„PKN mag Israël niet de rug toekeren”
In de Israëlische ambassade in Den Haag wordt de discussie over de betrokkenheid van de Protestantse Kerk bij Israël en de Palestijnen nauwlettend gevolgd. „De PKN heeft met het opnemen van de zinsnede in de kerkorde dat ze zich onopgeefbaar verbonden weet met het volk Israël een duidelijke voorsprong genomen op de rooms-katholieken. Laat de kerk die voorsprong nu alsjeblieft niet verspelen”, waarschuwt ambassadeur Harry Kney-Tal.
Dat de Protestantse Kerk zich in de kerkorde zo duidelijk uitspreekt over het volk Israël is volgens Kney-Tal historisch te verklaren. „Er is hier in Nederland een duidelijk schuldgevoel over de Holocaust. De protestanten hebben dat, eerder dan de rooms-katholieken, na de oorlog duidelijk op het netvlies gekregen. Ik zie de zinsnede over de onopgeefbare verbondenheid in de kerkorde van de PKN als een uitvloeisel daarvan.”Maar dat is volgens de ambassadeur niet de enige reden. „De zinsnede in de kerkorde is vooral een theologische uitspraak. De christenen erkennen daarmee dat er een onopgeefbare band is tussen het Joodse en het christelijke gedachtegoed. In dat theologische, dat religieuze spreken, onderscheidt de Protestantse Kerk in Nederland zich van kerken elders in de wereld. Mijn waarschuwing aan de PKN is dan ook: geef dat theologische spreken niet op voor politieke uitspraken. Daar ligt niet de taak van de kerk.”
In de kerk is de discussie er nu op gericht om de verbondenheid met het Joodse volk te onderscheiden van eventuele verbondenheid met de staat Israël.
„Dat kun je proberen te onderscheiden, maar je kunt het nooit van elkaar losmaken. De helft van de Joden in de wereld woont namelijk in Israël. Dus als de PKN de staat Israël de rug toekeert, dan keert ze de helft van de Joden de rug toe. Volk en land kun je, zeker als het om Israël gaat, niet van elkaar losmaken. Dat moet de kerk ook niet willen. Daar, in Israël, wonen ruim 5 miljoen Joden. En daar, in Israël, wonen 200.000 van de laatste overlevenden van de Holocaust. Hoe kan de kerk zich daar ooit van afwenden?”
De kerk discussieert hierover omdat ze zich niet alleen verbonden weet met het Joodse volk, maar omdat ze ook geroepen zegt te zijn tot gerechtigheid. Daardoor moet ze afstand nemen van de politiek van de staat Israël ten opzichte van de Palestijnen.
„Waarom denken mensen in Nederland toch altijd dat er alleen gerechtigheid moet geschieden ten aanzien van de Palestijnen? Ja, christenen zijn geroepen tot gerechtigheid. Dat begrijp ik. Maar dan wel naar beide kanten. Niet alleen naar de Palestijnen, maar ook naar de Joden in Israël. Alle inwoners van Israël lijden onder de Palestijnse terreur. Hoeft dat niet erkend te wor- den?”
Velen zien de Israëlische bezettingspolitiek als de oorzaak van de Palestijnse opstand.
Fel: „Als dat waar was, zou het conflict allang opgelost zijn. Israël heeft zich teruggetrokken uit Gaza. En wat kregen we ervoor terug? Meer dan 7000 raketten op onder andere Sderot, een gewone Israëlische stad in de Negev. Israël heeft zich uitgesproken voor een tweestatenoplossing. En wat is het antwoord van Hamas? Dat ze nooit de staat Israël als een Joodse staat zullen erkennen. Ik kan geen andere conclusie trekken dan dat Hamas niet de Israëlische bezettingspolitiek wil beëindigen, maar streeft naar het einde van de staat Israël. Dát is het echte probleem.”
Hebt u kennis genomen van de nota die de synode van de Protestantse Kerk deze week behandelt?
„Zeker. Daar staan veel goede dingen in. Ik heb over die nota ook gesproken met dr. B. Plaisier en ds. G. de Fijter. En ook hen heb ik erop gewezen dat wij hopen dat de kerk zich beperkt tot theologische uitspraken. En dat er niet een kunstmatige scheiding wordt aangebracht tussen het volk en de staat Israël. Laat de kerk Israël niet de rug toekeren. Dat zou niet alleen voor Israël maar ook voor de Joden in Nederland een bijzonder zware klap zijn.”