Bij het nucleair onderzoekscentrum CERN in Genève, dat atoomfysisch onderzoek doet en aan de wieg stond van het wereldwijde web, wordt de laatste hand gelegd aan het project dat zeven jaar geleden is opgestart.De deeltjesversneller Large Hadron Collider (LHC), waarmee CERN het ontstaan van het heelal onderzoekt, genereert jaarlijks zoveel data dat, gebrand op cd, de stapel cd’s 64 kilometer hoog zou worden. De wetenschappers van CERN zijn bang dat het huidig internet door deze hoeveelheid data overbelast zou raken en ineen zou storten. Dat internet nu nog traag is, komt volgens hen omdat het een kluwen is van oude en nieuwe componenten, waarvan er veel voor telefonie zijn ontworpen.

„Het enige antwoord hierop was een nieuw netwerk dat krachtig genoeg is om de data onmiddellijk naar andere onderzoekscentra te sturen”, zegt prof. Tony Doyle, technisch directeur van het Gridproject.

Het nieuwe netwerk maakt gebruik van elf moderne routingcentra die over de hele wereld met elkaar zijn verbonden via de nieuwste glasvezeltechnieken. Als het aantal servers van het verdere internetnetwerk de komende jaren wordt verviervoudigd en aangesloten op The Grid, dan komt het snelle internet binnen het bereik van velen. Het downloaden van een film kan dan in een paar seconden. Nu duurt dat nog een paar uur.

Volgens prof. David Britton van de universiteit van Glasgow zal deze technologie leiden tot revolutionaire veranderingen in de maatschappij. „Met dit soort rekencapaciteit kunnen toekomstige generaties samenwerken en communiceren op een manier die oudere mensen zich niet eens kunnen voorstellen.”