Bestudeer vooral eigen traditie
Het is goed om je te verdiepen in de argumenten van een ander, aldus August Eckhardt en Geert Schipaanboord in reactie op de zorg van de synode van de Gereformeerde Gemeenten over de CSFR (RD van vrijdag). Willem Jan Palsgraaf, Tony Dingemanse en Jelle Kommerie vinden dat reformatorische studenten zich in de eerste plaats moeten verdiepen in de eigen traditie.
Vooropgesteld, de zorg die de synode van de Gereformeerde Gemeenten heeft over de CSFR is een zaak die speelt tussen de CSFR en de Gereformeerde Gemeenten. Andere studentenverenigingen hebben daar niet direct mee te maken.In het artikel van de CSFR-leden Eckhardt en Schipaanboord komt echter een thematiek naar voren die ook andere christelijke studentenverenigingen aangaat, namelijk de toerusting van studenten met betrekking tot de seculiere wetenschap. Beide CSFR-leden geven aan dat voor deze toerusting een verdieping in de argumenten van een ander een meerwaarde met zich meebrengt voor christenstudenten en dat hiervoor een confrontatie met anderen niet uit de weg gegaan moet worden.
Van echte confrontatie met ’de wereld’ kan echter geen sprake zijn wanneer een christenstudent zich niet bewust is van de eigen identiteit. Daarom is het van het grootste belang dat hij zich daarop bezint.
Een christenstudent moet zich uiteraard intensief bezighouden met de kernstukken van het christelijk geloof. Daarbij kunnen de werken van eminente godgeleerden gebruikt worden, zoals bijvoorbeeld de puriteinen. Maar ook voor vragen die zich meer specifiek richten op de verhouding tussen het christendom en de wereld kunnen we terecht bij een eeuwenoude traditie. Wij zijn niet de eersten die nadenken over deze vragen.
Erfenis
Denk aan mensen als Augustinus, Calvijn, De Brès, Pascal, A` Brakel, Groen van Prinsterer, Lewis, Kersten, Van Ruler en Aalders. Zij allen hebben nagedacht over de verhouding tussen de christen en de wereld. Een christenstudent is het aan zijn stand verplicht vooral te ontdekken wat hem de vaderen verteld hebben. Wie kennis heeft genomen van deze erfenis kan de confrontatie met de (wetenschappelijke) wereld aan, zij het wel in volstrekte afhankelijkheid van God.
Eckhardt en Schipaanboord stellen dat het goed is om je te verdiepen in de standpunten van een ander. Dat is zeker waar, want alleen dan is een zinvol gesprek met de ander mogelijk. Maar: een echte verdieping in andermans standpunten kan alleen dan plaatsvinden wanneer men ook de eigen traditie grondig heeft onderzocht en blijft onderzoeken.
Dit laatste vindt gelukkig zeker plaats op de CSFR, maar we moeten oppassen dat de broodnodige verdieping in onze eigen traditie niet gaat lijden onder het zoeken van de confrontatie. Immers, wie de confrontatie aangaat zonder grondig kennis te hebben genomen van de eigen traditie, overschat zijn eigen capaciteiten schromelijk en onderschat daarmee ook de gevaren van een confrontatie met de seculiere wetenschap.
Reformatorische studentenverenigingen kunnen de eigen achterban en de samenleving als geheel geen betere dienst leveren dan een bastion te vormen waar gestudeerd wordt in de pennenvruchten van christelijke denkers. Dat is een absolute voorwaarde voor een volwaardige confrontatie.
De auteurs zijn respectievelijk praeses, fiscus en assessor van het bestuur van de reformatorische studentenvereniging Depositum Custodi.