De kerk dankt haar naam aan Magnus, bisschop van Trani (Italië). De bisschop stierf onder het schrikbewind van de Romeinse keizer Decius en werd na zijn marteldood heilig verklaard.Al sinds de tiende eeuw wordt in Anloo het Evangelie verkondigd. Toen stond hier nog een eenvoudig, rietgedekt kerkje. De boeren uit de omgeving hielpen mee aan de bouw. Als dank voor het „boerwerk” kregen ze een aflaat.

Het huidige kerkgebouw stamt grotendeels uit de elfde eeuw, evenals de toren. Het koor van rode bakstenen werd er in de veertiende eeuw aan toegevoegd. De zuidelijke ingang van de kerk was traditioneel de entree voor de mannen. Vroeger had het schip nog een noordelijke ingang, voor de vrouwen. Maar die is lang geleden dichtgemetseld. Boven deze ingang is een sarcofaagdeksel geplaatst.

De oudste grafplaat, met daarop zowel christelijke als heidense symbolen, ligt binnen, naast de preekstoel.

De hervormde gemeente bezit twee zilveren avondmaalsbekers (uit 1644 en 1823). Ze zijn te zien in het Drents Museum in Assen. Alleen met Pasen komen ze even terug naar Anloo, voor de viering van het heilig avondmaal.

De middeleeuwse muurschilderingen verdwenen na de Reformatie achter een dikke laag witte kalk. Pas bij de restauratie van het schip in de oorlogsjaren 1941-1945 kwamen de fresco’s weer tevoorschijn. Een stal, met Maria en het kindje Jezus op een bed onder een grote boerensprei. Op de achtergrond kijken een os en een ezel toe.

Op de koorafsluiting, boven de preekstoel, staat een Latijnse tekst: „Niet geschreeuw maar liefde klinkt tot in het oor van God.”

Regelmatig schuift iemand voor 10 euro achter het beroemde Radeker-Garrelsorgel. Mensen kunnen de kerk huren voor „gepaste activiteiten”, zegt kosteres Jolanda Zijlstra.