Zet mensen niet op tweede rang
Wie er vandaag bij wil horen, moet zich wel bedenken dat hij dan vooral goed kritisch moet zijn op de islam. Tien jaar geleden was dat heel anders.
Tot de laatste eeuwwisseling was het ”politiek correct” om positief te spreken over de ”multiculturele samenleving”. En wie niet politiek correct was, riskeerde een aanklacht vanwege racisme. Toenmalig VVD-leider Frits Bolkestein weet er alles van.Wijlen arabist J. Brugman schreef in 1998 een boekje onder de sprekende titel ”Het raadsel van de multicultuur”. De inhoud van zijn stellingen is vandaag redelijk gemeengoed. Bijvoorbeeld dat de islamitische cultuur (met de sharia als juridische kern) op gespannen voet staat met het westers denken, dat de vrouw in de islam een ondergeschikte positie inneemt, en dat ”integratie met behoud van taal en cultuur” een problematisch concept is.
Maar toen Brugman dit publiceerde, verscheen hij gelijk in De Groene Amsterdammer in een overzicht van de meest politiek incorrecte Nederlanders. Brugman schreef voor die tijd ook behoorlijk polemisch.
Vandaag zou Brugmans werk veel minder opvallen. Het idee van de multiculturele samenleving heeft zijn glans behoorlijk verloren.
Nu valt er garen te spinnen bij radicale standpunten. Geert Wilders legt in een film een relatie tussen de islam en geweld, Rita Verdonk spreekt lovende woorden over het Wilhelmus en de rood-wit-blauwe vlag. Hun boodschap is duidelijk: als het aan hen ligt, degraderen allochtonen die zich niet aanpassen aan het seculiere liberalisme, zich tot tweederangsburgers.
Er zijn twee buitenlandse voorbeelden van landen waar men ook bepaalde delen van de bevolking jarenlang in de hoek heeft gezet: Zuid-Afrika en Noord-Ierland. In beide landen slaat de schrik je om het hart als je ziet hoeveel haat dat heeft gekweekt.
In Zuid-Afrika voerde de Nasionale Party in 1948 (nu zestig jaar geleden) de apartheid in. Daarvoor, onder de Engelsgezinde regeringen, bestond er wel een scheiding (”segregatie”), maar dat ging de Afrikaners lang niet ver genoeg. De blanken richtten voor de zwarten een eigen thuisland in. ”Gescheiden ontwikkeling” was het sleutelwoord.
Uit de bundel ”Verwoerd aan die woord” valt op indrukwekkende wijze te lezen hoe de architect van de apartheid, dr. Hendrik Verwoerd, dit beleid op zijn tekentafel uitwerkte. Hij verdedigde het door het voor te stellen als iets wat volkomen bij Afrika paste. Maar dat weerhield hem er niet van de zwarten de spaarzamelijke historische rechten die zij hier en daar hadden, te ontnomen. Straks zou alles voor hen beter worden. Door zich af te zetten tegen het verleden, deed hij een greep naar een betere toekomst.
De gevolgen zijn duidelijk. De progressieve gedachte van apartheid eindigde in een politiestaat, die begin jaren negentig werd ontbonden. Apartheid bleek niet meer dan een wens, een aantrekkelijk doch onwerkbaar idee.
In Noord-Ierland ging het minder idealistisch. Toen Ierland in 1921 onafhankelijk werd, hield de noordelijke provincie van het eiland vast aan de Britse kroon. In dit gebied hadden de (Britse) protestanten nog de meerderheid. „We bouwden daar een stevig huis”, zei David Trimble toen hij in 1998 de Nobelprijs kreeg, „maar het was een koud huis voor katholieken.”géén rooms-katholieken, met speciale toestemming van de hoofdredactie…
Noord-Ierland viert vandaag dat men precies tien jaar geleden het Goede Vrijdag-(is0(
akkoord sloot. „Niemand zal (…) ons weer als tweedeklasburgers bestempelen”, zei een katholieke veteraan enkele jaren geleden. Maar de haat heeft langer nodig om te verdwijnen.(is2m(
De roeping van de Nederlandse politiek is om het huis warm te houden voor de hele bevolking. Het huis koud laten worden is spelen met vuur.
Elke regering die sommige onderdanen als tweedeklasburgers behandelt, creëert een erfenis van haat en wrok. Daar zou je ook een film over kunnen maken.
Evert van Vlastuin
Reageren aan scribent?
buza@refdag.nl.