Student krijgt veel waardevols mee in CSFR-tijd
De synode van de Gereformeerde Gemeenten plaatste deze week kritische kanttekeningen bij het beleid van de studentenvereniging CSFR. August Eckhardt en Geert Schipaanboord spreken de kritiek tegen en wijzen op de waardevolle betekenis van de CSFR.
De synode van de Gereformeerde Gemeenten heeft haar zorg uitgesproken over de koers van studentenvereniging CSFR, zo blijkt uit een verslag in het RD van 27 maart. Het uiten van die bezorgdheid keert eens in de zoveel jaren terug. Zorg duidt op betrokkenheid, en dat is een goede zaak.De CSFR is verbonden met het reformatorisch belijden, net als de Gereformeerde Gemeenten. Veel leden van deze studentenvereniging hebben een achtergrond in dit kerkverband. Dat zijn twee redenen om met elkaar in gesprek te blijven. Het is goed dat dit ook ieder jaar gebeurt.
Ook afgelopen jaar werden tijdens het jaarlijkse overleg tussen het deputaatschap en het landelijk bestuur van de CSFR de kritische punten besproken en wisten we ons gesteund in het werk dat gedaan wordt voor studenten. Wij kunnen ons daarom ook vinden in de zorg die er bestaat dat veel studenten niet deelnemen aan door de kerk georganiseerde activiteiten of reformatorische studentenverenigingen.
Te open
De zorg die geuit wordt met betrekking tot de CSFR is echter niet op alle punten terecht. Een steeds terugkerend verwijt is het ruime uitnodigingsbeleid van sprekers op de CSFR. Niet iedere spreker zal zijn handtekening onder de drie formulieren zetten. Is dat een bezwaar? Studenten komen in hun studie in aanraking met een nog veel grotere variëteit aan meningen. Zij kunnen het zich zeker niet permitteren de ogen te sluiten voor afwijkende meningen.
Betekent het uitnodigen van een katholiek als Bodar dat de CSFR zich daarmee tot het katholicisme bekeert of haar koers verlegt? Natuurlijk niet. Allereerst is het niet uit te sluiten dat ook een katholiek verstandige dingen te melden heeft. In ieder geval is het goed om je te verdiepen in de argumenten van een ander. Een verenigingsverband is hierbij van meerwaarde omdat je elkaar dan kunt steunen. Wie die openheid niet heeft, moet niet aan een academische studie beginnen.
Wij kunnen bovendien uit eigen ervaring de constatering uit het rapport aan de synode bevestigen dat het heel lastig is sprekers uit ’eigen kringen’ te krijgen.
Een afgevaardigde sprak over „verwarring” die het lidmaatschap van de CSFR teweegbrengt. Eén ding is zeker, een studie aan een seculiere universiteit brengt in ieder geval momenten van verwarring met zich mee. Een studentenvereniging heeft een voorname taak in de toerusting van studenten, door de studie van de Bijbel en de klassieke werken van het christendom. De CSFR biedt wat dat betreft heel veel. Men mag zich afvragen of veel studenten buiten een reformatorische vereniging nog op systematische wijze die studie verrichten.
Waarde
Het zou goed zijn wanneer de synode zich eens uit zou spreken over de waarde van studenten voor de kerk, ook voor de Gereformeerde Gemeenten. Hoe kerkenraden op een goede manier met studenten contacten kunnen onderhouden en ze betrokken te laten zijn bij het kerkelijk leven, zou mogelijk ook een onderwerp zijn voor het deputaatschap.
Een aantal afgevaardigden is zelf ooit lid geweest van de CSFR. Zij weten dat de studententijd bij uitstek geschikt is om een brede vorming op te doen en met andere meningen in contact te komen. Niet zelden leidt dat tot het inzien van de waarde van de eigen achtergrond en het eigen belijden. Die positieve houding hebben wij gemist.
August Eckhardt is landelijk preses van de CSFR en Geert Schipaanboord is lid van de CSFR (in Leiden). Beiden zijn lid van de Gereformeerde Gemeenten.