Kerk & religie

Kennis

„En zie, of bij mij een schadelijke weg zij; en leid mij op de eeuwige weg.”

7 April 2008 07:53Gewijzigd op 14 November 2020 05:42

Psalm 139:24Is nu ons hart zo onuitsprekelijk arglistig, meer dan enig ding, zo mag er wel van gevraagd worden: wie zal het kennen? Daarmee wordt te verstaan gegeven dat geen schepsel, hoe listig en verstandig het ook zijn mag, engel of mens, in staat is om het hart van een mens en zijn verborgen schuilhoeken, listen en lagen grondig te kennen. Het is waar dat men het hart van een ander mens niet kan kennen. Ja, het is de Heere alleen, de grote Kenner van het hart Die dat zich voorbehouden heeft. In het volgende vers staat immers: Ik, de Heere, doorgrond het hart.

Mijn vrienden, het hart is arglistiger dan enig ding en de Heere betuigt Zich als de grote kenner van het hart: Ik doorgrond het hart. Wat is dan veiliger en heilzamer voor Gods kin„En zie, of bij deren, zo dikwijls zij ingeleid worden in de arglistigheid van hun hart en wanneer zij vrezen voor zelfbedrog, dat zij zich voorstellen voor het alziend oog van God en Hem smeken of Hij hen de schadelijke wegen die nog in hen worden gevonden wil ontdekken en hen wil leiden op de eeuwige weg?

David kende de bedrieglijkheid van ’s mensen hart. Hij wist hoe dikwijls zijn hart hem had afgeleid. Hij bidt en smeekt in onze tekst of, zo er nog een schadelijke weg in hem is, de Heere die dan aan hem wil ontdekken.

Joachimus Mobachius,

predikant te Den Bosch

(”De staat van een uitverkorene”, 1744)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer