Politieke spanning in Venezuela loopt gevaarlijk op
Een menigte van naar schatting een kwart miljoen mensen trok donderdag door de straten van de Venezolaanse hoofdstad Caracas om president Hugo Chávez te bewegen tot aftreden en tot het uitschrijven van vervroegde verkiezingen. De betoging verliep zonder incidenten op een treffen aan de rand van de stad na tussen aanhangers en tegenstanders van president Chávez.
De politie had meer dan 4000 agenten op de been gebracht om de orde te handhaven. Tientallen pantserwagens stonden geparkeerd langs verkeersaders en op de pleinen van het stadscentrum. De Nationale Garde hield ondertussen het Miraflores-paleis, waar het staatshoofd woont en werkt, omsingeld door een ware ring van staal en legergroen. Bij een eerder massaprotest in april was het hier tot hevige botsingen gekomen en probeerden betogers het paleis te bestormen. De incidenten kostten toen negentien mensen het leven.
De manifestatie van donderdag was georganiseerd door een bontgekleurde anti-Chávez-coalitie van werkgeversfederaties, vakbonden, conservatieve politieke partijen en extreem linkse groeperingen. Secretaris-generaal Manuel Cova van de Venezolaanse Confederatie van Arbeiders (CVT) -het overkoepelende orgaan van de vakbonden- deed een dringend beroep op president Hugo Chávez om heen te gaan „omwille van het nationale welzijn en de lieve vrede.”
De regering liet evenwel bij monde van vice-president José Vicente Rangel weten geenszins van plan te zijn om gehoor te geven aan de roep uit het volk. „Vervroegde verkiezingen staan niet op de agenda en het staatshoofd zal de ambtstermijn die hem rechtmatig toekomt normaal volbrengen”, aldus Rangel. De volgende presidentsverkiezing vindt pas in 2006 plaats, terwijl een volksraadpleging over een eventuele verkorting van Chávez’ mandaat niet voor augustus volgend jaar zijn beslag kan krijgen. Oppositiegroeperingen hebben inmiddels voldoende handtekeningen ingezameld om een dergelijk referendum af te dwingen.
Zowel werkgevers- als werknemersorganisaties dreigen Venezuela volledig lam te leggen met een staking voor onbepaalde tijd wanneer president Chávez binnen twee weken niet is vertrokken of op z’n minst een datum voor vervroegde verkiezingen heeft aangekondigd. Volgens CVT-aanvoerder Cova is er grote haast geboden. „Het land is door de huidige regering vrijwel bankroet gemaakt en de sociale nood stijgt haast met de dag. Wil Venezuela als natie kunnen overleven dan heeft het een president en een regering nodig die handelend kunnen optreden en hun tijd niet verspillen met het propageren van een haast lachwekkend revolutionair concept”, aldus Manuel Cova die met zijn woorden doelt op de zogeheten Bolivariaanse Revolutie waarmee president Chávez de corruptie en het machtsmisbruik in de overheid wilde uitroeien.
Hoewel Venezuela als vijfde grootste exporteur van olie de afgelopen twee jaar meevallers heeft mogen incasseren van miljarden dollars vanwege de sterke stijging van de brandstofprijzen, verkeert het land in een diepe en ogenschijnlijk uitzichtloze recessie. Economen voorspellen dat het nationale inkomen van Venezuela dit jaar met ruim 7 procent zal slinken. In de regio verkeert alleen Argentinië in een diepere crisis. De werkloosheid is inmiddels gestegen naar ongeveer 24 procent terwijl nog eens een kwart van de beroepsbevolking vrijwel nutteloos werk zoals het openen van deuren en het bedienen van liften verricht tegen hongerloontjes.
Niet alleen mislukte Chávez’ opzet om de inkomsten uit de bodemschatten van het land aan te wenden voor het corrigeren van de talrijke sociale misstanden, ook slaagde hij er niet in om het politieke leven te zuiveren van zwendelaars en incompetente bestuurders. Zijn aanvankelijk enorme populariteit veegde weliswaar de generatie oude politici geheel van het toneel in zes achtereenvolgende verkiezingen waarin Chávez op overweldigende manier zegevierde, maar de Bolivariaanse afgevaardigden die voor hen in de plaats kwamen bleken uiteindelijk even onervaren als onbekwaam en corrupt.
Het jammerlijke falen van Hugo Chávez als president roept grote spanningen op in een samenleving die voorheen bekend stond als de Latijns-Amerikaanse modeldemocratie. De protestmanifestatie van donderdag was daar een goed voorbeeld van. Dat president Chávez de politie inschakelde voor het handhaven van de orde en niet het leger die in het verleden dergelijke taken kreeg te vervullen, was beslist geen toeval.
Chávez en zijn medestanders weten dat zij sinds de gefaalde coup van zes maanden geleden niet langer kunnen rekenen op de loyaliteit van de landmacht. Verschillende kenners van de plaatselijke machtsverhoudingen hadden aan de vooravond van het protest gewaarschuwd voor het gevaar van confrontaties tussen pro- en anti-Chávez-bataljons. Het is een openbaar geheim dat verschillende in en rond de hoofdstad gelegerde militaire eenheden al enige tijd geen bevelen van de president opvolgen en in handen zijn van passief-rebelse officieren en onderofficieren. De regering wacht met ingrijpen bij deze halfmuitende eenheden tot zij een betere greep heeft gekregen op het militaire apparaat. Een te vroege interventie zou opnieuw aanleiding kunnen geven tot een militaire machtsgreep.
Een deel van de algemene onvrede over de regering-Chávez is ook toe te schrijven aan het uitblijven van de politieke en economische hervormingen die de president toezegde daags nadat de couppoging van april was gestrand en hij kon terugkeren naar het Miraflores-paleis. Enkele gesprekken tussen vertegenwoordigers van de regering en leiders van de oppositie haalden niets uit. Nadat hij zich had verlost van de hevige schrik, die aan de wortel lag van zijn opmerkelijke toegevingsgezindheid, kwam de oude Chávez weer snel te voorschijn.
De president beschuldigt ondertussen weer vrijwel alle oppositieleiders ervan in dienst te staan van extreem rechtse, contrarevolutionaire en vooral ook staats ondermijnende groepen die hem naar het leven staan. „Met landverraders en moordenaars wil ik niet praten, laat staan onderhandelen”, aldus Chávez. Deze bij uitstek koppige opstelling van de president zorgt voor een escalatie van de politieke spanning in Venezuela, waarbij alle partijen naar de uitersten neigen en in het tussenliggende vacuüm geen ruimte is voor overleg of compromis. De indrukwekkende betoging van donderdag en het stakingsdreigement van de vakbondsleiders doen vrezen dat de crisis in Venezuela nog maar pas is begonnen.