Dat heeft een woordvoerder van de gemeente Utrecht gisteren bevestigd. Dakloze verslaafden uit een andere stad kunnen binnenkort niet meer terecht bij de Utrechtse hulpverlening, zo laat het gemeentebestuur weten.

Alleen de verslaafden uit de stad zelf, die bekend zijn bij hulpverlening en politie, krijgen een pasje om de gebruikersruimtes in Hoog Catharijne te betreden. De gemeente wil zo de druk op de hulpverlening verlichten. De voorzieningen hebben op verslaafden uit de regio een grote aantrekkingskracht, aldus de woordvoerder.

Daklozen die geen pasje hebben en op verzoek geen pasje kunnen vertonen, worden teruggestuurd naar hun eigen stad of dorp, waar ze wel in aanmerking komen voor hulpverlening. „Utrecht mag geen aanzuigende werking meer hebben op verslaafden uit andere steden”, aldus de woordvoerder.

Uitzetting uit de stad gebeurt onder begeleiding. Die taak komt te liggen bij de huidige zorgverleners, de zogeheten zorgmakelaars. Zij zetten verslaafden bijvoorbeeld op de trein terug.

Volgens de woordvoerder gaat het niet om een definitieve oplossing voor het probleem. „Je kunt mensen natuurlijk niet belemmeren om de trein naar een andere stad te pakken, maar we stimuleren ze om in de eigen stad hulpverlening te vragen. Hier kunnen ze namelijk niet terecht.”

Het plan maakt deel uit van de in juli gepresenteerde Herijking Verslaafden Stationsgebied. Dit project van de gemeente is erop gericht om de verloedering rond het Centraal Station tegen te gaan en de veiligheid te vergroten. Daarbij horen naast de gebruikersruimtes ook de hostels in de stad en de sluiting van de beruchte tunnel onder het winkelcentrum.

Utrecht heeft tussen de 800 en 1000 daklozen. Volgens de woordvoerder is ruim de helft daarvan verslaafd.