Het regent pijpenstelen in de Schoolstraat in Oud-Alblas. Tien minuten voor openingstijd komt een grote vrachtwagen met oplegger de straat inrijden. Twee jongens van een jaar of zestien staan al te wachten. Zodra de Bibliobus de deuren opent, betreden zij de rijdende bibliotheek.De Bibliobus voorziet in een behoefte. Maar per 1 januari 2009 is het voorbij. De provincies Noord- en Zuid-Holland geven geen subsidie meer, omdat zij vinden dat het bibliotheekwerk een taak van de gemeente is. Volgens de uitvoerende organisatie ProBiblio komen te weinig gemeenten met geld over de brug om de bussen toch kostendekkend te laten rijden.

De bewoners van Oud-Alblas en Molenaarsgraaf -de dorpen die de Bibliobus donderdagmiddag aandeed- zijn over het algemeen diep teleurgesteld over het besluit. Zo ook de kinderen van groep 8 van de Groen van Prinstererschool. Stijn de Jong (11) heeft pasgeleden nog een aantal informatieve boeken geleend om zijn spreekbeurt over vleermuizen voor te bereiden. „Verschrikkelijk jammer dat dat volgend jaar niet meer kan”, zegt zijn juffrouw die de leerlingen tot spoed maant.

Alle acht nemen stripboeken mee naar hun klas. Dat is ook een van de redenen waarom de leerkracht van groep 7, G. Gouman, niet zo treurt om het vertrek van de Bibliobus. „Veel van de aangeboden boeken wil ik niet in mijn klas hebben. Boeken met vloeken erin, of waar het over geesten gaat. Maar ook de Suske en Wiskestripboeken.”

Gouman lijkt de enige die niet boos is over het besluit van beide provincies. In Molenaarsgraaf staat weduwe D. van der Sterren (79) uit Brandwijk boeken uit te zoeken in de bus. „Ik ben veel alleen en lees graag. Als deze bus niet meer komt, weet ik niet hoe ik aan boeken moet komen, want ik heb geen auto om naar de bibliotheek in Alblasserdam of Sliedrecht te gaan.”

Ook wethouder E. Jonker van Graafstroom kan weinig begrip opbrengen voor het besluit. „In december 2007 schreven Gedeputeerde Staten nog in een nota dat het uitgangspunt was dat de bibliotheek naar de mensen toe zou komen. En nu stoppen ze met subsidies aan bibliobussen en strandbibliotheken, terwijl daar veelvuldig gebruik van wordt gemaakt. Het ergste is dat ik het besluit uit de tweede hand moet vernemen, terwijl wij ook investeren in de Bibliobus.” De wethouder wil nog net niet spreken van onbehoorlijk bestuur, maar vindt het „niet netjes. En dan druk ik me nog zachtjes uit.”

Verantwoordelijk gedeputeerde M. van Engelshoven-Huls heeft geen medelijden met de wethouder van Graafstroom. „Al in 2005 was bekend dat de provincie op 1 januari 2008 met deze subsidie wilde stoppen. Toen bleek dat de gemeenten op dat moment nog geen alternatieven hadden, is de maatregel een jaar uitgesteld. In november vorig jaar hebben we nog een conferentie georganiseerd waarop we met alternatieven kwamen. Zo zouden er bibliotheekjes of boekenautomaten kunnen komen in postkantoren, gemeentehuizen of wijkcentra.”

Van Engelshoven vindt het rechtvaardig dat de plattelandsgemeenten zelf voorzieningen moeten treffen voor het uitlenen van boeken. „De grotere gemeenten moeten dure bibliotheekgebouwen onderhouden. Daar betalen de inwoners ook voor. Maar zij betalen via de belasting ook mee aan de subsidies van provincies voor de bibliobussen in kleinere gemeenten. Dat is niet terecht.”

Rechtvaardig of niet, de Alblasserwaarders zijn boos. „De Bibliobus moet blijven”, is de boodschap.

Reacties uit de Bibliobus:

Dave van Toledo (11), leerling van groep 8: „Dit is niet leuk. Ik haal hier iedere week wel boeken.”

Daniël Houweling (11), leerling van groep 8: „Verdraaid, ik heb alle stripboeken nog niet uit.”

Jan de Koster, chauffeur en medewerker op de Bibliobus: „Een hele slechte zaak. Minister Plasterk wil juist dat kinderen op het platteland meer boeken lezen. Ook prinses Laurentien heeft gezegd dat kinderen op het platteland meer moeten lezen. Maar ook veel ouderen zullen in het vervolg verstoken blijven van boeken. Bovendien is de bus een sociale ontmoetingsplaats in het dorp. And last but not least raak ik mijn baan kwijt. Nu zal ik me nog wel redden, maar voor de mensen uit de dorpen vind ik het echt heel erg.”

R. Smouter (60), inwoner van Oud-Alblas: „Om de veertien dagen haal ik zes boeken. Ik word hier prettig geholpen en vind altijd wel wat van mijn gading. Straks moet ik naar Papendrecht of Alblasserdam en is de pret er voor mij vanaf.”

Nathan Bieren (17) uit Oud-Alblas: „Iedere week haal ik wel een boek of dvd. Lekker makkelijk, ik woon hier schuin tegenover. Oorlogsboeken, zoals die van Joh. Veenhof, vind ik prachtig. Als de Bibliobus verdwijnt, zal ik veel minder gaan lezen, ben ik bang. Je moet er dan veel meer moeite voor doen.”

A. de Korte (37) uit Molenaarsgraaf: „Heel erg jammer. Ik haal veel boeken voor mijn kinderen van 6 en 1 jaar. Mijn dochtertje van 6 leert nu net lezen en krijgt van de juf een beloning als ze weer vijf boeken heeft gelezen. Ik kom daarom veel in de Bibliobus en vindt het verschrikkelijk jammer dat hij verdwijnt.”