SGP na 90 jaar nog van waarde
De SGP bestaat deze maand 90 jaar. Op 24 april 1918 werd de partij in Middelburg opgericht. Dat is nog wel geen eeuwfeest, maar in de kring van de SGP is het wel de bedoeling om hier aandacht aan te besteden. Daarbij rijst de vraag naar het nut en de noodzaak van een dergelijke partij.
Was in 1918 partijvorming op confessionele grondslag in Nederland gangbaar, hoewel niet onomstreden, thans is er sprake van een geheel ander politiek patroon.Dat de SGP al spoedig na haar oprichting in de Tweede Kamer vertegenwoordigd was en zich daar steeds heeft kunnen handhaven, hangt duidelijk samen met ons kiesstelsel. Sinds 1918 hebben we in Nederland een stelsel van evenredige vertegenwoordiging zonder kiesdrempel. Het is dan ook niet toevallig dat de partij juist in dat jaar door ds. G. H. Kersten werd opgericht. Onder het 19e-eeuwse districtenstelsel maakte men geen kans. Ook bij een kiesdrempel van 5 procent, zoals die in de Duitse Bondsrepubliek gehanteerd wordt, zou de SGP niet in het parlement kunnen doordringen.
Dat bij de grondwetswijziging van 1917 tegelijk met het algemeen kiesrecht en de financiële gelijkstelling van openbaar en christelijk onderwijs ook gekozen werd voor de evenredige vertegenwoordiging, stond niet los van elkaar. Daarin kwam tot uitdrukking dat het Nederlandse volk door diepe levensbeschouwelijke kloven werd verdeeld. Een pluriform onderwijsstelsel en een kiesstelsel waarbij alle groeperingen zich naar hun sterkte vertegenwoordigd konden weten, paste daarbij het beste.
Kiesstelsel ter discussie
Inmiddels is het maatschappelijke en politieke patroon ingrijpend veranderd. Bij vlagen staat ook het kiesstelsel ter discussie. D66 heeft zich vanaf het begin sterk gemaakt voor een ander stelsel, maar daarmee is het net zo gegaan als met de andere speerpunten van de partij. Er zijn wel eens wijzigingsvoorstellen gelanceerd, maar die zijn nooit verwezenlijkt. Alleen de opkomstplicht is afgeschaft. Dat bleek in het voordeel te zijn van partijen met een sterk gemotiveerde achterban, zoals de SGP.
Maakt ons kiesstelsel SGP’ers in vertegenwoordigende lichamen mogelijk, we kunnen de zaak ook van de andere kant bekijken. Wat weet een kleine partij als de SGP daar tot stand te brengen? Welk nut heeft zij voor haar achterban en voor de bredere samenleving? Daarbij moeten we uiteraard onderscheid maken tussen plaatselijke situaties en het nationale niveau. In een aantal gemeenten is de SGP zonder meer een factor van betekenis. Vroeger waren er zelfs gemeenten waarin zij de meerderheid had in de raad. Die machtspositie is door gemeentelijke herindelingen verloren gegaan. Maar er is altijd nog een noemenswaardig aantal gemeenten waarin de partij een behoorlijke invloed heeft, temeer omdat daar dan meestal ook de ChristenUnie en het CDA (partijen waarbij toch een zekere aansluiting bestaat) een flinke aanhang hebben.
Een districtenstelsel leidt tot de vorming van een tweepartijensysteem. Dat geldt zeker voor de Britse variant, waarbij een relatieve meerderheid genoeg is om gekozen te worden. In de huidige situatie waarbij we vier middelgrote partijen hebben, heeft geen van hen belang bij het invoeren van een dergelijk kiesstelsel. Het is immers volstrekt onzeker welke twee partijen dan zouden komen bovendrijven. Kleine partijen maken bij een districtenstelsel helemaal geen kans, tenzij hun aanhang sterk in een bepaalde regio is geconcentreerd.
