CU voorzichtiger met orgaandonatie
De ChristenUniefractie in de Tweede Kamer staat in het debat over orgaandonatie niet langer op het standpunt dat mensen die niets van zich laten horen automatisch donor worden.
Dat blijkt uit de fractienotitie ”Geen keuzedwang, wel keuzedrang” die zaterdag is gepubliceerd. In 2005, toen de Tweede Kamer voor het laatst uitgebreid debatteerde over orgaandonatie, steunde de ChristenUniefractie na enig wikken en wegen het zogeheten Actief Donorregistratiesysteem (ADR). Kern daarvan is dat burgers vanaf 18 jaar een registratieformulier krijgen waarop ze aan kunnen geven of ze wel of geen donor worden. Ze kunnen er ook voor kiezen de beslissing aan de nabestaanden over te laten. Het meest omstreden punt van het ADR was dat degenen die zich niet registreerden automatisch donor werden.Overigens is het ADR niet door de Kamer aanvaard omdat vijf PvdA-Kamerleden zich tegen dit systeem keerden. Zij vonden met CDA, VVD en SGP het uitgangspunt verkeerd dat iemand die niets van zich laat horen, automatisch donor wordt. In het huidige systeem krijgt iedereen op zijn achttiende een formulier met de vraag om zich te laten registreren als donor of juist niet. Degenen die niets van zich laten horen, worden niet geregistreerd.
Dit najaar debatteert de Tweede Kamer opnieuw over orgaandonatie. Dat zal gebeuren aan de hand van een notitie die minister Klink van Volksgezondheid over dit onderwerp zal presenteren. Met het oog daarop heeft de ChristenUniefractie zich opnieuw over het onderwerp orgaandonatie gebogen.
De CU heeft een eigen systeem ontwikkeld voor orgaandonatie, zo blijkt uit de vandaag gepubliceerde nota: het zogeheten dringende keuzesysteem. Het belangrijkste verschil met het ADR is dat mensen die zich niet laten registeren, niet automatisch donor worden. In plaats daarvan staat op het antwoordformulier dat achttienjarigen naast de bestaande opties (wel donor, geen donor, overlaten aan familie) de mogelijkheid kunnen aangeven dat de betrokkene nog geen keus heeft gemaakt en dat de vraag om donor te zijn, later opnieuw voorgelegd mag worden. Het dringende keuzesysteem moet wel gepaard gaan met actieve voorlichting en regelmatige herinnering, bijvoorbeeld bij het afhalen van identiteitsbewijzen op het gemeentehuis.
„Met de keuze voor deze middenweg worden mensen die zichzelf (nog) niet in staat achten om hierover een besluit te nemen, niet meegesleurd in een besluit. Dus geen keuzedwang, wel keuzedrang”, zo staat in de ChristenUnienota.