„CU moet homodebat anders aanpakken”
De ChristenUnie moet de discussie over het actief zijn van homo’s in de partij „over een andere boeg gooien” en insteken bij het recht op godsdienstvrijheid.
Dat schrijven Henk van Rhee, algemeen directeur van de stichting Tot Heil des Volks en Johan van de Sluis, woordvoerder van de stichting Onze Weg, vandaag in een opiniestuk in deze krant.De partij moet voorkomen dat, als de commissie-Cnossen straks met een advies komt over een gedragscode voor CU-vertegenwoordigers, alle aandacht gericht zal zijn op het thema homoseksualiteit. De discussie moet „naar een hoger plan” getrokken worden, vinden Van Rhee en Van de Sluis. „Het gaat om de vrijheid om Christus na te volgen en de Bijbel op een orthodoxe manier te lezen. (…) Een ferm claimen van het grondrecht van godsdienstvrijheid is nodig, ook richting minister Plasterk.”
Het tweetal roept de partij op „een spaatje dieper te steken en de discussie te voeren die echt nodig is. Er staan grondrechten op de tocht en een nieuwe groep onverdraagzamen heeft het op de haarvaten van onze overtuiging voorzien”, schrijven zij, doelend op „de moderne kruisvaarders en inquisiteurs bij D66 en het COC.”
Volgens Van Rhee, voorheen directeur van het partijbureau van de ChristenUnie, moet de partij de in Nederland bestaande godsdienstvrijheid overigens niet gebruiken om in een gedragscode voor CU-vertegenwoordigers vast te leggen dat zij geen homoseksuele relatie mogen hebben. „Als je een Bijbelse partij bent en Christus wilt navolgen, selecteert zich vanzelf uit wie er wel en niet bij horen”, licht hij zijn opiniestuk toe.
De discussie over het actief zijn van homoseksuelen in de ChristenUnie startte in de zomer van 2007, na uitlatingen van het Amsterdamse deelraadslid Lont over dit onderwerp. In juni zal een door de partij ingestelde commissie, onder leiding van oud-GPV-voorzitter Cnossen, een rapport uitbrengen over de kwestie.