Voor de SGP is verder van belang dat haar opvattingen over de vrouw in de politiek (en andere standpunten) zozeer afwijken van de heersende opvattingen, dat in toenemende mate de vraag gesteld wordt of een dergelijke partij in ons politiek bestel nog wel geaccepteerd kan worden. De veelgeprezen tolerantie geldt kennelijk niet voor iedereen. Wat dat betreft heeft de SGP reden om de toekomst met zorg tegemoet te zien. De vijandschap tegen God en Zijn dienst neemt in de Nederlandse samenleving steeds grotere vormen aan.
Nut
Op landelijk niveau ligt dat helaas anders. Daar heeft de SGP-fractie maar een minieme omvang. Stabiel weliswaar, maar dan vooral in die zin dat er geen sprake is van groei. Bovendien is het een partij die niet midden in het politieke spectrum staat, maar in toenemende mate een geïsoleerde positie inneemt. Dat als gevolg van de secularisatie van onze maatschappij.
Nu hebben SGP-afgevaardigden vaak wel een reputatie opgebouwd van ijver, betrouwbaarheid, consistentie en nog wat van die prijzenswaardige eigenschappen. Dat is prachtig. Laten we hopen dat dat zo blijft. Door handig te manoeuvreren en gebruik te maken van de politieke constellatie van dat moment, kunnen ze wel eens wat zaken voor elkaar krijgen. Maar naarmate het gaat om punten die meer tot de kern van hun program behoren, wordt dat wel moeilijker. Hun boodschap vindt dan weinig weerklank.
Natuurlijk, elke stem is er een. Het kan zijn dat die paar stemmen van de SGP net de doorslag geven, of dat juist rond een SGP-voorstel een meerderheid ontstaat. Het bekende voorbeeld daarvan uit de beginjaren van de SGP is de nacht van Kersten. De socialistische en liberale oppositie kon het gezantschap van de paus niet zo veel schelen, maar ze wilde de geboden kans niet voorbij laten gaan om het kabinet ten val te brengen. En bij regeringspartij CHU bestond zo veel aversie tegen deze erkenning van de pauselijke macht, dat zij bereid was het kabinet hierom te laten struikelen. Zo kreeg Kersten een meerderheid voor zijn amendement.
In de sterk gepolariseerde situatie van de jaren zeventig waren de stemmen van SGP en GPV verschillende malen nodig om het eerste kabinet-Van Agt (CDA/VVD) aan een meerderheid te helpen. Een aantal CDA’ers had immers liever een tweede kabinet-Den Uyl gezien.
Waarschuwende stem
Maar niet alleen behaalde resultaten tellen. Het is ook van wezenlijk belang dat in het parlement steeds weer een Bijbels geluid wordt gehoord. Zeker als daar voorstellen aan de orde komen die duidelijk in strijd zijn met Gods geboden. Het zou erg zijn als daar dan geen waarschuwende stem zou worden gehoord. Van het CDA is dat zeker niet te verwachten. Door middel van de SGP kan de bevindelijk gereformeerde groepering zich in onze samenleving duidelijk manifesteren en haar fundamentele bezwaren kenbaar maken. Daar mogen we dankbaar voor zijn.
Uiteraard heeft ook de kerk de roeping om van zich te laten horen wanneer fundamentele waarden in het geding zijn. Daarbij wreekt zich in de huidige situatie zowel de kerkelijke verdeeldheid als het feit dat in bepaalde kerken wezenlijke Bijbelse uitgangspunten veronachtzaamd worden. Zo konden in het verleden orthodoxe hervormden zich lang niet altijd vinden in de maatschappelijke en politieke uitspraken van hun kerk. We moeten ook beducht zijn voor een horizontalisering van het geloof, waarbij kerken hun sociale en politieke boodschap als het belangrijkste zien.
In de jaren tachtig en negentig beijverde men zich in de kring van de RPF om de drie kleine christelijke partijen (SGP, RPF, GPV) te laten samengaan. Dat fusiestreven leidde tot de ChristenUnie; de SGP bleef daarbuiten. Gezien de jongste ontwikkelingen in de nieuwe partij hoeft dat niemand te verbazen en is dat evenmin te betreuren.
