere kant van het hek schoof het verkeer voorbij. De afrastering was nog geen 2,5 meter hoog. Leunend tegen het deurkozijn zag Eric de mensen boven in de dubbeldekkers voorbijschuiven. Vanaf het bovendek keek je zo over het terrein.

Op de weg remde een vrachtauto. Misschien voor het tankstation aan de overkant? Het voertuig stopte echter vlak langs de afrastering. Twee donkere gestalten doemden boven het prikkeldraad op. „Een aanslag”, flitste het door de soldaten heen, die direct dekking zochten. Onmiddellijk klonk geratel van automatische geweren en vlogen twee granaten over het hek. Een kogel sloeg in Erics borst. Hij zakte in elkaar.

Schotwond
Mandy was op de terugweg naar kantoor toen ze een ontploffing hoorde. Ze rilde. Sinds ze zwanger was, hield ze nog minder van geweld.

Op kantoor hoorde ze met collega’s aan de lunchtafel de nieuwslezer spreken over een aanslag op het politiebureau aan Lisburn Road. Mandy schrok opnieuw. Maar ze haalde haar schouders op. „That’s me being pregnant”, dacht ze, „dat komt door die zwangerschap.”

In het legerkamp kropen de militairen uit hun dekking. De terroristen hadden enkele tientallen kogels afgevuurd en ook was een van de twee granaten ontploft.

Allen zagen dat Eric niet overeind kwam. Geschrokken kwamen ze op hem toe. Twee andere militairen waren wel geraakt, maar alleen gewond. Soldaat Gore zou echter nooit meer opstaan. De overlijdensakte zou later zeggen dat hij een schotwond in zijn hart had.

Op straat ging de strijd door. De vrachtwagen werd achtervolgd door meerdere politieauto’s. Vanuit de laadbak vuurden twee terroristen in de lucht, de gebruikelijke viering van een succesvolle aanslag. Ondanks alle inspanningen slaagde de politie er niet in de wagen te stoppen. Pas later vond ze de auto terug in de wijk rond de Falls Road, het hart van de IRA. Nog geen uur voor de aanslag was de wagen gestolen.

Vreselijk nieuws
Even later verliet een auto met drie militairen het kamp en stopte bij het huis van het echtpaar Gore. Ze troffen er Erics moeder aan. Die hoorde het vreselijke nieuws en vertelde waar Mandy te vinden zou zijn. Ene Greenfinch, een vrouwelijke UDR-militair, bleef bij haar en de auto vertrok weer.

Op kantoor zat Mandy nog te eten toen haar chef haar vroeg mee te gaan. In het spreekkamertje van de baas trof ze majoor Drennan. Mandy begreep het. Er moest een ongeluk zijn geweest. „Het was voor hem de eerste keer dat hij zulk nieuws moest brengen. Hij wist ook niet wat hij moest zeggen en vroeg om een sigaret.”

Mandy’s chef bracht haar naar huis. „Mijn moeder werd ook ingelicht. Een taxi bracht haar. Mijn vader werkte in een bar waar veel journalisten kwamen. Hij kwam met een verslaggever van de Belfast Telegraph. Sindsdien heb ik nooit meer met de pers over het gebeurde gesproken.

Alles werd voor me gedaan. Twee militairen reden doorlopend op hun motorfiets heen en weer tussen het kamp en ons huis om van alles voor me te regelen. Ze vroegen wie mijn dokter was. Die deed een onderzoekje en gaf me een recept voor slaappillen.”

Mandy’s vader ging naar het kamp om Eric te zien. „Die identificatie bevestigde hij in februari 1980 bij de rechtbank. Over die zitting las ik pas achteraf in de krant. Dat soort dingen werd bij me weggehouden.”

Uit de persverslagen pikte ze ook de naam op van de enige IRA-terrorist die is gearresteerd, Brendan Mead. „Bij de grote uitbraak uit de Mazegevangenis in 1983 stond er zelfs een foto van hem in de krant.” Ze weet dat hij verzoening met haar nastreeft. „Maar daarvoor is hij bij mij aan het verkeerde adres.”

De dag na de aanslag werd Eric opgebaard in de aula bij de begrafenisondernemer. „Daar zag ik hem pas weer.”

Hoe was dat?

Snikkend: „Hij was koud. Terwijl hij nooit koud was. Hij was altijd warm. Maar nu was hij helemaal koud. Toen realiseerde ik me pas dat hij echt dood was. Het was de eerste keer dat ik iemand in een kist zag liggen.”

