Religieuzen willen invloed bij afstoten kloosters
Van de zevenhonderd kloostergebouwen in Nederland hebben er nog ongeveer 150 een religieuze functie. De komende tijd zullen de religieuze instituten, die hun ledental al jaren zien afnemen, veel daarvan moeten sluiten.
De ordes en congregaties willen echter niet dat dat religieuze erfgoed verloren gaat. Ze willen het in al zijn verscheidenheid voor de toekomst, de kerk en de samenleving veiligstellen. De paters, zusters en broeders willen hun gebouwen afstoten voor de hoogste waarde „en dan niet in financiële zin".De Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR), het samenwerkingverband van ordes en congregaties, wil dat de religieuze instituten zo lang mogelijk invloed op de herbestemming van het religieuze erfgoed blijven houden. Een boek daarover van J.A. Hendrikx wordt 7 april in Maarssen gepresenteerd.
Het boek en een stappenplan moeten de ordes en congregaties helpen hun gedachten te ordenen. Hoewel het vaak om bijzondere gebouwen gaat, wordt soms erg snel voor sloop gekozen. Hendrikx toont aan hoe moeilijk de idealen van de kloosterlingen soms zijn te verenigen met de haalbaarheid van de herbestemming van de gebouwen. Bij de presentatie is Philippe Bär (79) aanwezig. De oud-bisschop van Rotterdam (1983-1993), die tegenwoordig in België woont, is lid van de orde van de benedictijnen.
Het boekje en het stappenplan behoren tot de boeken die wegens het Jaar van het Religieus Erfgoed verschijnen. Dat jaar, dat in januari werd geopend en in december in Middelburg wordt afgesloten, heeft tot doel de belangstelling voor en de kennis van het religieus erfgoed in Nederland te vergroten en een duurzame toekomst ervan te bevorderen. Door de ontkerkelijking staan kerken, kloosters en andere religieuze onroerende goederen onder zware druk.