Onmiskenbaar stimuleert het bestaan van de SGP de betrokkenheid van haar achterban bij allerlei politieke discussies en ontwikkelingen. Dat is een goede zaak. We mogen al die dingen niet aan ons voorbij laten gaan alsof ze ons niet raken. Ook al word je er niet vrolijk van als je het allemaal uitgebreid volgt. Vaak gaat het immers van kwaad tot erger. Maar we mogen niet stilzwijgen als het kwade goed genoemd wordt en als uitgangspunt genomen wordt voor het overheidsbeleid.
Nu zou ook zonder eigen politieke partij een zekere bezinning en doordenking van maatschappelijke en politieke vragen mogelijk zijn. Ook op een andere manier dan via gekozen vertegenwoordigers kun je van je laten horen. Zo heeft het RD in dit opzicht ook een bepaalde spreekbuisfunctie. Maar het bestaan van de SGP betekent dat er een bepaalde infrastructuur is waarbinnen die meningsvorming kan plaatsvinden. De inbreng van de eigen politici die aan het front staan maakt ook dat men voldoende voeling houdt met de politieke praktijk.
Kerkelijk spreken
Als het goed is liggen allerlei stellingnames en positiekeuzes van een christelijke partij of van christelijke maatschappelijke organisaties in het verlengde van het kerkelijk spreken. Waar de kerk zich beperkt en ook beperken moet tot de hoofdlijnen, is voor de praktijk van het leven een nadere uitwerking en concretisering vereist.
Op wereldschaal bezien is onze Nederlandse situatie, waarbij we een hele reeks van christelijke organisaties en instellingen hebben en ook in het parlement vertegenwoordigd zijn, uitzonderlijk te noemen. Christelijke scholen van uiteenlopende signatuur kom je elders wel eens tegen. Christelijke partijen zijn een ander verhaal. Dat heeft ermee te maken dat, als je verzuiling opvat als een reeks concentrische cirkels, het onderwijs zich dichter bij de levensbeschouwelijke kern bevindt dan de politiek. Ook in Nederland waren eerder christelijke scholen dan christelijke partijen. Maar tevens is van belang dat je voor een functionerende politieke partij een veel grotere achterban nodig hebt en met name ook een vriendelijk kiesstelsel.
Apolitieke houding
In een aantal gevallen is er bij orthodoxe christenen in het buitenland sprake van een sterk apolitieke houding. Een christelijke partij ligt buiten hun gezichtsveld: theoretisch en praktisch. Politiek is een smerige zaak, zo vindt men. En dat is in hun situatie vaak nog waar ook. Daarom blijft men daar graag buiten. Men ziet voor zichzelf belangrijker taken weggelegd.
Vaker komt het voor dat men opereert binnen partijen zonder confessionele identiteit. Dat leidt gemakkelijk tot een scheiding van zondag en door de week, van geloof en politiek. In de kerk gaat het om het geloof, in de politiek om het najagen van bepaalde belangen of idealen. Een van de redenen waarom ds. Kersten kwam tot de oprichting van de SGP was dat hij de boeren uit zijn kerk wilde weghouden bij het liberalisme. Die politieke richting sprak velen van hen wel aan. Hun economische belangen waren daar veilig. Bovendien verzetten de liberalen zich tegen de groeiende roomse invloed. Wat kon je je nog beter wensen!
Zo zou ook nu de kans groot zijn dat bij afwezigheid van een confessionele partij mensen uit de gereformeerde gezindte terechtkomen bij politieke groeperingen die aan de Bijbel geen boodschap hebben. Dat kan dan variëren van Wilders tot de Partij voor de Dieren. Gemakkelijk neemt men daar de taal van de wereld over. Een dergelijke ontwikkeling draagt onmiskenbaar bij aan de interne secularisatie. Ook daarom heeft de SGP haar waarde.