Roepnaam

Al na twee dagen, op 8 juni, werd hij begraven. „Die beslissing tot een snelle begrafenis werd door anderen genomen. Voor mij was alles onwerkelijk. Ik ging gewoon mee. Hij werd in hetzelfde graf gelegd als zijn vader.

Hij is met volledige militaire eer begraven. Ik denk dat alle UDR-militairen die vrijdag bij de begrafenis waren. De meesten ook in gevechtstenue. Er kwamen ook politici opduiken. Het was enorm druk. Het leek wel de twaalfde juli (de nationale feestdag voor de Noord-Ierse protestanten, met bijbehorende Oranjemarsen, EvV).”

De dominee die hen had getrouwd, was ook legerpredikant. „Maar hij was juist op oefening. Zodoende kwam dominee Sproule, eveneens van St. Aidan’s. We wisten vaag wel wie hij was. Geen van beiden waren we van huis uit erg kerkelijk. Net als de meeste mensen kwamen we er met huwelijken, begrafenissen en Kerst.”

Mandy viel na de begrafenis nooit in een gat. „Tot op de dag van vandaag is het leger altijd een enorme steun geweest. Een sergeant kwam elke week wel drie of vier keer aanwippen, onderweg tussen huis en werk.”

De soldaten meden het huis van hun collega voorlopig. „Ze gingen het contact uit de weg. Ook voor hen was het een schok. Eric was de eerste soldaat die de dood vond in Malone Army Camp.”

Toen zeven weken later, op 26 juli, de kleine Alexander werd geboren, was de stroom soldaten niet te stoppen. „De baby gaf hun iets om over te praten.”

Het jongetje werd net als zijn vader Eric genoemd. „Het lijkt misschien weinig op Alexander, maar de combinatie van deze doop- en roepnaam komt hier veel voor”, lacht zijn moeder.

„Mijn zus zei toen: „Vrouw, weduwe en moeder; en dat voor je negentiende verjaardag.” Inderdaad, waar anderen dertig jaar over doen, dat maakte ik in een halfjaar mee.”

Na enkele maanden verliet Mandy haar huis en keerde ze -na een periode bij een tante- terug naar haar ouderlijk huis. Haar vader stierf in 1992. „Vergeleken met andere alleenstaande moeders had ik het zeker niet moeilijk. Mijn ouders waren een geweldige steun. Ooms en tantes stonden altijd voor me klaar. Ik ben zeker niet alleen gelaten.”

Na de dood van haar moeder in 2004 woonde ze enige tijd alleen. Sinds drie jaar leeft ze samen met een gepensioneerde UDR-militair. „Ook Eric heeft nu zijn eigen gezin. Vanaf dat hij ”army” (leger) kan zeggen, wilde hij militair worden. Hij heeft twee periodes in Irak gediend en is vorige maand voor zeven maanden naar Afghanistan vertrokken.”

Mandy mist haar man Eric nog elke dag. „Als je mijn zoon ziet, zie je zijn vader. Het is heel pijnlijk. Toch ben ik net een eend die alles makkelijk van zich afschudt. Op het ene moment ben ik helemaal in tranen en het volgende moment was ik mijn gezicht en ga ik verder.”

Toen het vredesproces vorig jaar uitmondde in een coalitieregering, stemde dat Mandy niet per definitie blij. „Ze hadden die stap dertig jaar geleden ook kunnen zetten. Niemand heeft iets gewonnen en niemand heeft iets verloren. Al deze levens zijn verspild.”

Alexander (Eric) Gore werd geboren op 10 mei 1956. Op 6 juni 1979 kwam hij om bij een aanslag van de IRA. Achteraf bleek dat de kogel die door zijn hart ging, eerst was afgeketst op de muur. Zeven weken na zijn dood werd zijn zoon geboren, die dezelfde doop- en roepnaam kreeg. De vrachtwagen van waaraf de aanslag werd gepleegd werd bestuurd door Brendan Mead. Hij was de enige die vanwege de aanslag werd gearresteerd. „Het is een wonder dat er niet meer mensen zijn omgekomen", zei de rechter toen hij Mead in februari 1980 tot levenslang veroordeelde. Door het vredesproces kwam Mead halverweg de jaren '90 vrij. In februari 2004 vertelde hij in deze krant hoe de moordaanslag hem later tot zonde voor God was geworden.

Dit is de derde aflevering in een serie over vrede in Noord-Ierland.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer